Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27956/GA, 12 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          22/27956/GA

              

Betreft [Klager]

Datum 12 april 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft – voor zover in beroep aan de orde - beklag ingesteld tegen de beslissing hem te degraderen naar het basisprogramma.

De beklagcommissie bij het JC Zaanstad heeft op 16 juni 2022 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €45,- (ZS-ZZ-2022-079). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het JC Zaanstad, mevrouw […], juridisch medewerker bij het JC Zaanstad en klager gehoord op de zitting van 6 oktober 2022 in het JC Zaanstad. Mr. […], secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

De beklagcommissie is van oordeel dat de gedragingen van klager niet kunnen worden gekwalificeerd als fysieke agressie zoals omschreven in bijlage 1 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (hierna: de Regeling) en acht het voldoende aannemelijk dat klager, vanuit zelfverdediging, zich heeft afgeweerd toen een medegedetineerde hem wilde slaan met een blikje. Gelet hierop is klager ten onrechte gedegradeerd wegens ontoelaatbaar gedrag.

De directeur kan zich niet vinden in deze uitspraak. Na een woordenwisseling loopt klager, met een tafeltennisbatje nog in zijn hand, achter de betreffende medegedetineerde aan naar zijn cel. De betreffende medegedetineerde heeft inderdaad een klein blikje in zijn hand. Beide gedetineerden hebben dus iets in de hand. Wanneer klager de cel van de betreffende medegedetineerde inloopt, lopen ze op elkaar af. De betreffende medegedetineerde heeft echter zijn armen naar beneden. Hij maakt geen aanstalten om te slaan. Klager geeft hem dan, inderdaad met zijn linkerarm, een flinke duw tegen zijn hals. Daarop maakt de betreffende medegedetineerde pas een slaande beweging waarop klager de deur hard dichtduwt. Vervolgens is er sprake van een korte worsteling en hebben ze elkaar vast. Het personeel haalt hen vervolgens uit elkaar. Dit blijkt ook uit de camerabeelden van het incident.

Daar klager als eerste een forse duw geeft, is er dus geen sprake van het afweren van een klap met een blikje en er is wel degelijk sprake van fysieke agressie. Klagers heeft hiermee niet de-escalerend gehandeld en hij is dan ook terecht gedegradeerd wegens ontoelaatbaar gedrag.

Standpunt van klager

Op 9 september 2021 is klager met een pan kokende olie overgoten door een medegedetineerde. Klager is naar de Intensive Care gebracht vanwege hevige brandwonden. Klagers lichaam is voor 25% beschadigd door verbranding. Klager heeft PTSS aan dit incident overgehouden. Klager verbleef na zijn verblijf in het ziekenhuis op de afdeling Noord-200. Dit is een afdeling waar gedetineerden verblijven die extra zorg nodig hebben. De gedetineerde waar klager woorden mee kreeg is emotioneel niet goed in te schatten. Hij praatte al een paar dagen niet tegen klager en toen klager hem op de trap kruiste botste hij expres, met extra kracht, tegen klagers schouder aan. Terwijl hij weet heeft van klagers verwondingen. Ondanks hevige pijn is klager doorgelopen. Kort daarna kwam de medegedetineerde de recreatieruimte binnenstormen waar klager stond te tafeltennissen. Hij bedreigde klager met de dood. Toen heeft klager hem inderdaad voor ´vieze kanker vrouwenmoordenaar´ uitgemaakt. De medegedetineerde nodigde klager uit om naar zijn cel te komen om het daar uit te spreken. Klager is met hem meegelopen. De medegedetineerde wilde klager slaan met een stalen blikje ananas. Klager heeft hem met zijn zwakke arm geduwd zodat hij geen blik tegen zijn hoofd zou krijgen. Er is dus geen sprake van fysiek geweld maar van zelfverdediging. Klager heeft zich vervolgens uit de situatie onttrokken door de deur van de cel dicht te doen. Echter hield de medegedetineerde, die 135 kilo weegt, de deur tegen. Vervolgens is klager in een worsteling terechtgekomen met de medegedetineerde. Maar klager heeft hier geen klappen bij uitgedeeld. Klager is drie keer Nederlands kampioen boksen geweest dus als hij het gevecht aan had willen gaan met de medegedetineerde dan had hij dat wel gedaan. Hij heeft er juist bewust voor gekozen om dat niet te doen. Klager ging zelfs met een positief gevoel terug naar zijn cel omdat hij zich had ingehouden. Klager is niet de uitdager geweest.

 

3. De beoordeling

Klager is op 20 januari 2022 gedegradeerd omdat hij ontoelaatbaar gedrag zou hebben vertoond door fysiek geweld te gebruiken tegen een medegedetineerde. Klager heeft een medegedetineerde een duw gegeven en heeft vervolgens de celdeur tegen hem aangegooid waarna zij door het personeel uit elkaar moesten worden gehaald.

Artikel 1d, vijfde lid, van de Regeling bepaalt dat er altijd een besluit tot degradatie volgt, indien een gedetineerde ‘ontoelaatbaar’ gedrag, zoals beschreven in bijlage 1 en bijlage 2 van de Regeling, laat zien. Volgens de nota van toelichting gaat het hier om gedragingen die als dermate ingrijpend op de orde en veiligheid binnen een inrichting kunnen worden aangemerkt dat deze op zichzelf beschouwd een degradatie c.q. het uitblijven van een promotie rechtvaardigen zonder daarbij rekening te houden met het structurele gedrag in detentie. Indien een gedetineerde één van deze gedragingen laat zien, is volgens de nota van toelichting een afweging van deze gedraging ten opzichte van het algehele gedrag niet meer noodzakelijk. Een belangenafweging hoeft dan dus niet te worden gemaakt.

Gelet op het dossier en de ter zitting bekeken camerabeelden, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de door klager gegeven duw aan de medegedetineerde strikt genomen niet als zelfverdediging kan worden beschouwd. Deze duw kan echter in dit specifieke geval evenmin als dermate ingrijpend op de orde en veiligheid binnen een inrichting worden aangemerkt dat dit gedrag op zichzelf beschouwd is aan te merken als ontoelaatbaar gedrag en een degradatie rechtvaardigt, zonder daarbij rekening te houden met het structurele gedrag van klager in detentie. De beroepscommissie neemt hierbij onder meer in overweging dat klager vier maanden voor dit incident ernstig is verbrand als gevolg waarvan hij PTSS klachten heeft ontwikkeld. Ook is van belang dat klager een duw heeft gegeven aan een medegedetineerde die met een blikje ananas in zijn hand voor hem stond en dat klager zich na de duw aan de situatie heeft geprobeerd te onttrekken. De daarna ontstane kortstondige confrontatie (bestaande uit wat duw- en trekwerk) waarbij van beide kanten geen klappen zijn uitgedeeld, is naar het oordeel van de beroepscommissie ook niet dermate ernstig (ook niet in samenhang met de eerdere gedragingen) dat dit ontoelaatbaar gedrag oplevert en daarmee een directe degradatie – zonder daartoe een belangenafweging te maken – rechtvaardigt.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie kan zich verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 12 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. E. Dinjens, voorzitter, mr. R. Raat en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door

mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven