Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratiebesluit: Vérian Zorg Holding B.V. - een onderdeel van Stichting Zorg Thuis
Ondertekeningsdatum:31-05-2023Publicatiedatum:26-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Verzoek tot ontheffing van het concentratieverbod zonder voorafgaande goedkeuring.

  1. Op 26 mei 2023 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), tot het verlenen van ontheffing van het verbod om een concentratie tot stand te brengen.

In dit verzoek is medegedeeld dat Verián Zorg Holding B.V. voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over een onderdeel van Stichting Zorg Thuis in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet. Gelet op het onderstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. De NZa wijst het verzoek om ontheffing toe. Dit besluit wordt hieronder toegelicht.

Partijen

  1. Vérian Zorg Holding B.V. (hierna: Vérian Zorg Holding) is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van verpleging en verzorging in de provincies Gelderland en Overijssel.

 

  1. Stichting Zorg Thuis (hierna: Zorg Thuis) is actief op het gebied van verpleging en verzorging en exploiteert vier woonzorglocaties in Empe, Voorst, Driebergen en Zeist.

Het voornemen

  1. Het voornemen betreft de overname van de activa toebehorend aan de woonzorglocaties in Empe en Voorst van Zorg Thuis door Vérian Zorg Holding. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst van 24 mei 2023.

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  1. Betrokken organisaties zijn Vérian Zorg Holding en een onderdeel van Zorg Thuis.
  2. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, onder 1 van de Wmg.
  3. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
  4. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Vérian Zorg Holding uitsluitende zeggenschap verkrijgt over een onderdeel van Zorg Thuis.

Beoordeling

  1. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.
  2. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

A. Spoedeisendheid

  1. Op 24 mei 2023 is Zorg Thuis door de rechtbank failliet verklaard.[1] Gelet op de noodzaak om aan de kwetsbare bewoners de zorg te continueren met het bestaande personeel wordt gekozen om, wetende dat sprake is van een faillissement van Zorg Thuis, een spoedprocedure bij de NZa aan te vragen. Partijen hebben gemotiveerd dat indien voor 1 juni 2023 de voorgenomen concentratie niet plaatsvindt, de continuïteit en kwaliteit van zorg in gevaar komt.
     
  2. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan de cliënten van Zorg Thuis in gevaar komt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan cliënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt. De NZa concludeert dan ook dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg.

B. Redelijk vermoeden van goedkeuring

  1. In het algemeen geeft de NZa haar goedkeuring voor een voorgenomen concentratie tussen partijen, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
  • Partijen hebben voldoende inzicht gegeven in de verwachte effecten van de beoogde concentratie;
  • Het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen zijn overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
  • De continuïteit van cruciale zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg komt door de voorgenomen concentratie niet in het geding.
     
  1. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht dat ten aanzien van de onderhavige voorgenomen concentratie tussen partijen aannemelijk. De NZa acht het wel noodzakelijk voorschriften te verbinden aan de ontheffing. Daartoe is het volgende redengevend:

 

De verwachte effecten van de beoogde concentratie

  1. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt nog onvoldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor de (organisatie) van de zorgverlening, de gevolgen voor de ondersteunende afdelingen en processen alsmede eventuele (financiële) risico’s die samenhangen met de concentratie. De effectrapportage biedt tevens onvoldoende inzicht in de financiële prognoses op de middellange termijn van Vérian Zorg Holding. In het kader van de in randnummer 13 en 14 genoemde beoordelingsstandaard en gelet op artikel 49b, tweede lid, Wmg, acht de NZa de overgelegde effectrapportage in beginsel ontoereikend. Als zodanig ziet de NZa aanleiding om aan onderhavig besluit de in randnummer 22 gestelde voorschriften te verbinden dat partijen de effectrapportage nader aanvullen.

Verzoek tot ontheffing van het concentratieverbod zonder voorafgaande goedkeuring.

  1. Op 26 mei 2023 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), tot het verlenen van ontheffing van het verbod om een concentratie tot stand te brengen.

In dit verzoek is medegedeeld dat Verián Zorg Holding B.V. voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over een onderdeel van Stichting Zorg Thuis in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet. Gelet op het onderstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. De NZa wijst het verzoek om ontheffing toe. Dit besluit wordt hieronder toegelicht.

Partijen

  1. Vérian Zorg Holding B.V. (hierna: Vérian Zorg Holding) is via haar dochterondernemingen actief op het gebied van verpleging en verzorging in de provincies Gelderland en Overijssel.

 

  1. Stichting Zorg Thuis (hierna: Zorg Thuis) is actief op het gebied van verpleging en verzorging en exploiteert vier woonzorglocaties in Empe, Voorst, Driebergen en Zeist.

Het voornemen

  1. Het voornemen betreft de overname van de activa toebehorend aan de woonzorglocaties in Empe en Voorst van Zorg Thuis door Vérian Zorg Holding. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst van 24 mei 2023.

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  1. Betrokken organisaties zijn Vérian Zorg Holding en een onderdeel van Zorg Thuis.
  2. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, onder 1 van de Wmg.
  3. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
  4. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Vérian Zorg Holding uitsluitende zeggenschap verkrijgt over een onderdeel van Zorg Thuis.

Beoordeling

  1. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.
  2. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

A. Spoedeisendheid

  1. Op 24 mei 2023 is Zorg Thuis door de rechtbank failliet verklaard.[2] Gelet op de noodzaak om aan de kwetsbare bewoners de zorg te continueren met het bestaande personeel wordt gekozen om, wetende dat sprake is van een faillissement van Zorg Thuis, een spoedprocedure bij de NZa aan te vragen. Partijen hebben gemotiveerd dat indien voor 1 juni 2023 de voorgenomen concentratie niet plaatsvindt, de continuïteit en kwaliteit van zorg in gevaar komt.
     
  2. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan de cliënten van Zorg Thuis in gevaar komt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan cliënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt. De NZa concludeert dan ook dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg.

B. Redelijk vermoeden van goedkeuring

  1. In het algemeen geeft de NZa haar goedkeuring voor een voorgenomen concentratie tussen partijen, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
  • Partijen hebben voldoende inzicht gegeven in de verwachte effecten van de beoogde concentratie;
  • Het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen zijn overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
  • De continuïteit van cruciale zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg komt door de voorgenomen concentratie niet in het geding.
     
  1. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht dat ten aanzien van de onderhavige voorgenomen concentratie tussen partijen aannemelijk. De NZa acht het wel noodzakelijk voorschriften te verbinden aan de ontheffing. Daartoe is het volgende redengevend:

 

De verwachte effecten van de beoogde concentratie

  1. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt nog onvoldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor de (organisatie) van de zorgverlening, de gevolgen voor de ondersteunende afdelingen en processen alsmede eventuele (financiële) risico’s die samenhangen met de concentratie. De effectrapportage biedt tevens onvoldoende inzicht in de financiële prognoses op de middellange termijn van Vérian Zorg Holding. In het kader van de in randnummer 13 en 14 genoemde beoordelingsstandaard en gelet op artikel 49b, tweede lid, Wmg, acht de NZa de overgelegde effectrapportage in beginsel ontoereikend. Als zodanig ziet de NZa aanleiding om aan onderhavig besluit de in randnummer 22 gestelde voorschriften te verbinden dat partijen de effectrapportage nader aanvullen.

Betrokkenheid belanghebbenden

Vul naam in

 


[1] Het faillissementsverslag en andere gegevens van Stichting Zorg Thuis zijn onder het insolventienummer F.16/23/184, kenmerk 16.mne.23.184.F.1300.1.23 te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

[2] Het faillissementsverslag en andere gegevens van Stichting Zorg Thuis zijn onder het insolventienummer F.16/23/184, kenmerk 16.mne.23.184.F.1300.1.23 te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

Naar boven