Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23326/GA, 23 juni 2023, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/23326/GA

               

Betreft [Klager]

Datum 23 juni 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de weigering zijn Xbox in te voeren.

 

De beklagcommissie bij de PI Lelystad heeft op 15 september 2021 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €25,- (PL2020/1010). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

De Xbox van klager is geweigerd conform het beleid dat geldt in de inrichting. Dit beleid houdt onder meer in dat een aantal spelcomputers, waaronder de Xbox 360, niet is toegestaan in de inrichting, ook niet met treffende maatregelen als het onklaar maken van de Wifi/ethernet, opname- en zendmogelijkheden. Hier ligt een veiligheidsaspect aan ten grondslag.

 

De beklagcommissie is van oordeel dat de directeur onvoldoende heeft gemotiveerd op welke wijze er eenvoudig een internetverbinding tot stand kan worden gebracht. De directeur is van mening dat dit niet nader gemotiveerd behoeft te worden. De specifieke informatie over de wijze waarop hiermee een internetverbinding tot stand kan worden gebracht, kan vanuit veiligheidsoverwegingen niet gedeeld worden. Als gedetineerden kennis krijgen van deze informatie, zou deze informatie immers kunnen worden misbruikt en kan hiermee de veiligheid in de inrichting in gevaar komen. Gelet hierop heeft de directeur de Xbox van klager op goede gronden kunnen weigeren en stelt de directeur zich op het standpunt dat deze weigering ook afdoende is gemotiveerd.

 

Tijdens de zitting op 3 juni 2021 is door de directeur het voorstel gedaan om de Xbox van klager te laten testen. Achteraf gezien had dit voorstel niet gedaan moeten worden, omdat de Xbox 360 inmiddels sowieso niet is toegestaan in de inrichting, ook niet met treffende maatregelen. Ter zitting had de directeur aan het initiële standpunt moeten vasthouden dat de Xbox niet is toegestaan op grond van het geldende beleid. Door dit niet te doen en met het voorstel te komen om de Xbox van klager te laten testen, zijn ten onrechte verwachtingen bij klager gewekt die achteraf gezien niet konden worden waargemaakt. Hiervoor biedt de directeur zijn excuses aan.

 

Per 1 januari 2022 is in de huisregels van de PI Lelystad (hierna: de huisregels) in paragraaf 4.5.1. opgenomen dat de Xbox 360 niet is toegestaan in de inrichting. Dit beleid gold al vóór 1 januari 2022, maar was nog niet opgenomen in de huisregels. Het proces van het actualiseren van de huisregels heeft langer geduurd dan gebruikelijk vanwege alle wijzigingen die moesten worden doorgevoerd na de invoering van de Wet straffen en beschermen.

 

Standpunt van klager

De huisregels zijn pas op 1 januari 2022 aangepast, waardoor het voor klager was toegestaan een Xbox in te voeren. De klacht dateert immers van ver voor 1 januari 2022. Klager zit inmiddels in de PI Veenhuizen, locatie Esserheem, waar hij zijn Xbox 360 – zonder problemen over een verbinding met het internet en dergelijke – heeft ingevoerd en op zijn cel heeft.

 

3. De beoordeling

Uit artikel 45, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) volgt dat in de huisregels kan worden bepaald dat het bezit van bepaalde soorten voorwerpen binnen de inrichting of een bepaalde afdeling daarvan verboden is indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, dan wel de beperking van de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen.

 

In artikel 5, eerste lid, van de Pbw staat dat de directeur, in aanvulling op de bij of krachtens deze wet gegeven regels en met inachtneming van het dienaangaande door Onze Minister vast te stellen model en door deze te geven aanwijzingen, huisregels voor de inrichting of afdeling vaststelt.

 

Onderdeel 4.5.1. van de – ten tijde van de klacht geldende – huisregels luidde, voor zover van belang, als volgt:

 

“4.5.1 Voorwerpen in de inrichting

 

(…) De directeur bepaalt welke persoonlijke voorwerpen u in uw verblijfsruimte mag houden. Het is verboden om de volgende voorwerpen in de inrichting in bezit te hebben: (…)

 

Informatiedragers:       elk medium dat wordt gebruikt om informatie op vast te leggen en eventueel te transporteren zoals:

                                    – datarecorder

Communicatiemiddelen:          een apparaat dat communicatie vergemakkelijkt of onder omstandigheden communicatie mogelijk maakt zoals:

                                    – ander communicatiemiddel (bv. als horloge)

                                    – dongel

Overige voorwerpen:   voorwerpen waarvan de directeur in hetzij de huisregels hetzij in een afzonderlijk besluit aan een gedetineerde heeft bepaald dat deze in zijn inrichting of op zijn afdeling verboden zijn.

 

(…) De directeur kan op grond van het belang van de handhaving van de orde of de (brand)veiligheid in de inrichting, dan wel de beperking van zijn aansprakelijkheid voor de voorwerpen, bepalen dat u eerder toegestane voorwerpen niet (langer)in uw verblijfsruimte mag houden”.

 

Hoewel in de ten tijde van de weigeringsbeslissing geldende huisregels niet expliciet is opgenomen dat het invoeren van een Xbox 360 niet is toegestaan in de inrichting, kwam de directeur de discretionaire bevoegdheid toe bepaalde voorwerpen te weigeren in verband met de orde of de veiligheid in de inrichting. Naar het oordeel van de beroepscommissie is, mede gelet op de motivering van de directeur in beroep, voldoende aannemelijk geworden dat de orde of de veiligheid in de inrichting in het geding had kunnen komen als de invoer van klagers Xbox 360 was toegestaan.

 

Dat niet is vastgesteld dat klager over de in beklag genoemde speciale adapter beschikte of dat de Firma Strijbosch klagers Xbox 360 eerder – toen klager in de PI Almelo verbleef – heeft verzegeld waarna de Xbox 360 in die inrichting wel mocht worden ingevoerd, doet daar niet aan af. Door de directeur is voldoende gemotiveerd waarom de Xbox een potentiële ingang tot het internet biedt. Klager kan geen rechten ontlenen aan het feit dat hij zijn Xbox 360 in andere PI’s wel heeft mogen invoeren.

 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De grondslag voor de aan klager in beklag toegekende tegemoetkoming komt daarmee te vervallen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 23 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven