Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26217/SGA, 3 maart 2024, schorsing
Uitspraakdatum:03-03-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/26217/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    3 maart 2022


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard (hierna: de directeur) heeft op 2 maart 2022 aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, zonder televisie, voor de duur van zeven dagen, ter voorkoming van de (verdere) verspreiding van het coronavirus (quarantaine), ingaande op 2 maart 2022 om 13:00 uur en eindigend op 9 maart 2022 om 13:00 uur.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (beklagkenmerk nog onbekend).

 

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Door verzoeker wordt aangevoerd dat hij op 1 maart 2022 is ingesloten wegens een op het coronavirus positief geteste medegedetineerde. Op 2 maart 2022 is verzoeker getest op het coronavirus en in quarantaine geplaatst, alvorens de uitslag van zijn coronatest bekend was. De gedetineerden die een boostervaccinatie hebben gehad, worden niet in quarantaine geplaatst, aldus verzoeker. 

 

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker wegens twee positieve testuitslagen op verzoekers afdeling in quarantaine is geplaatst. De maatregel duurt in beginsel zeven dagen, maar kan eerder worden beëindigd, afhankelijk van de testuitslagen. Verzoeker zal op 7 maart 2022 worden getest op het coronavirus en blijft in ieder geval tot de uitslag van de test op cel, aldus de directeur. De directeur voert aan dat hij afziet van het horen van verzoeker vanwege de vereiste spoed in deze uitzonderlijke situatie binnen de inrichting, evenals op landelijk niveau. Verzoeker ontvangt eenmalig €15,- en gedurende de looptijd van de maatregel zal hem dagelijks een versnapering worden aangeboden, aldus de directeur. De maatregel is volgens de directeur gebaseerd op het beleidskader voor de PI Sittard zoals dat vastgesteld en gecommuniceerd is op 2 maart 2022, waarmee uitvoering wordt gegeven aan het landelijk beleid. 

 

Voorlopig oordeelt de voorzitter als volgt. Daargelaten of sprake is van een formeel gebrek met betrekking tot het horen van verzoeker, overweegt de voorzitter dat uit de brief van de Minister voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer van 28 februari 2022 (kenmerk 3865688) volgt dat het huidige beleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) per 28 februari 2022 inhoudt dat enkel positief geteste justitiabelen in isolatie gaan en alle afdelingscontacten van een positief getest persoon worden getest. Negatief geteste contacten hoeven niet langer in quarantaine, maar dragen gedurende vijf dagen een medisch mondmasker. Op dag vijf, of bij klachten, wordt een test afgenomen. Uit de brief volgt niet dat voorgaande enkel geldt voor justitiabelen die een boostervaccinatie hebben ontvangen. 

 

Op grond van de voorhanden informatie is het de voorzitter niet gebleken dat verzoeker positief is getest op het coronavirus, maar dat verzoeker enkel wegens positief geteste medegedetineerden op zijn afdeling in quarantaine is geplaatst. Gelet op al het voorgaande, en naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, is de directeur bij het nemen van de bestreden beslissing ten nadele van verzoeker afgeweken van het landelijke beleid van de DJI en heeft de directeur deze beslissing ten aanzien van verzoeker onvoldoende gemotiveerd. Gelet hierop zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 


Deze uitspraak is op 3 maart 2022 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven