Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31639/GA, 1 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/31639/GA

               

Betreft [klager]

Datum 1 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het meermaals niet tijdig versturen van post aan zijn raadsvrouw.

 

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 12 januari 2023 het beklag ongegrond verklaard (PL2022/710). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Handelen van het personeel kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

 

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

 

Klager klaagt erover dat brieven aan zijn raadsvrouw die hij afgeeft ter bezorging, bij herhaling meer dan een week onderweg zijn. Het meest recente voorbeeld is volgens klager een brief die hij op 1 augustus 2022 ter bezorging heeft afgegeven en die is aangekomen op 9 augustus 2022. Klager stelt dat de vertraging komt door het handelen van het personeel.  Het is echter onduidelijk wanneer of in welke periode het volgens klager eerder mis was gegaan. Daardoor kan niet worden beoordeeld of er – mogelijk – sprake zou zijn van een structurele tekortkoming (vergelijk RSJ 1 september 2023, 22/29126/GA). Dat betekent dat het klaagschrift onvoldoende nauwkeurig is. Om die reden had klager niet in zijn beklag moeten worden ontvangen.

 

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Deze uitspraak is op 1 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven