Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22293/GA, 28 maart 2023, beroep
Uitspraakdatum:28-03-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Nummer    21/22293/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    28 maart 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur)

1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de inbeslagname van zijn radio.

De beklagrechter bij de locatie Roermond heeft op 9 juli 2021 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €30,- (R-2021-181). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
De radio die klager in zijn bezit had, behoorde toe aan een medegedetineerde die inmiddels met ontslag is. De radio stond dan ook niet op naam van klager. Volgens artikel 4.5.1. van de huisregels van de locatie Roermond is het verboden om persoonlijke eigendommen over te dragen aan medegedetineerden, dit mag ook niet bij ontslag. Voorwerpen die niet op de persoonlijke registratiekaart staan, worden volgens de huisregels in beslag genomen. De radio die klager aan een medegedetineerde wilde overdragen en die niet op de registratiekaart van klager stond, is dan ook in beslag genomen.
Dat klager destijds €30,- voor de radio heeft betaald aan een medegedetineerde van wie hij de radio had overgenomen, valt niet door de directie te verifiëren. Handel in goederen is niet toegestaan. In een Penitentiaire Inrichting (PI) gelden specifieke regels voor het in- en uitvoeren van goederen en de registratie van toegestane goederen die gedetineerden onder hun berusting hebben. In het kader van de orde, rust en veiligheid is het belangrijk dat de directeur goederen kan controleren, registreren en goederen in beslag kan nemen, zeker wanneer gedetineerden niet de eigen verantwoordelijkheid nemen zich aan algemene voor iedereen geldende regels te houden.
Dat klager langer dan een jaar geleden naar een bewaarder van de binnenkomst afdeling delinquenten (BAD-afdeling) zou zijn gegaan om de radio over te schrijven op zijn naam is niet aangetoond door klager en werd na aanvullend onderzoek ook niet bevestigd door medewerkers van de BAD-afdeling.
Klager is op 30 juni 2021 overgeplaatst naar de PI Vught. Toen had klager wederom een radio onder zijn berusting die niet op zijn persoonlijke registratiekaart stond genoteerd en conform de invoerprocedure was ingevoerd. Ook deze radio is in beslag genomen.
De directeur betwist dat er na de beklagzitting onvoldoende navraag zou zijn gedaan. De radio is niet vernietigd. Volgens de BAD-afdeling heeft de oorspronkelijke eigenaar de radio nooit uitgevoerd met een uitvoerbriefje. Klager heeft de betreffende radio nooit ingevoerd met een invoerbriefje en de radio is nooit op naam van klager naar de firma Strijbosch gegaan voor verzegeling. Klager heeft binnen de locatie Roermond nooit betaald voor verzegeling van een radio, noch stond er een radio geregistreerd op zijn registratiekaart.
De directeur acht het niet onredelijk of onbillijk dat de radio die klager in zijn bezit had en niet op zijn naam stond geregistreerd in beslag is genomen en verwijst naar een eerdere uitspraak van de beroepscommissie, RSJ 22 december 2014, 14/3214/GA.

Standpunt van klager
Klager heeft in beroep zijn standpunt niet nader toegelicht. 

3. De beoordeling
In artikel 4.5.1 van de Huisregels van de PI Roermond is – voor zover hier van belang – bepaald dat het overdragen/overschrijven van persoonlijke eigendommen niet is toegestaan, ook niet bij ontslag. Voorwerpen en apparatuur die niet op de persoonlijke registratiekaart staan vermeld, worden in beslag genomen. 
Verder is in voormeld artikel van de huisregels opgenomen dat in- en uitvoer van goederen is toegestaan nadat daarvoor toestemming door de foerier/badmeester is verleend. Gedetineerden kunnen deze toestemming vragen door het invullen van een op de afdeling aanwezige in- of uitvoerbriefje. 

Gelet op de in beroep door de directeur gegeven aanvullende reactie van de BAD-afdeling stelt  de beroepscommissie vast dat klager de radio een jaar lang in zijn bezit heeft gehad zonder hiervoor de juiste procedure te hebben doorlopen. De betreffende radio is immers niet op klagers persoonlijke registratiekaart vermeld, noch is voor de radio volgens medewerkers van de BAD-afdeling een aanvraag voor in- of uitvoer ingediend. 
Klagers stelling dat hij destijds een medewerker van de BAD-afdeling heeft gevraagd om de radio op zijn naam te zetten wat door de betreffende medewerker aan hem is toegezegd te zullen doen, is in beroep niet aannemelijk geworden. Hetzelfde geldt voor de door klager gestelde administratieve fout. Aan de omstandigheid dat klager CD’s heeft mogen invoeren, heeft hij niet het gerechtvaardigd vertrouwen mogen ontlenen dat tevens toestemming voor de radio zou zijn verleend. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur om de radio in beslag te nemen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is op 28 maart 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. D. van der Sluis en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven