Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28587/TA, 30 december 2022, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

Nummer          22/28587/TA  

           

Betreft [klager]

Datum 30 december 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 7 december 2021 tot intrekking van het transmuraal verlof.

De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray heeft op 15 juli 2022 het beklag ongegrond verklaard (RV2021/000475). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.R. Ytsma, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en […], stafjurist bij de instelling, gehoord op de zitting van 23 november 2022 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

Mevrouw S.L. van Woerden, lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De beklagcommissie is niet ingegaan op klagers argumenten, maar heeft zich voornamelijk laten leiden door de stellingen van de instelling. Klager kan die stellingen van de instelling geheel weerleggen. Er was wel sprake van contact en samenwerking. Elk verlof moest klager met de instelling voorbespreken. Daarnaast had hij elke week een gesprek met zijn vaste begeleider. Er hebben zich geen incidenten of woordenwisselingen voorgedaan. Alles verliep prima in een goede sfeer en hem is nimmer gezegd dat de samenwerking niet goed was. Klager vertelde wel degelijk wat er in hem omging. Hij maakte alleen niet veel mee omdat hij geen netwerkverlof had en alleen mocht winkelen of fietsen. Klager heeft controle op indicatie nooit geweigerd. Klager regelde zijn bankzaken via zijn ouders. Toen hij naar binnen werd gehaald door de instelling kon hij de bij zijn ouders staande pc niet meenemen en dus geen inzage geven. Klager heeft zijn vader verzocht klagers OV-kaart en fitness abonnement op te zeggen. Klager heeft de €1000,- die hij niet op zijn bankrekening mocht hebben van zijn bankrekening gehaald om op een nieuwe rekening of de rekening van de instelling te kunnen zetten. De instelling wist daarvan en heeft daar gewoon inzage in.

Klager zou fietsend gezien zijn in een dorp door een medewerker, maar die medewerker was er niet van op de hoogte dat klager een fiets gebruikte om na zijn werk in een museum in Tegelen naar de trein te gaan. Klager gebruikte de fiets omdat hij nooit eerder dan na sluiting van het museum om 17.00 uur mocht vertrekken en daardoor de bus van 17.04 uur nooit kon halen.

Men zegt dat klager niet invoelbaar en onvoorspelbaar is, maar klager heeft nooit iets onvoorspelbaars gedaan. De instelling geeft ook geen voorbeelden van klagers vermeende onvoorspelbaarheid. Klager heeft alles in overleg gedaan, ook het zoeken naar werk. Klager heeft met de TLW-medewerker, die over werk buiten de instelling gaat, besproken dat klager zelf werk zou zoeken via een uitzendbureau. Klager heeft verlof gekregen voor het voeren van een sollicitatiegesprek bij een fabriek en is daarna daar aangenomen. Hoe kan de instelling dan zeggen dat men van niets wist.

Klager had wekelijks contact met de reclassering die een aanvraag om advies over aan klager te verlenen proefverlof had ontvangen. Die aanvraag is door de instelling ingetrokken. De reclassering heeft dus niet op eigen beslissing de aanvraag teruggegeven.

Verder is het betoog van de instelling tegenstrijdig door aanvankelijk te zeggen dat klager 4 simkaarten had en later dat er geen 4 waren. Klager had geen 4 simkaarten. Klager zou verder risicofactoren ontkennen, maar klager heeft die zelf met de instelling opgesteld om te kunnen werken met een terugvalpreventieplan.

Het kan niet kloppen dat klager op 3 november 2021 in een dorp zou zijn gezien, waar hij niet had mogen zijn. Dat zou ergens in augustus of september 2021 moeten zijn geweest en zoals gezegd ging het toen om het fietsen van zijn werk naar het treinstation. Men kan navragen bij het museum dat klager tot 17.00 uur heeft gewerkt en dus niet in een ander dorp kan zijn geweest. Een andere keer zou men hem op een terrasje hebben zien zitten, maar toen bleek dat om een ander persoon te gaan.

Dankzij inzet van klagers voormalige behandelaar S. en haar team was voor klager een resocialisatietraject tot stand gekomen, dat door de nieuwe behandelaar B. en zijn team mede door een andere diagnose onnodig is verstoord. In het kader van de procedure betreffende verlenging van klagers tbs heeft de rechtbank in navolging van de rapporterende gedragsdeskundigen Van der L. en D. de door S. gestelde diagnose overgenomen. Bij de Penkamer heeft de instelling de stellingen naar voren gebracht dat klager niet open zou zijn enzovoorts. De Penkamer heeft de instelling opgedragen resocialisatiemogelijkheden te onderzoeken in overleg met genoemde gedragsdeskundigen Van der L. en D., die verdere behandeling niet zinvol achten en pleiten voor een geleidelijke resocialisatie van klager. De uitspraak van de Penkamer is echter volledig genegeerd door de instelling. Een maand later is het transmuraal verlof zonder pardon ingetrokken, zonder nog in overleg te treden met de gedragsdeskundigen Van der L. en D. over de verdere invulling van de tbs-maatregel.

Het overleg met gedragsdeskundige D. die (mede)directeur van Radix is, had blijkens contact van klagers raadsman met klagers behandelcoördinator geen betrekking op het weer in gang zetten van klagers resocialisatietraject.

In maart 2022 heeft een zorgconferentie plaatsgevonden. Inmiddels ligt een aanvraag voor transmuraal verlof voor klager bij de transmurale voorziening Sterreschans van de Oostvaarderskliniek voor advisering bij het AVt.

Nu klagers transmurale verlof al een jaar ten onrechte stilligt, dient het beroep gegrond te worden verklaard en klager een passende tegemoetkoming te worden toegekend. 

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

De beslissing van de Penkamer is wel relevant, maar ligt niet ten grondslag aan de intrekkingsbeslissing. De intrekkingsbeslissing is niet overhaast genomen. In lijn met het oordeel van de Penkamer had vóór de intrekkingsbeslissing in de maand november wel overleg plaatsgevonden met de gedragskundige D. om te bezien of klager in het kader van transmuraal verlof in FPA Radix kon worden opgenomen, maar Radix zag geen plaatsingsmogelijkheid voor klager.

Klager heeft de verlofvoorwaarden geschonden. Hij is op de dag van verlengingszitting, op 3 november 2021, gezien in het dorp Oostrum in plaats van het dorp waar hij had moeten zijn. Klager had toen geen verlof. Er was sprake van een gebrekkige samenwerking en openheid, en van een onhoudbare situatie. In de periode tussen het gesprek met de heer D. en de intrekkingsbeslissing was sprake van een opeenstapeling van meerdere factoren waardoor de veiligheidsrisico’s te groot werden geacht. 

 

3. De beoordeling

Een beslissing tot intrekking van transmuraal verlof is op zich een ingrijpende beslissing.

De beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat de motivering van de intrekking van klagers transmurale verlof in de schriftelijke mededeling van 7 december 2021 niet voldoende concreet is.

Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat de nadere motivering die de instelling ter zitting van de beklagcommissie heeft gegeven nog steeds onvoldoende concreet is, nu deze voornamelijk uit algemene informatie bestaat. Ter zitting van de beroepscommissie is de informatie van de instelling niet concreter geworden. Onduidelijk is gebleven wat er nu op welke data precies is gebeurd en in hoeverre de optelsom daarvan intrekking van klagers transmurale verlof uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk heeft gemaakt. Er is in beklag en beroep geen verlofplan en rapportage ter onderbouwing van het gestelde gedrag van klager en de gestelde overtreding van verlofvoorwaarden ingebracht. Evenmin is mondeling concreet ingegaan op de door klager op beide zittingen gegeven verklaringen.

Onder deze omstandigheden kan de beroepscommissie de door de instelling gestelde noodzaak van de intrekking van klagers transmurale verlof niet in voldoende mate inhoudelijk toetsen. Daarom kan zij niet beoordelen of die beslissing in redelijkheid kon worden genomen.

Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €150,-, nu het beroep gegrond is verklaard in verband met het niet voldoende inhoudelijk kunnen toetsen van die beslissing.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €150,-.

 

Deze uitspraak is op 30 december 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter,
mr. drs. L.C. Mulder en mr. dr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven