Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25356/TA, 22 november 2022, beroep
Uitspraakdatum:22-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/25356/TA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    22 november 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het op 20 oktober 2021 niet ontvangen van een ontbijt.

De beklagrechter bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal (hierna: de instelling) heeft op 29 december 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (K-2021-165). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. C.G.J.E. Lut, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, mr. A.M. van Wingerden, kantoorgenote van zijn raadsvrouw, en namens het hoofd van de instelling […] en […] (vanwege omstandigheden telefonisch) gehoord op de zitting van 26 oktober 2022 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.
De heer (….), lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft verschoonbaar te laat beklag ingediend. Tijdens de separatie vanaf 15 oktober 2021 heeft klager geen beklagformulier gekregen omdat hij gesepareerd was. Op andere momenten kreeg hij telkens maar één beklagformulier per keer en niet het aantal waar klager om vroeg. Pas nadat hij dit had gemeld bij de maandcommissaris heeft klager uiteindelijk op 29 oktober 2021 voldoende beklagformulieren gekregen en in het daarvoor bestemde postvak neergelegd. In theorie kunnen meer klachten op een klachtformulier worden vermeld, maar klager heeft zich gehouden aan het verzoek om op het klachtformulier één klacht te vermelden.
Klager heeft er geen invloed op wanneer het personeel het postvak leegt en post naar de beklagcommissie verzendt. Het ligt daarom buiten klagers macht dat deze klachtbrieven pas op 9 november 2021 door de beklagrechter zijn ontvangen.
Klager heeft de uitspraak van de beklagrechter op 6 januari 2022 ontvangen. Beroep is pas op 14 januari 2022 ingesteld, omdat klager zijn raadsvrouw niet eerder heeft mogen bellen vanuit de BPG-afdeling van de PI Vught. Hij was daar net geplaatst en hij had nog geen belkaart. Nadat zij met elkaar hadden gesproken, heeft klagers raadsvrouw direct een beroepschrift ingediend.

Volgens de instelling wordt tijdens een opgelegde maatregel zoals afzondering tijdens contactmomenten voeding aangeboden. Klager heeft op 20 oktober 2021 geen ontbijt gekregen. Dit past bij het gegeven dat in de rapportage van 20 oktober 2021 niet is vermeld dat hem een ontbijt is aangeboden.

Standpunt van het hoofd van de instelling
Klager had volgens het hoofd behandeling tijdens de separatie vanaf 15 oktober 2021 geen verbod op het gebruik van pen en papier. In rapportages komt niet terug dat klager in de periode van 15 tot en met 20 oktober 2021 klachten heeft willen indienen en om een pen en papier heeft gevraagd. Wel dat hij om een boek heeft gevraagd en dat boek ook heeft gekregen. Na de separatie is klager vanaf 19 oktober 2021 afgezonderd op zijn eigen kamer en heeft hij die dag een aantal andere klachten (K 2021 137 tot en met -140) ingediend. Klager had dus in ieder geval vanaf dat moment klachten kunnen indienen. Verder kunnen meerdere klachten op een klachtformulier vermeld worden.

Als iemand een maatregel heeft, is het aanbieden van voeding gebonden aan contactmomenten. Als iemand niet op maatregel zit, is het niet gebruikelijk om over voeding te rapporteren. In de rapportage van 20 oktober 2021 is niets terug te vinden over het wel of niet ontvangen van een ontbijt. Daaruit kan niet worden afgeleid dat er geen ontbijt is aangeboden. Het is niet alle dagen gelukt klager te wekken. Enerzijds omdat klager aangaf niet gewekt te willen worden. Anderzijds heeft de staf ook niet alles in het werk gesteld om klager te wekken. De behandelrelatie tussen klager en de staf was na diverse incidenten (waarvan in een aantal gevallen ook aangifte is gedaan) verslechterd te noemen. Dit is uitgebreid in de teamsupervisie geproblematiseerd ten behoeve van verbetering van de situatie, omdat dit uiteraard niet ten koste mag gaan van de geboden zorg en begeleiding. Mogelijk heeft klager op 20 oktober 2021 het ontbijt inderdaad niet ontvangen.

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid beroep
De beroepscommissie kan niet uitsluiten dat klager de uitspraak van de beklagrechter op 6 januari 2022 heeft ontvangen en dat direct beroep is ingesteld nadat zijn raadsvrouw en hij elkaar op 14 januari 2022 telefonisch hebben kunnen spreken. Zij zal daarom klager het voordeel van de twijfel geven en hem in zijn één dag verschoonbaar te laat ingestelde beroep ontvangen. 

Ontvankelijkheid klacht
In het licht van de hoeveelheid klachten die klager heeft ingediend en zijn verklaring dat hij pas op 29 oktober 2021 voldoende klachtformulieren heeft ontvangen om daarop, conform het verzoek, telkens niet meer dan één klacht te vermelden, is voldoende aannemelijk geworden dat klager niet eerder dan op 29 oktober 2021 klachten over de periode van 15 tot en met 20 oktober 2021, waaronder de klacht over het op 20 oktober 2021 niet ontvangen van een ontbijt, op een klachtformulier heeft kunnen vermelden en dat klachtformulier in het daarvoor bestemde, door personeel te legen, postvak heeft kunnen leggen. Het niet tijdig kunnen doen van beklag is onder deze omstandigheden verschoonbaar te achten. Klager is daarom ontvankelijk in zijn klacht.

Inhoudelijke beoordeling klacht
Klager was op 20 oktober 2021 afgezonderd op de eigen kamer. Volgens de huisregels (6.4.2. onder 15.) ontvangt de patiënt tijdens de afzondering regelmatig eten en drinken. Klagers stelling dat hij die dag geen ontbijt heeft gekregen, is voldoende aannemelijk geworden nu in de rapportage van 20 oktober 2021 niets is terug te vinden over het al dan niet verstrekken van een maaltijd, terwijl in de rapportages van bijvoorbeeld 16 en 19 oktober 2021 wel over het ontvangen van een maaltijd is gerapporteerd. 
De beroepscommissie zal het beklag daarom gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €7,50.   

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.

Deze uitspraak is op 22 november 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, dr. T. Jambroes en mr. T.B. Trotman, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven