Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34345/SJA, 20 juni 2023, schorsing
Uitspraakdatum:20-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/34345/SJA

               

Betreft [verzoeker]

Datum 20 juni 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker], geboren op [geboortedatum] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse (hierna: de directeur) heeft op 6 juni 2023 beslist om verzoekers deelname aan gemeenschappelijke activiteiten te beperken van 6 juni 2023 tot en met 20 juni 2023 (een aangepast programma).

 

Verzoekers raadsvrouw, mr. T.T.H.M. Bruers, vraagt namens verzoeker, zo begrijpt de voorzitter, om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (Hb-2023-138).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen.

 

Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

 

Op grond van artikel 23, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) kan de directeur de jeugdige gedurende ten hoogste een week beperken in de deelname aan gemeenschappelijke activiteiten, indien dit noodzakelijk is in het belang van:

a.  zijn geestelijke of lichamelijke ontwikkeling;

b.  de uitvoering van het hem betreffende perspectiefplan.

 

Op grond van het vierde lid kan de directeur deze beperking telkens met ten hoogste een week verlengen, indien hij na overleg met een gedragsdeskundige tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak hiertoe nog bestaat.

 

De voorzitter constateert dat de beslissing van de directeur in strijd is met de wet. Volgens artikel 23, vierde lid, van de Bjj kan het aangepaste programma namelijk voor maximaal een week worden verlengd, terwijl de directeur het aan verzoeker opgelegde aangepaste programma heeft verlengd voor de duur van twee weken.

 

Reeds hierom zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 20 juni 2023 gegeven door mr. M. Iedema, voorzitter, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven