Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32557/GB, 18 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/32557/GB

                                              

Betreft [Klager]

Datum 18 juli 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan om vanuit de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel in de PI Middelburg te worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 3 maart 2023 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. S. van Minderhout, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

Opmerking vooraf

Gelet op hiernavolgende overwegingen ziet de beroepscommissie geen aanleiding om de standpunten van klager en verweerder volledig weer te geven. De beroepscommissie zal volstaan met een beknopte weergave.

 

Klagers situatie

Klager is inmiddels diverse keren (over)geplaatst en heeft daarbij meerdere bezwaar- en beroepsprocedures doorlopen. Nadat klager ongewenst is verklaard, is hij op 26 september 2013 geplaatst in de gevangenis van de PI Ter Apel. Het beroep van klager tegen deze plaatsing is gegrond verklaard door de beroepscommissie in RSJ 30 maart 2015, 15/174/GB. Naar aanleiding hiervan is klager op 18 maart 2015 vanuit de gevangenis van de PI Ter Apel geplaatst in de gevangenis van de PI Middelburg. Op 7 juni 2019 is klager op de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (de BPG-afdeling) van de PI Vught geplaatst. Op 18 juni 2019 is hij teruggeplaatst in de gevangenis van de PI Middelburg. Op 13 augustus 2019 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Vught. Sinds 16 juli 2021 verblijft klager in de PI Ter Apel, waarbij hij zowel in het huis van bewaring (HVB) als in de gevangenis heeft verbleven.

Klager wil thans graag naar de gevangenis van de PI Middelburg worden overgeplaatst, zodat hij bezoek kan ontvangen en dichter bij zijn advocaat is gedetineerd. 

De regelgeving

Op grond van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen (een VRIS-inrichting) gedetineerden geplaatst die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland (in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000) en die zijn gedetineerd op grond van:

-           voorlopige hechtenis (door een bevel van gevangenneming of gevangenhouding);

-           een vrijheidsstraf; of

-           een maatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders.

Op grond van het derde lid van dit artikel kan hiervan worden afgeweken. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet daarvoor echter sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden.

De PI Ter Apel is op dit moment de enige reguliere VRIS-inrichting. Klager voldoet aan de eisen van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling en moet dus in beginsel in de PI Ter Apel worden geplaatst.

 

De overwegingen van de beroepscommissie

De namens klager ingediende beroepsgronden zien in de kern enerzijds op het verstoken zijn van bezoek, vanwege de bezoekproblematiek van zijn vriendin, familie en overig sociaal netwerk, met verwijzing naar RSJ 30 maart 2015, 15/174/GB, en anderzijds op de vestigingsplaats van zijn advocaat. Klager heeft zelf bij brief van 26 maart 2023 de bezoekproblematiek ook aangekaart.

Verweerder is in diens verweerschrift primair ingegaan op de aangevoerde bezoekproblematiek. Daarnaast heeft verweerder de beroepscommissie gewezen op nieuwe informatie, namelijk dat uit navraag bij de PI Middelburg – naar aanleiding van dit beroep – is gebleken dat een terugkeer van klager niet wenselijk wordt geacht.

Klager heeft de strafbare feiten waarvoor hij thans is gedetineerd (al dan niet indirect) vanuit detentie gepleegd, te weten belaging van een ex-echtgenoot en belaging en bedreiging van een andere ex-echtgenoot. De (over)plaatsing vanuit de gevangenis van de PI Middelburg op de BPG-afdeling en naar de gevangenis van de PI Vught hielden hiermee verband (zie RSJ 11 februari 2020, R-19/4954/GB, en RSJ 11 februari 2020, R-19/4955/GB). Uit een e mailbericht van het plaatsvervangend Hoofd Detentie & Re-integratie van de PI Middelburg van 25 mei 2023 volgt dat deze actief betrokken is geweest bij de aangifte van één van de slachtoffers. Het plaatsvervangend Hoofd Detentie & Re-integratie is daarop bedreigd door klager. Naast dat een toenmalig Hoofd Medische Dienst en een toenmalig plaatsvervangend vestigingsdirecteur eveneens zijn bedreigd, zou afdelingspersoneel zich door klager onder druk gezet hebben gevoeld en sommige uitspraken van klager als bedreigend hebben ervaren. Er zou in de PI Middelburg nog menig personeelslid werken dat niet opnieuw met klager geconfronteerd wil worden

Hoewel het wenselijker was geweest als voornoemde informatie reeds bij de bestreden beslissing bekend was, toetst de beroepscommissie de bestreden beslissing op basis van de huidige stand van zaken (ex nunc). Het komt de beroepscommissie niet onredelijk voor dat een terugplaatsing van klager in de PI Middelburg, in verband met het bewaren van de orde, rust en veiligheid in de inrichting, zeer onwenselijk wordt geacht. Dit weegt naar het oordeel van de beroepscommissie dusdanig zwaar dat de bestreden beslissing reeds hierom niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt (zij het op andere gronden). Hierdoor behoeven de beroepsgronden, die geen betrekking hebben op de informatie vanuit de PI Middelburg, geen verdere bespreking. De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
 

Deze uitspraak is op 18 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven