Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27075/GB, 3 juni 2022, beroep
Uitspraakdatum:03-06-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27075/GB

    

           

Betreft [klager]

Datum 3 juni 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 9 december 2021 beslist klager over te plaatsen naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 20 april 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar.

Klagers raadsman, mr. U. Ural, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar staat klager niet bij in het vervolg van de procedure.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft zijn bezwaarschrift wellicht niet met duidelijke gronden toegelicht. Dat komt doordat hij de Nederlandse taal niet/onvoldoende machtig is. Klager heeft bezwaar ingesteld tegen de overplaatsing, omdat de afstand tussen de PI Vught en het adres van zijn raadsman groot is. Voor een gedegen voorbereiding van klagers strafzaak, is het wenselijk dat hij dichter bij het kantooradres van zijn raadsman in Enschede is geplaatst. Klagers raadsman zou hem dan makkelijker kunnen bezoeken. Een gedegen voorbereiding van de strafzaak is essentieel, omdat klager wordt verdacht van een levensdelict. Wellicht is terugplaatsing naar de PI Zwolle een optie.

Standpunt van verweerder

De directeur van de PI Zwolle heeft een verzoek ingediend om klager over te plaatsen naar een PPC elders in het land. De reden voor het verzoek ligt in het feit dat de tegenoverdracht die ontstaat in het contact met klager, het klinisch team uitput. Klager gedraagt zich denigrerend jegens medewerkers van het klinisch team. Hierdoor staat de samenwerking onder druk. Overplaatsing naar een andere afdeling binnen het PPC van de PI Zwolle is niet mogelijk, omdat is gebleken dat klager daar ook niet kan verblijven.

Het feit dat klagers raadsman kantoorhoudend is in Enschede, is geen zwaarwegend belang. In Nederland kan een gedetineerde in principe binnen elke PI geplaatst worden. Het is ondoenlijk om bij elke overplaatsing rekening te houden met het kantooradres van de advocaat. Daarnaast is reistijd inherent aan de functie van advocaat.

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klager in bezwaar

Verweerder heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar, omdat het ingediende bezwaarschrift niet met redenen is omkleed.

Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft klager het recht een met redenen omkleed bezwaarschrift in te dienen. In artikel 17, derde lid, van de Pbw is bepaald dat verweerder klager in de gelegenheid stelt schriftelijk of mondeling diens bezwaarschrift toe te lichten, tenzij hij het bezwaarschrift aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht.

Deze bepalingen dienen, in onderling verband en samenhang bezien, aldus te worden uitgelegd dat de gronden van een bezwaarschrift binnen de termijn van zeven dagen, of – indien een termijnoverschrijding verschoonbaar is – zoveel later als redelijk is, kunnen worden ingediend. Eventuele na deze termijn ingediende gronden zijn in beginsel te laat. Dat geldt met name indien klager wordt bijgestaan door een advocaat en deze namens klager het bezwaarschrift indient.

In deze zaak heeft klager echter zelf het bezwaarschrift ingediend. Hij heeft in zijn bezwaarschrift vermeld dat hij een advocaat heeft en heeft daarbij de contactgegevens van de advocaat vermeld. Het lag op de weg van verweerder om klager en zijn advocaat een mogelijkheid te bieden om het bezwaarschrift aan te vullen met gronden. Dat geldt temeer, nu klager de Nederlandse taal niet (goed) machtig is.

Gelet op het voorgaande had verweerder klager niet zonder meer niet-ontvankelijk kunnen verklaren in zijn bezwaar. Inmiddels zijn klagers bezwaren tegen de overplaatsing duidelijk geworden. De beroepscommissie zal de bestreden beslissing daarom vernietigen en om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het bezwaar beslissen.

Inhoudelijke beoordeling

Uit het selectieadvies van 9 december 2021 blijkt dat de behandelcoördinator van het PPC van de PI Zwolle klagers gedrag al langere tijd onwenselijk vond. Klager vond een behandeling niet noodzakelijk en werkte niet mee. Het klinisch team van het PPC van de PI Zwolle raakte uitgeput door de ontstane ‘tegenoverdracht’ die klager veroorzaakte en een overplaatsing naar een ander PPC zou mogelijk nieuwe kansen bieden. Ook de vrijhedencommissie kon zich vinden in het advies.

De beroepscommissie is van oordeel dat verweerder, gelet op het selectieadvies, in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot een overplaatsing van klager uit het PPC van de PI Zwolle. Dat klagers raadsman vanuit Enschede verder moet reizen naar de PI Vught dan naar de PI Zwolle, is geen reden om klager niet over te plaatsen naar het PPC van de PI Vught. De vestigingsplaats van een advocaat is namelijk volgens vaste jurisprudentie in beginsel geen grond voor een overplaatsing en dus ook geen grond om klager niet over te plaatsen. Daarbij komt dat er maar een klein aantal PPC’s bestaat waaruit verweerder kan kiezen.

Bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing tot overplaatsing van klager naar de PI Vught dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het bezwaar zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de bestreden beslissing, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar, maar verklaart dit bezwaar ongegrond.

Deze uitspraak is op 3 juni 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. C. Fetter, voorzitter, F. van Dekken en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven