Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30749/GB, 12 mei 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/30749/GB

    

Betreft [Klager]

Datum 12 mei 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn.

 

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 29 november 2022 afgewezen.

 

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil graag op de AIT van de PI Alphen verblijven met het oog op de reisafstand die zijn netwerk moet afleggen. Voor klagers partner en dochter scheelt het twee uur in reistijd per bezoek als klager in de PI Alphen zou verblijven. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft geen bezwaar tegen klagers verzoek.

 

De veronderstelling van verweerder dat er een medeverdachte op de AIT in de PI Alphen zou verblijven, is onjuist. In de strafzaak waarvoor klager voorlopig is gehecht, is geen medeverdachte in beeld. Verder zijn de personen die worden genoemd het rapport van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) niet gedetineerd in de PI Alphen. Het is voor klager dan ook een raadsel welke gedetineerde in de PI Alphen verblijft met wie hij niet samen op de AIT zou kunnen verblijven.

 

Standpunt van verweerder

Uit navraag blijkt dat er wel degelijk sprake is van een gedetineerde die op de AIT van de PI Alphen verblijft met wie klager niet samen kan worden geplaatst. Verweerder kan geen mededeling doen over de betreffende gedetineerde.

 

Voor het overige wordt verwezen naar de inhoud van de bestreden beslissing.

 

3. De beoordeling

Klager verblijft op dit moment in het HVB (op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT)) van de PI Krimpen aan den IJssel. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het HVB (meer specifiek op de AIT) van de PI Alphen, zodat hij dichter bij de woonplaats van zijn partner en dochter is gedetineerd en hij de band met zijn dochter beter en sneller kan herstellen en onderhouden.

 

Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst.

 

Klager wordt vervolgd in het arrondissement Amsterdam (en thans overigens ook voor een ander feit in het arrondissement Zeeland-West-Brabant). De PI Krimpen aan den IJssel en de PI Alphen liggen geen van beide in dit arrondissement. Artikel 24, eerste lid, van de Regeling speelt in deze zaak daarom geen rol van betekenis. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet een gedetineerde in dat geval een goede reden hebben om te kunnen oordelen dat verweerder hem (alsnog) moet overplaatsen.

 

Uit het selectieadvies blijkt dat het GRIP ten aanzien van klagers verzoek een negatief advies heeft uitgebracht in verband met een op de AIT in de PI Alphen verblijvende gedetineerde. Om die reden hebben ook de vrijhedencommissie en het multidisciplinair overleg van de PI Krimpen aan den IJssel negatief geadviseerd. Hoewel de beroepscommissie in de stukken geen advies van het OM heeft aangetroffen, heeft het OM volgens verweerder te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen een overplaatsing van klager naar een inrichting dichter bij Amsterdam, maar wel tegen een overplaatsing van klager naar de PI Alphen. Het komt de beroepscommissie tegen deze achtergrond niet onredelijk voor dat een overplaatsing van klager naar de PI Alphen onwenselijk wordt geacht. Daarbij neemt zij in aanmerking dat gedetineerden op de AIT in de PI Alphen in één groep verblijven en – anders dan op de AIT in de PI Krimpen aan den IJssel – niet van elkaar kunnen worden gescheiden. Dat volgt uit een overgelegd schrijven van de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel van 29 november 2022.

 

De bestreden beslissing kan reeds vanwege het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 12 mei 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven