Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25109/GA, 8 februari 2023, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          22/25109/GA

 

Betreft [Klager]

Datum 8 februari 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen

a.  de omstandigheid dat zijn digitaal bezoek niet door kon gaan omdat het Skypesysteem drie weken niet werkte en dat de Skypemomenten niet zijn gecompenseerd, alsmede tegen de omstandigheid dat klager tijdens de voor Skype bestemde momenten (oftewel: bezoekuur) - tegen de afspraken in - werd ingesloten (S-2021-000038);

b.  de omstandigheid dat de Skypemomenten op 30 januari 2021 en 1 februari 2021 niet door zijn gegaan wegens – vermeende - technische problemen (S-2021-000150).

De beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 22 december 2021 het beklag onder a. deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard. De beklagcommissie heeft het beklag onder b. niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie De Schie (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Ten aanzien van het beklag onder a.

Feit is dat (technische of logistieke) problemen rondom het Skypegebruik in de drie weken voor 6 januari 2021 niet zijn verholpen door de directie. Klager bestrijdt dat dit niet gekund had. Na drie weken onafgebroken disfunctioneren van het Skypesysteem kan van overmacht niet meer gesproken worden. De directeur heeft aangegeven dat het enkele weken niet mogelijk was om te Skypen omdat er een software-update van Microsoft moest plaatsvinden. Dit is geen geloofwaardig verweer nu een software-update van Microsoft in enkele minuten kan worden gerealiseerd. De directeur had overigens ook tijdelijk andere vervangende tablets kunnen inzetten om het Skypecontact mogelijk te maken.

 

Ten aanzien van het beklag onder b.

De klacht ziet op het feit dat de geplande Skypemomenten op 30 januari 2021 en

1 februari 2021 geen doorgang hebben gevonden. Volgens klager waren er op die dagen, anders dan tegen hem gezegd is door het personeel, geen technische problemen met Skype, want medegedetineerden konden op die dagen wel skypen. Op beide dagen is ook helemaal niet geprobeerd een verbinding met de contacten van klager tot stand te brengen. De directeur heeft dat niet weersproken. Het moet er dan ook voor gehouden worden dat de directeur zich op deze twee dagen niet of onvoldoende heeft ingespannen om Skypecontact te realiseren.

 

Ten aanzien van beide klachten

Beide klachten richten zich voorts tegen het feit dat geen enkel gepland en gemist Skypemoment later is ingehaald en dat klager in de uren waarop een gepland Skypecontact geen doorgang vond, ingesloten werd op zijn cel.

De directeur schetst het gebruik van Skype als een gunst. Klager meent dat de directeur miskent dat Skypecontact plaatsvond in plaats van fysiek bezoek en dat artikel 38 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) een recht op bezoek gedurende minimaal een uur in de week behelst. De directeur had er dan ook alles aan moeten doen om geplande Skypemomenten te laten plaatsvinden (zie RSJ 23 augustus 2021, 21/20658/GA).

De Skypemomenten komen in de plaats van bezoek. De directeur heeft geen alternatief geboden, terwijl evenmin blijkt van voldoende inspanningen van de directeur om Skypecontact mogelijk te maken. Er had op zijn minst geprobeerd moeten worden om de Skypemomenten in te halen. De directeur heeft zijn zorgplicht jegens klager geschonden.

Klager bestrijdt dat het (vanwege de coronamaatregelen) roostertechnisch niet mogelijk was hem vervangende Skypemomenten aan te bieden. Klager kreeg niet eens de gelegenheid om te bellen op de momenten dat zijn Skypemoment niet doorging en zijn Skypecontacten op hem zaten te wachten. Ook bestond er geen noodzaak om klager op zijn cel in te sluiten op de tijdstippen dat het Skypemoment uitviel.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft aangegeven geen toevoegingen te hebben aan wat er reeds in het dossier is vastgelegd.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid

Uit jurisprudentie van de beroepscommissie (RSJ 23 augustus 2021, 21/20658/GA) volgt dat voor het voeren van gesprekken via Skype, als alternatief voor het ontvangen van fysiek bezoek, aansluiting dient te worden gezocht bij artikel 38 van de Pbw. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht gedurende ten minste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. Uit voornoemd artikel vloeit de verplichting van de directeur voort voldoende inspanningen te verrichten om de omstandigheden te creëren waaronder het bezoek ongestoord kan plaatsvinden. Over een eventuele schending van de uit voornoemd artikel voortvloeiende zorgplicht ten aanzien van klagers bezoekrecht kan dus geklaagd worden op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw (RSJ 4 oktober 2019, R-18/2446/GA). Naar het oordeel van de beroepscommissie valt hieronder ook het leveren van inspanningen voor goed functionerende internetverbindingen in het kader van ‘digitaal bezoek’ (Skype) en het bieden van voldoende compensatie voor contactmomenten die vanwege verbindingsproblemen niet tot stand kunnen komen. De stelling dat sprake was van technische problemen die buiten de macht van de directeur lagen, te weten een fout in de software-update van Microsoft, vraagt om een inhoudelijke beoordeling van de zorgplicht van de directeur en staat aan ontvankelijkheid niet in de weg.

De beroepscommissie zal gelet op het voorgaande de uitspraak van de beklagrechter in zoverre vernietigen en klager alsnog (in zijn geheel) ontvankelijk verklaren in zijn beklag. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen - op de onderdelen die eerder tot niet-ontvankelijkheid van klager in zijn beklag hebben geleid - als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklag beslissen.

 

Inhoudelijk

Ten aanzien van het beklag onder a.

De beroepscommissie stelt vast dat onweersproken is dat het drie weken lang niet mogelijk is geweest om van digitaal bezoek (middels Skype) gebruik te maken. Uit de stukken volgt dat er sprake was van diverse verbindingsproblemen. Vanuit de Dienst Justitiële Inrichtingen en het Shared Service Centre is er geprobeerd om deze problemen op te lossen dan wel te zoeken naar alternatieven voor beeldbellen. Gebleken is dat de technische problemen door een fout in de software-update van Microsoft kwamen. Deze fout moest extern opgelost worden, ten behoeve waarvan in januari alle iPads zijn opgehaald. De directeur dient echter niet alleen voldoende inspanningen te verrichten voor goed functionerende internetverbindingen, maar hij dient ook voldoende compensatie te bieden voor contactmomenten die vanwege verbindingsproblemen niet tot stand kunnen komen. De beroepscommissie acht aannemelijk dat de directeur in dit geval niet anders kon dan de iPads op te laten halen om de fout in de software te laten herstellen. Ter compensatie van de eventueel gemaakte telefoonkosten heeft de directeur klager vervolgens een bedrag van €7,50 aangeboden. Tevens is voor klager (als enige gedetineerde) met de kerstdagen nog een uitzondering gemaakt doordat hij een extra Skypemoment heeft gekregen via de laptop van het afdelingshoofd. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur in dit geval voldoende inspanningen verricht om voor een goed functionerende internetverbinding te zorgen, zij het dat dat niet steeds gelukt is, en hij heeft klager voldoende gecompenseerd voor de contactmomenten die vanwege technische problemen niet plaats hebben kunnen vinden. Gelet hierop komt de beroepscommissie tot de conclusie dat de directeur zijn zorgplicht niet heeft geschonden. De beroepscommissie zal het beklag daarom in zoverre ongegrond verklaren.

Ten aanzien van het insluiten tijdens het (digitale) bezoekuur is de beroepscommissie van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

Ten aanzien van het beklag onder b.

Voor zover klager bedoeld heeft om ook ten aanzien van het beklag als vermeld onder b. zich te beklagen over de omstandigheid dat hij werd ingesloten tijdens de Skypemomenten die niet door zijn gegaan, merkt de beroepscommissie op dat dit voor het eerst wordt aangevoerd in beroep. Nu dit pas voor het eerst is aangevoerd in beroep, valt het buiten de reikwijdte van het beklag. De beroepscommissie zal dit daarom buiten beschouwing laten.

Klagers stelling dat zijn Skypemomenten op 30 januari 2021 en 1 februari 2021 niet zijn doorgegaan vanwege technische problemen, zonder dat überhaupt geprobeerd is om een verbinding tot stand te brengen terwijl andere gedetineerden volgens klager die dag wel hebben kunnen skypen, is door de directeur niet weersproken. Klager heeft wel ter compensatie voor de eventueel gemaakte telefoonkosten €7,50 ontvangen.

Het is de beroepscommissie niet duidelijk geworden waarom de Skypemomenten op deze data niet door konden gaan. Dit klemt temeer nu klager – onweersproken – heeft aangevoerd dat andere gedetineerden op die dagen wel hebben kunnen Skypen. Ook is niet duidelijk geworden waarom het niet mogelijk was om de gemiste Skypemomenten op een ander moment in te halen. Nu de beroepscommissie niet kan toetsen of de directeur zich voldoende heeft ingespannen voor een goed functioneerde internetverbinding en of de geboden financiële compensatie de enige mogelijkheid was om klager te compenseren om zijn contact met de buitenwereld zoveel mogelijk te continueren, zal zij het beklag gegrond verklaren. In RSJ 21 december 2022, 21/20124/GA en 21/20131/GA heeft de beroepscommissie overwogen dat wanneer de directeur zich onvoldoende heeft ingespannen om een Skypemoment doorgang te laten vinden in beginsel een tegemoetkoming van €12,50 passend en redelijk is. Nu de directeur aan klager al €7,50 aan compensatie heeft aangeboden, acht de beroepscommissie in dit geval een bedrag van €17,50 passend.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie inzake het beklag als vermeld onder a. ten aanzien van de omstandigheid dat het Skypesysteem drie weken niet heeft gewerkt, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. ten aanzien van het niet compenseren van de gemiste Skypemomenten, ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. ten aanzien van het insluiten tijdens de voor Skype bestemde momenten, ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €17,50.

 

Deze uitspraak is op 8 februari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter,
mr. E. Dinjens en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven