Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28483/GA, 10 mei 2023, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/28483/GA

               

Betreft [Klager]

Datum 10 mei 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen het zonder grondslag voortzetten van de maatregelen die hem zijn opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen) in de periode 8 juni 2022 tot en met 20 juni 2022.

 

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 4 juli 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (IJ-2022-915). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De GVM-status wordt opgelegd voor zes maanden. Ingevolge artikel 88 van het Wetboek van Strafvordering is zes maanden een periode van 180 dagen. Deze 180 dagen zijn daarom afgelopen op 8 juni 2022. De grondslag voor de GVM-toezichtmaatregelen verliep aldus ook op 8 juni 2022. De voortzetting van de GVM-toezichtmaatregelen is onrechtmatig vanaf 8 juni 2022 tot aan het nieuwe GVM-overleg waar de status opnieuw is opgelegd voor de duur van zes maanden. Verzocht wordt het beklag gegrond te verklaren en een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

De directeur sluit zich aan bij de uitspraak van de beklagrechter.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klager in beklag

De beroepscommissie begrijpt dat klagers beklag is gericht tegen het voortduren van de aan hem opgelegde GVM-maatregelen in de periode van 8 juni 2022 tot en met 20 juni 2022, zonder dat daar volgens klager een grondslag voor is. Klager heeft hiertegen op 11 juni 2022 beklag ingesteld. Gelet daarop is klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag. Zij zal het beklag om proceseconomische redenen direct zelf inhoudelijk behandelen.

 

Inhoudelijke beoordeling

Het is de beroepscommissie ambtshalve bekend dat aan klager GVM-maatregelen zijn opgelegd op 20 december 2021 (zie RSJ 29 december 2021, 21/24884/SGA). De beroeps-commissie stelt op grond van de GVM-beschikking vast dat de GVM-maatregelen zijn ingegaan op 20 december 2021 en eindigen op 20 juni 2022.

 

Uit de Circulaire Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico (kenmerk 3399954) (hierna: de Circulaire) volgt dat er na een half jaar een periodieke bespreking plaatsvindt in het Operationeel Overleg van de gedetineerde aan wie een risicoprofiel is toegekend in het kader van een herbeoordeling. Uit de Circulaire volgt niet – zoals klager stelt – dat de GVM-status (de beroepscommissie begrijpt: risicoprofiel) slechts voor zes maanden kan worden toegekend of dat het risicoprofiel precies zes maanden na de toekenning vervalt. De grondslag voor de door de directeur aan klager opgelegde GVM-maatregelen is dan ook niet op 8 juni 2022 vervallen.

 

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 10 mei 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. M. Iedema, leden, bijgestaan door Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven