Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19789/GA, 5 januari 2023, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          21/19789/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 5 januari 2023

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de schending van zijn recht op privacy tijdens het telefoneren.

De beklagcommissie bij de PI Nieuwegein heeft op 29 januari 2021 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €25,- (NZ2020/490). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De directeur en klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt en op behoorlijke wijze was opgeroepen, hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de zitting van 13 mei 2022 in de PI Lelystad te worden gehoord.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

De situering van de telefoontoestellen is niet ideaal. Gedetineerden kunnen tijdens het bellen mogelijk geluidsoverlast van anderen ervaren. Over de telefoontoestellen hangen de grootst mogelijke kappen (telefoonschelpen), waardoor het telefoontoestel gedeeltelijk is afgeschermd van de afdeling. Op basis hiervan is er voldoende gedaan om de privacy van klager zo goed als mogelijk te waarborgen.

De stelling van klager dat de telefoons naast de huiskamer zijn geplaatst, klopt niet. Er is enige ruimte tussen de plek waar de telefoons hangen en de huiskamer. Het is niet mogelijk om vanuit de huiskamer mee te luisteren met gedetineerden die aan het telefoneren zijn.

De beklagcommissie heeft overwogen dat er vlakbij de telefoonvoorziening stoelen zijn geplaatst. Op deze stoelen kunnen gedetineerden plaatsnemen, zodat zij op hun beurt kunnen wachten voor het bellen. Deze stoelen staan echter op een strategische plek gesitueerd, zodat het afdelingspersoneel voldoende zicht heeft op de huiskamer en ook voldoende zicht heeft op de gehele afdeling, dit ten behoeve van de orde en veiligheid. Deze stoelen staan er dus niet zodat gedetineerden op hun beurt kunnen wachten.

Het is niet mogelijk om de situering van de telefoontoestellen te wijzigen. Ook is het niet mogelijk om een telefooncel rondom de telefoons te plaatsen, vanwege brandveiligheid. 

Indien de beroepscommissie tot het oordeel komt dat het recht op privacy niet voldoende gewaarborgd kan worden, is het verzoek om de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming te verlagen naar €10,-.

 

Standpunt van klager

Klager heeft niet gereageerd op het beroep.

 

3. De beoordeling

Schouw

De beroepscommissie heeft zich naar aanleiding van de zitting op 13 mei 2022 en de stukken niet voldoende ingelicht geacht om het beroep te kunnen beoordelen. Op 1 juni 2022 zijn de procespartijen op de hoogte gebracht dat er door de beroepscommissie een schouw zal plaatsvinden. Op 31 oktober 2022 heeft de schouw plaatsgevonden. Van de zijde van de PI was tijdens de schouw mevrouw […] aanwezig, juridisch medewerker bij de PI Nieuwegein.

 

Inhoudelijk

Op grond van artikel 39, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet heeft de gedetineerde het recht ten minste eenmaal per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen met behulp van een daartoe aangewezen toestel gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen buiten de inrichting. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dient de directeur ervoor zorg te dragen dat gedetineerden van het recht om te telefoneren gebruik kunnen maken op een wijze waarbij hun recht op privacy – zoveel als redelijkerwijs mogelijk – wordt gewaarborgd (zie bijvoorbeeld RSJ 20 november 2015, 15/2792/GA, RSJ 9 maart 2016, 15/3445/GA en RSJ 17 augustus 2016, 15/3051/GA).

De beroepscommissie stelt voorop dat zij de situatie beoordeelt op basis van de feiten en omstandigheden die tijdens het indienen van het beklag kenbaar waren. De beroepscommissie toetst of toentertijd het recht op privacy van klager voldoende kon worden gewaarborgd.

Uit eigen bevindingen van de beroepscommissie is het volgende gebleken. Op de afdeling waar klager verbleef, afdeling B, zijn verschillende telefoonvoorzieningen. Deze bestaan uit telefoontoestellen met daaromheen een kap aan de muur van een smalle gang. Deze telefoontoestellen hangen naast elkaar, op ongeveer een afstand van anderhalve meter. Bij het bezoek heeft de beroepscommissie vastgesteld dat gemakkelijk, ook op enkele meters afstand, gehoord kan worden wat een (mede)gedetineerde zegt die (op normale wijze) een telefoongesprek voert. De aangebrachte telefoonschelpen weren het geluid dus niet voldoende.

Op deze afdeling bevindt zich verder een recreatieruimte. Deze ruimte is dusdanig ver verwijderd van de telefoonvoorzieningen, dat meeluisteren vanuit deze ruimte niet of nauwelijks mogelijk is. Het meeluisteren is alleen mogelijk als gedetineerden en personeelsleden in de buurt zijn.

Verder is gebleken dat het voor gedetineerden mogelijk is om in een andere, afgesloten kamer te bellen met – zo lichtte de juridisch medewerker toe – zijn advocaat of een reclasseringsmedewerker. Dit gebeurt echter sporadisch, omdat er geen toezicht op deze gedetineerden uitgeoefend kan worden tijdens het bellen.

Verder heeft de beroepscommissie kennisgenomen van de plek waar de stoelen zich bevonden tijdens het indienen van de klacht. In het beroepschrift voert de directeur aan dat deze stoelen niet bedoeld zijn voor gedetineerden, maar de aanwezige juridisch medewerker heeft kenbaar gemaakt – en dit wordt ook door klager in zijn klaagschrift aangevoerd – dat in de praktijk gedetineerden daar gingen zitten om te wachten op hun beurt voor het bellen. De beroepscommissie gaat er dan ook van uit dat gelet op de situering van deze stoelen, het voor gedetineerden daarom mogelijk was om mee te luisteren.

De beroepscommissie is, het vorenstaande in onderling verband en samenhang beziend, van oordeel dat de telefoonvoorziening, waar klager over klaagt, niet voldoet aan de minimumeisen die daaraan mogen worden gesteld. Dat het voor gedetineerden – dus ook voor klager – mogelijk is om onder voorwaarden in een andere ruimte met een advocaat of een reclasseringsmedewerker te bellen, leidt niet tot een ander oordeel. Het waarborgen van de privacy tijdens het bellen beperkt zich niet tot deze personen, maar dient ook – zoveel als mogelijk – gewaarborgd te worden tijdens het bellen op de afdeling. Bovendien klaagt klager over de situatie hoe deze is op de afdeling en niet (zozeer) over de mogelijkheid om te kunnen bellen in een andere ruimte.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming te matigen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 5 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.J.W. Vinkes, voorzitter,
drs. M.R. van Veen en F. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven