Nummer 23/36727/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 18 oktober 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. V.S.J. Chorus, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) dat verzoeker geen contact mag opnemen met een van zijn advocaten zonder voorafgaande screening van die advocaat.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk IJ-2023-1183).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Namens verzoeker is (in het klaagschrift) aangevoerd dat verzoeker op 10 oktober 2023 telefonisch contact probeerde op te nemen met een van zijn advocaten en dat hem toen werd medegedeeld dat deze advocaat eerst moet worden gescreend voordat verzoeker daarmee contact mag hebben. Verzoeker heeft hiervan nooit een schriftelijke beslissing ontvangen.
Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat op 22 september 2023 is beslist verzoeker toezichtmaatregelen op te leggen op grond waarvan onder andere zijn telefoongesprekken worden gemonitord. De directeur stelt dat deze beslissing is gebaseerd op artikel 36, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Niet is gebleken of verzoeker schriftelijk op de hoogte is gesteld van de beslissing en om die reden is de schriftelijke mededeling daarvan op 16 oktober 2023 (alsnog) aan hem uitgereikt, aldus de directeur.
De voorzitter overweegt, voorlopig oordelend, als volgt.
Op grond van artikel 39, tweede lid, van de Pbw kan toezicht worden uitgeoefend op door of met een gedetineerde gevoerde telefoongesprekken door middel van het beluisteren dan wel uitluisteren van een (opgenomen) telefoongesprek. Uit die bepaling volgt niet de bevoegdheid van de directeur te beslissen dat verzoeker zijn contacten ter screening moet aanbieden voordat hij telefonisch contact met hen kan hebben. Dit volgt ook niet uit artikel 36, derde lid, van de Pbw, waarop de bestreden beslissing volgens de directeur is gebaseerd. Een dergelijke (toezicht)maatregel kan wel worden opgelegd op grond van de circulaire ‘Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico’ (GVM) van 8 juli 2021, kenmerk 3399954. Het is de voorzitter echter niet gebleken dat verzoeker een GVM-status is toegekend en hem in dat kader toezichtmaatregelen konden worden opgelegd.
Nu de voorzitter niet aannemelijk is geworden dat de beslissing tot het ter screening moeten aanbieden van verzoekers advocaat een wettelijke grondslag heeft, is die beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter in strijd met de wet genomen. Gelet daarop zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van die bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 18 oktober 2023 gedaan door mr. M.L. Plas, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter