Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29122/SGA, 30 augustus 2022, schorsing
Uitspraakdatum:30-08-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/29122/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    30 augustus 2022


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

1. De procedure
De directeur van het Detentiecentrum Rotterdam (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd tot observatie door middel van cameratoezicht in verzoekers verblijfsruimte, voor de duur van zeven dagen, vanwege verzoekers gemoedstoestand en in verband met zijn eigen veiligheid, ingaande op 25 augustus 2022 om 17:50 uur en eindigend op 1 september 2022 om 17:50 uur.

Verzoekers raadsvrouw, mr. G.E.M. Later, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk DT-2022-000404).

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de schriftelijke reactie van de directeur, waaronder de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing, komt naar voren dat verzoeker op 24 augustus 2022 is bezocht door een psycholoog. De psycholoog heeft aan de directeur geadviseerd om de eerder aan verzoeker opgelegde ordemaatregel te verlengen, in verband met verzoekers gemoedstoestand. De directeur heeft dit advies overgenomen ter bescherming van verzoekers eigen veiligheid. 

De voorzitter stelt vast dat de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing de aanhef heeft ‘Ordemaatregel (art. 23/24 PBW)’ en dat daarin wordt vermeld dat het cameratoezicht is gebaseerd op artikel 34a, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Op grond van dat artikel kan de directeur bepalen dat de gedetineerde die in een individueel regime of in een extra beveiligde inrichting is geplaatst dag en nacht door middel van een camera wordt geobserveerd. Het is de voorzitter niet gebleken dat ten aanzien van verzoeker sprake is van een van de voornoemde plaatsingen. Gelet hierop is de beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter in strijd met de wet. De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.


Deze uitspraak is op 30 augustus 2022 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter

Naar boven