Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32879/SGA, 3 april 2023, schorsing
Uitspraakdatum:03-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32879/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    3 april 2023


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de insluiting in zijn cel op vrijdag(middag) omdat hij ‘niet werker’ is, terwijl ‘wel werkers’ worden uitgesloten.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de Penitentiaire Inrichting Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk AR 2023/301).

 

2. De ontvankelijkheid
Verzoeker voert aan dat zijn afdeling op vrijdag geen arbeid aangeboden krijgt vanwege een personeelstekort. Verzoeker heeft om privéredenen afgetekend voor de arbeid. Nu doet zich de situatie voor dat mensen die ‘niet werker’ zijn de gehele vrijdagmiddag tijdens het ‘arbeidsblok’ ingesloten zijn, terwijl ‘wel werkers’ uitgesloten zijn. Er wordt geen vervangende activiteit en arbeid aangeboden, waardoor het niet acceptabel is dat verzoeker wordt ingesloten op vrijdag. 

De voorzitter overweegt als volgt.
Op grond van onderdeel 3.2 Arbeid van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen wordt de gedetineerde die niet naar de arbeid wenst te gaan, gedurende het arbeidsblok ingesloten. Verzoeker heeft aangegeven om privéredenen te hebben afgetekend voor de arbeid. 

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan verzoekers insluiting op vrijdag(middag) niet worden aangemerkt als een hem betreffende beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet, maar betreft dit een voor alle gedetineerden geldende algemene regel waartegen geen beklag openstaat. In beginsel kan verzoeker daarom niet worden ontvangen in zijn verzoek. Dit zou slechts anders zijn als deze algemene regel in strijd zou zijn met hogere wet- en regelgeving. Daarvan is – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet gebleken. Nu tegen de algemene regel geen beklag openstaat, kan daarvan ook niet om schorsing worden verzocht. Verzoeker kan daarom niet worden ontvangen in zijn verzoek.

 

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.


Deze uitspraak is op 3 april 2023 gedaan door mr. M.J. Vos, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven