Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33277/GA, 25 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:25-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33277/GA

            

Betreft  [klaagster]

Datum  25 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klaagster] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat de directeur geen moeite doet passend werk aan te bieden, terwijl klaagster door allergie voor fijnstof en ijzer niet goed kan werken op de arbeidszaal. Klaagster wordt ingesloten als zij niet naar arbeid gaat of moet in strijd met het advies van de medische dienst naar de arbeidszaal.

De beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis heeft op 12 april 2023 het beklag ongegrond verklaard (NS-2022-131). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klaagsters raadsvrouw, mr. H.E. Berman, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klaagster, haar raadsvrouw en […], juridisch medewerker bij de locatie Nieuwersluis, gehoord op de digitale zitting van 26 juli 2023.

Mr. W.S. Korteling, lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Klaagster heeft last van allergie, waardoor zij niet alle reguliere werkzaamheden kan verrichten. Dit is bevestigd door de medische dienst, er zit ook een brief hierover van de medische dienst in het dossier. Door de directeur zijn gedurende zeven maanden geen juiste alternatieven aan klaagster aangeboden. Klaagster wil wel deelnemen aan arbeid, maar niet aan arbeid waardoor zij last krijgt van haar allergie, zoals op de arbeidszaal het geval is door slechte ventilatie.

Uit de brief van de medische dienst volgt dat er alternatieven moeten worden gezocht. Klaagster mag – als het haar te veel wordt – terugkeren naar de afdeling, maar zij wordt dan ingesloten, terwijl uit de brief van de medische dienst volgt dat zij arbeidsongeschikt is. Het is onterecht dat zij als werkweigeraar wordt aangemerkt. Dit heeft vergaande gevolgen voor klaagster. Er zijn geen passende werkzaamheden voor haar gezocht. De alternatieven die geboden werden – het dragen van een mondmasker en handschoenen en het verrichten van celarbeid – waren niet gepast, omdat klaagsters allergie daardoor verergerde.

Klaagster heeft zelf alternatieven aangedragen, maar die werden keer op keer afgewezen. Over klaagster is gezegd dat ze ongemotiveerd was voor de arbeid en dat ze heeft “geshopt” in alle banen die werden aangeboden, totdat zij een leuke baan kon doen. Dat is niet juist. Klaagster heeft zeven keer gesolliciteerd, maar om uiteenlopende redenen waren niet alle banen geschikt, of al vergeven. Klaagster werkt momenteel als gastvrouw. Dat gaat goed, maar dit betreft een tijdelijke baan. Bovendien had dit werk haar veel eerder aangeboden kunnen en moeten worden, nu deze functie eerder niet was ingevuld. Dit is in strijd met de op de directeur rustende zorgplicht.

 

Standpunt van de directeur

Klaagster is niet arbeidsongeschikt verklaard door de medische dienst. Door de medische dienst is erkend dat klaagster last kan hebben van allergie op de arbeidszaal. Samen met het hoofd arbeid is door de medische dienst naar alternatieven gekeken. Er is afgesproken dat als klaagster last heeft van allergie zij terug kan gaan naar de afdeling en dat zij dan niet als werkweigeraar wordt aangemerkt. Het teruggaan naar de afdeling heeft dan ook geen gevolgen voor klaagsters verlofaanvragen. Omdat klaagster niet arbeidsongeschikt is bevonden, wordt zij wel ingesloten als zij teruggaat naar de afdeling. Klaagster heeft de aangeboden alternatieven geweigerd en daarmee heeft zij de indruk gewekt dat zij vrij op de afdeling wilde lopen in plaats van te werken. De regel is dat alleen gedetineerden die arbeidsongeschikt zijn verklaard door de medische dienst zich vrij over de afdeling mogen bewegen tijdens het arbeidsblok.

Er zijn alternatieven aangeboden zoals het dragen van een mondmasker en handschoenen. Hiervan heeft de medische dienst gezegd dat het passende alternatieven zijn. Ook is celarbeid aangeboden. Klaagster wilde geen celarbeid verrichten, omdat de cel volgens haar nog slechter geventileerd kan worden dan de arbeidszaal. Celarbeid is echter door de medische dienst niet als inadequaat aangemerkt. Klaagster heeft gesolliciteerd voor een baan in de buitentuin. Door het Multidisciplinair Overleg is daarover een negatief advies uitgebracht. Er is gekeken naar alternatieve baantjes, maar klaagster stond daar niet voor open. Uiteindelijk is een baan van gastvrouw voor haar gecreëerd, dit is een vereenvoudiging van de baan van afdelingsreinigster. Voor zover bekend is dit geen tijdelijke baan. Het is onjuist dat er geen passende arbeid is gezocht voor klaagster.

 

3. De beoordeling

De ontvankelijkheid van klaagster in het beklag

De beroepscommissie begrijpt dat klaagster zich beklaagt over het niet aanbieden van passend werk aan klaagster, terwijl rekening moet worden gehouden met klaagsters allergie voor fijnstof en ijzer.

Het niet aanbieden van passend werk aan klaagster kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem (vergelijk RSJ 1 september 2023, 23/31460/GA).

Nu klaagster stelt dat zij gedurende zeven maanden voorafgaand aan het indienen van het beklag geen passende arbeid aangeboden heeft gekregen, zou sprake kunnen zijn van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur. Daarom heeft klaagster naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van haar beklag.

 

Inhoudelijke beoordeling van het beklag

Vast staat dat klaagster een allergie heeft en dat dit door de medische dienst is vastgesteld. Uit de overgelegde stukken blijkt dat klaagsters klachten kunnen toenemen in een omgeving waar veel fijnstof en ijzer aanwezig is. De medische dienst heeft klaagster hiervoor niet arbeidsongeschikt verklaard, maar wel geadviseerd om naar passende werkzaamheden op de arbeid te kijken.

Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur voldoende naar passende werkzaamheden en alternatieven gezocht. Klaagster is aangeboden te werken met een mondmasker en handschoenen – dit werd door de medische dienst passend gevonden. Daarnaast mocht klaagster, als zij last kreeg van haar allergie, de arbeidszaal verlaten zonder dat zij als werkweigeraar werd aangemerkt. Dat zij op die momenten wel werd ingesloten omdat zij niet deelnam aan de arbeid, is naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk. Daarnaast is als alternatief aan klaagster ook celarbeid aangeboden, wat klaagster om haar moverende redenen heeft geweigerd. Uiteindelijk is voor klaagster – zo begrijpt de beroepscommissie – een niet tijdelijke baan als gastvrouw op de afdeling gecreëerd.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is aannemelijk geworden dat de directeur zich voldoende heeft ingespannen om klaagster alternatieven te bieden, zodat zij met passend werk in staat is deel te nemen aan de arbeid. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de directeur structureel en in belangrijke mate is tekortgeschoten in zijn verzorgende taken. Daarom is het beklag terecht ongegrond verklaard en zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 25 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. C.N. Dijkstra en mr. A. Pahladsingh, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven