Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26193/GV, 20 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/26193/GV

     

Betreft [klager]

Datum 20 oktober 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 16 februari 2022 klagers verzoeken om kortdurende re-integratieverloven en langdurende re-integratieverloven afgewezen.

Klagers raadsman, mr. V.S.J. Chorus, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft verlof aangevraagd voor het voeren van sollicitatiegesprekken en het versterken van familiebanden. Deze doelen zijn in het detentie- en re-integratieplan opgenomen. De afwijzing van de verloven ten behoeve van de sollicitatiegesprekken werkt erg demotiverend voor klager. Zijn re-integratie en resocialisatie komen daarmee in gevaar. Een factor om het recidivegevaar in te perken is een goed sociaal netwerk. Klager wilde de relatie met zijn ouders versterken. Het verzorgen van zijn ouders verkleint de kans op recidive. Tot slot is klagers degradatie onterecht geweest.

Verzocht wordt (onder meer) om klager een compensatie toe te kennen.

Standpunt van verweerder

De verzoeken zijn afgewezen, omdat klager ten tijde van de bestreden beslissing gedegradeerd was naar het basisprogramma en daarmee op grond van artikel 16, aanhef en onder c, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) niet in aanmerking komt voor re-integratieverlof. Klager is op 18 januari 2022 teruggeplaatst naar het basisprogramma, omdat hij niet meewerkt aan zijn re-integratie en trajectgesprekken met zijn casemanager. Uit het vrijhedenadvies van 4 februari 2022 volgt dat klager weigert in gesprek te gaan om zijn re-integratiedoelen om te zetten in haalbare acties. Daarnaast blijkt uit het dossier dat klager op 16 februari 2022 ernstige bedreigingen heeft geuit aan een medewerker van Stichting Exodus. Klager is hiervoor disciplinair gestraft. De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard heeft op 9 maart 2022 beslist dat klager voor de duur van zes weken uitgesloten is van promotie naar het plusprogramma wegens ontoelaatbaar gedrag.

3. De beoordeling

De beroepscommissie stelt voorop dat zij het betreurt dat zij, om uiteenlopende redenen, eerst nu beslist op dit beroep, temeer nu dit gaat over het verlenen van verlof.

Klager is sinds 9 juli 2016 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek, wegens verkrachting, meermalen gepleegd, en handelen in strijd met de Opiumwet. De einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 8 maart 2023.

Klager bevond zich ten tijde van de bestreden beslissing in het basisprogramma. Langdurend re-integratieverlof is dan niet mogelijk (artikel 16, aanhef en onder c, van de Regeling) en kortdurend re-integratieverlof is dan alleen mogelijk in geval van zwaarwegende redenen die zien op klagers re-integratie (artikel 19, vierde lid, in verbinding met artikel 16, aanhef en onder c, van de Regeling). Van dergelijke zwaarwegende redenen is niet gebleken. De bestreden beslissing is, gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 20 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, mr. A. Pahladsingh en mr. S. Djebali, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven