Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30976/GB, 3 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:03-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/30976/GB    

Betreft [klager]

Datum 3 april 2023
 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 9 november 2022 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Roermond.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 7 december 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. T.S. van der Horst en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

De beroepscommissie is ambtshalve bekend met het bezwaarschrift dat is gevoegd bij de stukken van het beroep met het kenmerk 23/31394/GB. In het bezwaarschrift zijn er geen bezwaren geuit tegen de plaatsing uit de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard, alleen tegen de overplaatsing naar de locatie Roermond. Ondanks dat klager in beroep wel ingaat op de redenen van de uitplaatsing, concludeert hij dat hij wil worden overgeplaatst naar de PI Nieuwegein of de PI Almelo. Het is in beroep dus slechts aan de orde naar welke inrichting klager moet of had moeten worden overgeplaatst. De beroepscommissie zal de standpunten over de redenen van de uitplaatsing daarom niet opnemen en zal hier ook niet op ingaan in de beoordeling.

Standpunt van klager

Klager had overgeplaatst willen worden naar de PI Nieuwegein of naar de PI Almelo. Het is vaste rechtspraak van de beroepscommissie dat de bezwaarfase bij uitstek de gelegenheid biedt om de precieze plaatsing te heroverwegen, in het bijzonder in gevallen waarbij ten tijde van de initiële beslissing haast was geboden (bijvoorbeeld RSJ 11 september 2020, R 20/6297/GB). Nu voor de oorspronkelijke selectiebeslissing de beschikbare celcapaciteit (mede) redengevend was, moet klager in de bezwaarfase om herselectie kunnen verzoeken. Verweerder had klagers verzoek om herselectie in het bezwaarschrift serieus moeten beoordelen en onderzoeken. Er is niet gebleken dat verweerder dat heeft gedaan. De beslissing is dus onvoldoende gemotiveerd.

Klager wil worden overgeplaatst naar de PI Nieuwegein, omdat die PI vooruitstrevend is op het gebied van hulpverlening en ondersteuning voor het afkicken en afbouwen van het gebruik van verslavende medicatie. Daarnaast is die inrichting gunstig gelegen voor zijn beoogde bezoekers en kan hij daar dus actief werken aan (het herstel van) zijn sociale contacten.

Verweerders opmerking dat in iedere inrichting dezelfde re-integratiemogelijkheden en begeleiding worden aangeboden, mist feitelijke grondslag. In de praktijk onderscheiden inrichtingen zich van elkaar in bijzonderheden en specialisme, al is het maar vanwege de opleidingen die worden aangeboden. Niet alle inrichtingen bieden dezelfde medische zorg, (medische) begeleiding en re-integratiemogelijkheden. De PI Nieuwegein heeft de slogan (en ambitie om te zijn) ‘hét huis van re-integratie en herstel’ en staat bekend om de uitgebreide kansen en mogelijkheden om te breken met middelenmisbruik en middelenafhankelijkheid. In de locatie Roermond kan klager niet van de oxazepam afkomen. Klager heeft deze medicatie voor prikkels en de inrichting vindt dit niet de juiste setting om af te bouwen. De directie legt besluiten van de psycholoog naast zich neer en doet er niets mee. Het personeel en de directie zijn niet integer.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder

Klager is conform artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) geplaatst in een gevangenis in het arrondissement van vestiging.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in de gevangenis van de PI Sittard. Op 9 november 2022 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Roermond, omdat er contrabande is aantroffen op zijn cel en hij een personeelslid heeft bedreigd. Klager wil worden overgeplaatst naar de PI Nieuwegein (of naar de PI Almelo), vanwege de mogelijkheden daar om te kunnen stoppen met het gebruik van verslavende medicatie en om bezoek te kunnen ontvangen van zijn oma uit Rotterdam en zijn zus uit Amsterdam.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang.

Van klager is geen vestigingsadres bekend. Artikel 25, zevende lid, van de Regeling speelt in deze zaak daarom geen rol van betekenis.

Verweerder heeft in de bestreden beslissing overwogen dat klager met de bezwaarprocedure niet kan bewerkstelligen dat hij naar de PI Nieuwegein wordt overgeplaatst. Daarvoor zou hij een overplaatsingsverzoek moeten indienen. Ten overvloede merkt verweerder op dat elke inrichting toegang heeft tot dezelfde re-integratiemogelijkheden en begeleiding, dus klagers stelling dat hij alleen in de PI Nieuwegein kan afkicken mist feitelijke grondslag.

Volgens klager is hij in het verleden in de PI Nieuwegein onder begeleiding gestopt met het gebruik van oxazepam. Hij gebruikt wederom oxazepam, maar de locatie Roermond heeft aangegeven geen traject aan te bieden waarin het gebruik gedurende de detentieperiode wordt verminderd en beëindigd.

De beroepscommissie stelt voorop dat de bezwaarfase bij uitstek gelegenheid biedt om klagers plaatsing te heroverwegen, nadat met haast moest worden beslist om hem uit de PI Sittard te plaatsen.

Op grond van de Penitentiaire beginselenwet is het in elke inrichting mogelijk om deel te nemen aan re-integratieactiviteiten. Dat klager hiertoe ruimere mogelijkheden wil krijgen, is begrijpelijk, maar vormt geen selectiecriterium. Voor zover klager heeft aangevoerd dat in de locatie Roermond geen adequate (medische) zorg, met betrekking tot het kunnen afbouwen van zijn medicatie, wordt geleverd, overweegt de beroepscommissie dat tegen het handelen van de medische dienst de medische beklagprocedure openstaat. Dergelijke omstandigheden vormen in beginsel echter eveneens geen selectiecriterium.

Klager heeft de bezoekproblemen van zijn oma en zus in het geheel niet toegelicht of onderbouwd. Daardoor is het onduidelijk waarom het voor hen op dit moment te lastig is om hem te bezoeken en hem in een andere inrichting wel zouden kunnen bezoeken. Klager is volgens het selectieadvies in elk geval niet verstoken van bezoek.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 3 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven