Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32380/GB, 24 mei 2023, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/32380/GB

    

Betreft [klager]

Datum 24 mei 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle.

 

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 21 februari 2023 afgewezen.

 

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. S.N.M. Lousberg en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft binding met Zwolle. Zijn familie en vrienden, die klager met naam en adres heeft genoemd, zijn van plan vaker op bezoek te komen dan dat hen nu lukt als gevolg van de reistijd. De relatie met klagers partner is kort en vriendschappelijk. Klager wil zich in Zwolle inschrijven en zich daar na zijn detentie vestigen. Dat heeft hij meerdere keren te kennen gegeven. Verweerder heeft klagers belang bij regelmatig en veel bezoek onvoldoende onderkend, temeer nu de einddatum van zijn detentie nadert.

 

Geen enkele instantie heeft negatief geadviseerd over klagers verzoek. Het klopt dat klager op zijn eigen verzoek is overgeplaatst naar de locatie Norgerhaven te Esserheem, maar dat is alweer anderhalf jaar geleden. In de tussentijd kunnen de omstandigheden veranderen. Klager voelt zich onprettig en onveilig in de locatie Norgerhaven. Hij heeft het gevoel dat het personeel hem treitert en onheus bejegent. Klager voelt zich niet serieus genomen.

 

Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom klager niet naar de PI Zwolle kan worden overgeplaatst. Verwezen wordt naar RSJ 21 maart 2017, 17/0232/GB.

 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van verweerder

Uit het selectieadvies volgt dat klager zich na zijn detentie bij zijn vriendin zal vestigen. Haar adres ligt in het arrondissement Noord-Nederland. Er zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan klager zou moeten worden overgeplaatst.

 

3. De beoordeling

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang.

 

Arrondissement van vestiging

Op klagers registratiekaart staat geen vestigingsadres vermeld. Klager stelt dat hij zich na zijn detentie in Zwolle wil vestigen, maar in het selectieadvies staat onder “Basisvoorwaarden + sociaal netwerk” dat klager voor huisvesting bij zijn vriendin terecht kan. Dat lijkt afkomstig uit klagers detentie- & re-integratieplan (D&R-plan). Daarbij ontvangt klager regelmatig bezoek van zijn partner en heeft hij – zij het anderhalf jaar geleden – zelf verzocht om overplaatsing naar de locatie Norgerhaven, zodat hij dichter bij zijn vriendin zou verblijven.

 

Weliswaar ziet de vrijhedencommissie “geen reden om negatief te adviseren”, maar het is aan klager om – bijvoorbeeld – zijn voornemen vast te laten leggen in zijn D&R-plan en/of zich in te schrijven bij de gemeente Zwolle. Dat heeft hij kennelijk (nog) niet gedaan.

 

Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat verweerder het arrondissement Noord-Nederland als klagers vestigingsadres beschouwt. Klager heeft dan ook verzocht om een overplaatsing uit het arrondissement van vestiging. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet in zo’n geval sprake zijn van bijzondere omstandigheden om te kunnen oordelen dat verweerder klager (alsnog) zou moeten overplaatsen.

 

Geen bijzondere omstandigheden

Het is niet aannemelijk geworden dat sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden. Klager heeft de bezoekproblemen alleen toegelicht door het benoemen van de reisafstand voor zijn familie en vrienden. Daarmee is echter nog niet duidelijk geworden waarom het voor hen op dit moment te lastig is om klager te bezoeken. Klagers partner en (in mindere mate) zijn broer kunnen hem wel bezoeken, zodat klager niet verstoken is van bezoek. De gestelde problemen tussen klager en het personeel zijn niet geconcretiseerd en vinden ook geen steun in het dossier.

 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 24 mei 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, F. van Dekken en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven