Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33031/SGA, 13 april 2023, schorsing
Uitspraakdatum:13-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33031/SGA

    

Betreft  [verweerder]

(hierna: verweerder)   Datum  13 april 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem(hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verweerder heeft op 30 maart 2023 om schorsing gevraagd van de beslissing van verzoeker inhoudende het verbod om verweerder nog de kerkdienst te laten bezoeken. De voorzitter heeft dit schorsingsverzoek toegewezen (RSJ 6 april 2023, 23/32915/SGA). Verzoeker heeft op 7 april 2023 verzocht om herziening van die uitspraak.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verweerders raadsvrouw, mr. B.N.R. Maenen, op het schorsingsverzoek.

 

2. De ontvankelijkheid

Volgens verzoeker heeft de voorzitter uitspraak gedaan op basis van informatie die verzoeker niet zo heeft bedoeld.

Verzoeker voert aan dat verweerder op de afdeling B0 verblijft en dat hij per abuis twee keer fysiek heeft deelgenomen aan de kerkdienst op een andere afdeling, maar dat dit niet is toegestaan voor gedetineerden van de B0-afdeling. Verweerder kan met de gedetineerden van de B0-afdeling de kerkdienst wel gezamenlijk (digitaal) bijwonen. Omdat verweerder op dit moment als enige op de B0-afdeling gebruik wil maken van de mogelijkheid om een kerkdienst bij te wonen, kan hem dit niet anders dan individueel worden aangeboden. Verweerder wordt op deze manier conform artikel 43, derde lid onder c. van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) (de voorzitter begrijpt: artikel 41, eerste lid onder c., van de Pbw) in de gelegenheid gesteld om een in de inrichting te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomst van zijn keuze bij te wonen. Er is geen sprake van een beslissing als bedoeld in artikel 23 van de Pbw waarmee verweerder wordt uitgesloten van het bijwonen van de kerkdienst op zondag met andere gedetineerden. Dat verweerder de enige gedetineerde is op zijn afdeling die de kerkdienst wil bijwonen en om deze reden zijn godsdienst of levensovertuiging individueel belijdt en beleeft is geen door verzoeker genomen beslissing, aangezien voornoemde regel voor de gehele B0-afdeling geldt, aldus verzoeker.

Uit het bovenstaande maakt de voorzitter op dat verweerder – nadat hem dit kennelijk tweemaal per abuis is toegestaan – niet langer de kerkdienst (op zondag) mag bijwonen waarbij gedetineerden van andere afdelingen aanwezig zijn. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, is hier sprake van een verweerder betreffende en daarmee beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Als gevolg daarvan wordt verweerder – zo is de voorzitter bekend uit de schorsingsprocedure 23/32915/SGA – op zijn verzoek individueel bezocht door de geestelijke verzorger. Dit levert een beperking op van het recht van verweerder om zijn godsdienst (in gemeenschap) vrij te belijden en te beleven. Zoals de voorzitter ook heeft overwogen in RSJ 6 april 2023, 23/32915/SGA is voor een dergelijke beperking een wettelijke grondslag vereist. Nu naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet is gebleken van een wettelijke grondslag op grond waarvan verweerder de kerkdienst (op zondag) niet mag bijwonen, acht de voorzitter geen nieuwe feiten of omstandigheden aanwezig die tot herziening van de uitspraak zouden moeten leiden. Om die reden wordt het verzoek afgewezen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Deze uitspraak is op 13 april 2023 gedaan door mr. M.L. Plas, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven