Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28098/GA, 12 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          22/28098/GA

           

Betreft [Klager]

Datum 12 april 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij onterecht in een afzonderingscel is geplaatst en daar heeft moeten verblijven.

De beklagcommissie bij de PI Arnhem heeft op 31 mei 2022 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (A-2022-129). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager – middels telefonische bijstand van een tolk in de Turkse taal – en zijn (waarnemend) raadsvrouw mr. M. Uslu, de namens de PI Arnhem verschenen [plv. vestigingsdirecteur], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, [juridisch medewerker], juridisch medewerker en [stagiaire juridische zaken], stagiaire juridische zaken, gehoord op de zitting van 19 oktober 2022 in de PI Lelystad.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Klager heeft op 23 februari 2022 de overplaatsing naar een meerpersoonscel (MPC) geweigerd. Klager gaf aan op eigen verzoek te willen worden overgeplaatst naar een afzonderingscel. Het personeel heeft meerdere malen aan klager gevraagd of hij dit de juiste beslissing vond. Klager is daarna – op eigen verzoek – omstreeks 15.00 uur in de afzonderingscel geplaatst in afwachting van het hoorgesprek met de directie wegens het weigeren van een MPC.

Uit navraag bij de Medische Dienst blijkt dat er geen contra-indicatie was voor plaatsing van klager op een MPC. Klager heeft dezelfde avond tijdens het hoorgesprek in de afzonderingscel laten weten dat hij akkoord ging met een MPC-plaatsing. Omdat het niet mogelijk was om klager in de avond over te plaatsen, vanwege het dagprogramma dat ten einde was gekomen, is klager direct de volgende ochtend overgeplaatst. Hierdoor was het niet meer nodig klager een disciplinaire straf op te leggen en de beschikking onverwijld uit te reiken. Klager heeft alleen de nacht in de afzonderingscel verbleven. Klager heeft duidelijk aan het personeel van de PI Arnhem laten weten dat hij in de afzonderingscel wilde verblijven.

De uitspraak van de beklagcommissie gaat niet over de al dan niet redelijke en billijke plaatsing in de afzonderingscel, maar over de vermeende taalbarrière van klager. Het is niet correct dat er buiten de omvang van het klaagschrift een uitspraak wordt gedaan.

Uit navraag bij het personeel blijkt dat het mogelijk is dat medegedetineerden van klager worden gevraagd om te fungeren als tolk. Daarnaast worden personeelsleden van de PI Arnhem gevraagd om te fungeren als tolk. Ook is klagers casemanager de Turkse taal machtig. Verder wordt er gebruik gemaakt van een vertaalapparaat en van tolkdiensten door de tolkentelefoon te bellen bij inhoudelijk ingewikkelde aangelegenheden. In de praktijk blijkt dat klager gebrekkig, maar wel degelijk kan communiceren met het personeel. Daarnaast heeft klager in het verleden al meerdere rapporten ontvangen van het personeel. Klager heeft over deze rapporten geen klachten ingediend met betrekking tot een taalbarrière. Klager had meermaals de mogelijkheid om aan te geven dat hij niet begreep wat er werd gezegd. De directeur vertrouwt erop dat zijn personeel in deze specifieke situatie de overtuiging had dat klager door de wederzijdse communicatie en de vertaling door een medegedetineerde de inhoud van het rapport heeft moeten begrijpen. Dit maakt de beslissing van de beklagcommissie onbegrijpelijk.

Standpunt van klager

Klager verbleef op een MPC met een gedetineerde, maar nadat er tussen hen onenigheid was ontstaan, zou klager worden overgeplaatst naar een MPC met een andere gedetineerde. Klager had geen bezwaar tegen een plaatsing op een MPC.

Klager is op een afzonderingscel geplaatst zonder tussenkomst van een tolk. Er werd vertaald door medegedetineerden. Later op de dag had klager een gesprek waarin hij de keus kreeg zeven dagen in de afzonderingscel te verblijven of op een MPC geplaatst te worden. Klager heeft toen gekozen voor de plaatsing op een MPC. Klager heeft het gevoel dat hij de mensen om hem heen niet begrijpt en dat zij hem niet begrijpen.

 

3. De beoordeling

Omvang van het beklag en de beklaguitspraak

Naar het oordeel van de beroepscommissie is vanwege de samenhang van de plaatsing in een afzonderingscel met hetgeen daaraan is voorafgegaan, te weten het geven van de opdracht tot overplaatsing van klager naar een MPC – anders dan de directeur heeft aangevoerd – geen sprake van een beoordeling van de beklagcommissie die buiten de omvang van het beklag gaat.

Inhoudelijke beoordeling

Uit de stukken komt naar voren dat klager de plaatsing op een MPC heeft geweigerd. Aan klager is een schriftelijk verslag aangezegd wegens het niet opvolgen van aanwijzingen van het personeel en – volgens de verklaringen van de directeur en klager ter zitting van de beroepscommissie – is klager omstreeks 15:00 uur overgebracht naar de afzonderingscel. Klager heeft ter zitting betwist dat hij op eigen verzoek in de afzonderingscel is geplaatst. Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat het niet meewerken aan een MPC-plaatsing in beginsel strafwaardig gedrag is in de zin van artikel 50, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), op grond waarvan klager in afwachting van het horen door de directeur in een afzonderingscel kan worden geplaatst (vergelijk RSJ 5 januari 2022, R-20/7109/GA).

Uit de Pbw volgt niet dat het geven van een opdracht door het personeel tot plaatsing in een MPC met bijstand van een tolk dient te geschieden. Het doel van de aanzegging van het schriftelijk verslag is het op de hoogte stellen van de gedetineerde van het feit dat jegens hem verslag wordt gedaan aan de directeur, zodat de gedetineerde zich kan voorbereiden op het gesprek met de directeur en op een eventuele beslissing tot strafoplegging (zie bijvoorbeeld RSJ 7 februari 2022, R-20/8259/GA). Pas tijdens het horen door de directeur, voorafgaand aan de oplegging van de disciplinaire straf, gelden de bij de hoorplicht behorende vereisten van artikel 57 van de Pbw, waaronder het inschakelen van een tolk indien dit nodig blijkt te zijn. Uit jurisprudentie van de beroepscommissie (zie bijvoorbeeld RSJ 28 januari 2020, R-19/5005/GB) volgt dat medegedetineerden die dezelfde taal spreken als klager zouden kunnen vertalen om informatie voor klager te verduidelijken. Uit hetgeen ter zitting naar voren is gekomen begrijpt de beroepscommissie dat dit in het onderhavige geval ook is gebeurd.

Het is naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk dat klager in afwachting van het hoorgesprek in de afzonderingscel is geplaatst voor het niet opvolgen van aanwijzingen van het personeel. Uit het verslag blijkt niet dat klager de opdracht tot overplaatsing naar een andere MPC niet heeft begrepen. Uit het dossier komt naar voren dat de medewerker klager diverse malen heeft gevraagd of hij zeker wist waar hij voor koos. Klager bleef bij zijn beslissing om niet op de MPC geplaatst te worden. Ook is het naar het oordeel van de beroepscommissie niet onredelijk of onbillijk dat klager de nacht in de afzonderingscel heeft doorgebracht, nu klager pas de volgende ochtend op een andere MPC kon worden geplaatst.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De grondslag voor de aan klager toegekende tegemoetkoming komt daarmee te vervallen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 12 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. C.N. Dijkstra, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven