Nummer 23/35754/SGA herstelbeslissing
Betreft [verzoeker]
Datum 5 september 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. M.L. van Gaalen, heeft op 13 augustus 2023 om schorsing gevraagd van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van 8 augustus 2023 van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur) om verzoeker te degraderen naar het basisprogramma. De voorzitter heeft dit verzoek op 15 augustus 2023 afgewezen (RSJ 15 augustus 2023, 23/35442/SGA).
Na de uitspraak heeft de voorzitter pas kennisgenomen van een nadere toelichting op het schorsingsverzoek die op 15 augustus 2023 – ruim voorafgaand aan de uitspraak op het schorsingsverzoek – door verzoekers raadsman per mail was toegestuurd. In verband met de gang van zaken rondom (de te late kennisname van) die nadere toelichting heeft verzoekers raadsman op 17 augustus 2023 verzocht om een herstelbeslissing. Er is onderzoek gedaan naar de mailproblemen bij de raadsman. Daaruit is gebleken van een administratieve misslag aan de zijde van de RSJ. Om die reden is het verzoek om een herstelbeslissing in behandeling genomen en zal de voorzitter een nieuwe beslissing nemen met inachtneming van de nadere toelichting.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op dat verzoek.
2. De beoordeling
Namens verzoeker is – in aanvulling op het schorsingsverzoek– aangevoerd dat in de rapportage van verzoekers mentor wordt bevestigd dat verzoeker heeft aangegeven een agressieregulatiecursus te willen gaan volgen. De opmerking van de directeur dat verzoeker dit nooit te kennen heeft gegeven is dus onjuist. Een van de doelen van de training is eerst nadenken voordat (verbaal of fysiek) wordt gereageerd. Verzoeker wil daarin veranderen en heeft aangegeven daarbij hulp te willen hebben. Als de directeur een andere training passender acht om tot de gewenste gedragsverandering te komen, dan staat verzoeker daarvoor open. Onduidelijk is waarop de directeur zijn stelling baseert dat verzoeker zonder een training of behandeling zijn gedrag kan verbeteren. Verzoekers raadsman sluit niet uit dat de directeur – als hij juist zou zijn geïnformeerd over verzoekers wens om te veranderen en het tot op heden niet aanbieden door de PI van een training om dit in gang te zetten – tot een andere (voor verzoeker positieve) beslissing was gekomen.
De directeur heeft aangevoerd dat uit de rapportage waarnaar namens verzoeker wordt verwezen volgt dat verzoeker bij de arbeid heeft aangegeven een agressieregulatiecursus te willen volgen. Indien dat het geval is dan had verzoeker dit aan moeten geven bij zijn mentor en/of casemanager en dan zou dit worden opgenomen als gedragsdoel in verzoekers Detentie- en Re-integratieplan (D&R-plan). Hiervan is echter geen sprake. Daarnaast is verzoeker wegens meerdere redenen gedegradeerd naar het basisprogramma. Dat maakt dat hij niet slechts vanwege het wel willen deelnemen aan een agressieregulatiecursus in het plusprogramma zou blijven. Ook als wel bekend was geweest dat verzoeker die cursus wil volgen, dan zou niet tot een andere beslissing zijn gekomen, aldus de directeur.
De voorzitter overweegt als volgt.
Het gegeven dat verzoeker heeft aangegeven aan een agressieregulatiecursus te willen deelnemen is zeer positief voor de toekomst, maar doet niet af aan de omstandigheid dat hij deze wens niet heeft laten opnemen in zijn D&R-plan en ook niet aan het overige in de beslissing genoemde ongewenste gedrag dat tot degradatie heeft geleid. De voorzitter wijst het verzoek tot schorsing van de degradatiebeslissing van 8 augustus 2023 daarom af.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 5 september 2023 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter