Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30830/GM, 6 november 2023, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/30830/GM

            

Betreft [Klager]

Datum 6 november 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. B.N.R. Maenen, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet een pot Toco Tholin mag invoeren voor zijn rug- en nekklachten.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft al lange tijd last van rug- en nekklachten. Hij bracht regelmatig een bezoek aan de fysiotherapeut, waar hij massages kreeg met tijgerbalsem of Toco Tholin. Klager merkte dat deze massages en de dagelijkse oefeningen die hij al verrichte, onvoldoende waren om de klachten langdurig te verlichten. Klager heeft daarom gekeken naar de mogelijkheid om zelf tijgerbalsem te kopen, zodat hij tussen de massages door zelfstandig zijn nek kon inmasseren met tijgerbalsem. Een kleine pot tijgerbalsem kost in de inrichtingswinkel €9,-. Vanwege deze hoge prijs heeft klager de medische dienst verzocht om te indiceren dat klager dit hulpmiddel nodig heeft, zodat klager op eigen kosten een grotere pot Toco Tholin (in plaats van een kleinere pot tijgerbalsem) kan invoeren. Het hoofd zorg heeft dit echter geweigerd.

Volgens de medisch adviseur is hier geen sprake van een medische klacht, nu het geen beslissing is van een arts om al dan niet zelfhulpmiddelen in een winkel aan te schaffen. Dit is niet juist. Hier is sprake van een noodzakelijke behandeling en het hoofd zorg levert onvoldoende inspanning om de voor klager noodzakelijke behandeling mogelijk te maken. De beroepscommissie heeft in RSJ      27 september 2004, 04/1075/GM bepaald dat er voor zelfzorgmiddelen een medische indicatie afgegeven kan worden. In RSJ                23 november 2015, 15/2791/GA heeft de RSJ bepaald dat het gebruik van zelfzorgmiddelen niet aan gedetineerden mag worden ontzegd. Het hoofd zorg heeft geweigerd een indicatie af te gegeven voor een zelfhulpmiddel waarmee klager het gebruik van Toco Tholin is ontzegd. Hierdoor heeft klager langer met rug- en nekklachten moeten kampen.

Het recht op voldoende gezondheidzorg is omschreven in de European Prison Rules (EPR). Hierin is onder andere bepaald dat gedetineerden recht hebben op de noodzakelijke hulpmiddelen voor een behandeling. Het recht op adequate zorg vloeit ook voort uit artikel 10 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBR) en artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Verder is het verlenen van toestemming voor het invoeren van een voor klager medisch noodzakelijk hulpmiddel niet in strijd met het doel van de vrijheidsbeneming en levert dit geen gevaar op voor de orde en veiligheid binnen de inrichting. Het beperken van het invoeren van het verzochte hulpmiddel is dus in strijd met de beginselen van minimale beperkingen, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Klager heeft de juiste zorg gehad. Klager heeft eerder contact gehad met de medische dienst over zijn verzoek om Toco Tholin te krijgen. Zelfzorgmiddelen kunnen besteld worden via de winkel van de PI. Toco Tholin wordt niet voorgeschreven door een arts. De inrichtingsfysiotherapeut behandelde klager met Toco Tholin. Het is de aanbeveling dat klager zelf ook gebruikmaakt van Toco Tholin en hij kan dit bestellen bij de inrichtingswinkel.

 

3. De beoordeling

Waartegen is het beroep gericht?

Volgens het namens klager ingediende beroepschrift is het beroep gericht tegen een beslissing van de medisch adviseur van 25 oktober 2022. De beroepscommissie zal dit verbeterd lezen en het beroepschrift zo uitleggen dat het is gericht tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts.

Het verstrekken van Toco Tholin

Vanwege klagers rug- en nekklachten wenst hij een medische indicatie voor Toco Tholin en wenst hij dit product te kunnen invoeren. Het voorschrijven van Toco Tholin voor rug- en nekklachten kent evenwel geen medische grondslag. De beroepscommissie acht de beoordeling van de inrichtingsarts daarom zorgvuldig. Daarbij merkt de beroepscommissie echter ook op dat er geen (medische) bezwaren zijn om Toco Tholin te laten verstrekken aan klager.

Uit het dossier volgt overigens ook dat het klager vrij staat om Toco Tholin te bestellen via een winkel. Voor zover klager zich over deze afspraak en/of de invulling van deze afspraak wenst te beklagen, valt dit onderdeel niet onder de verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts, maar van de directeur. Tegen een beslissing van de directeur staat ingevolge artikel 60 van de Pbw de beklagprocedure open.

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Pbw. Van strijdigheid met de EPR, het IVBR en het EVRM, is niet gebleken. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 6 november 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. N.C.J.A.M. Kochx, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven