Nummer 21/24774/GB
Betreft [klager]
Datum 16 december 2021
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft – na diverse eerdere toegewezen uitstelverzoeken – op 29 november 2021 klager opgeroepen om zich op 14 december 2021 te melden in de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen, voor het ondergaan van zestig dagen gevangenisstraf. Hierbij is klager te kennen gegeven dat hij bij een volgende positieve coronatest alleen een door de GGD afgenomen test dient te overleggen, inclusief de e-mail van de GGD.
Klager heeft op vrijdag 10 december 2021 verzocht om uitstel van zijn melddatum. Hij heeft hierbij een positieve testuitslag van 8 december 2021 van de GGD overgelegd en het bijbehorende e-mailbericht waarin klager is gemeld dat zijn testuitslag bekend is.
Verweerder heeft klager bij e-mail van dinsdag 14 december 2021 bericht dat zijn zelfmeldprocedure ‘in de wachtstand is gezet’, totdat de medisch adviseur definitief uitsluitsel kon geven over klagers medische situatie. Op het moment dat een bericht van de medisch adviseur zou worden ontvangen, kon worden bepaald of en wanneer klager zich moet melden.
Bij e-mail van woensdag 15 december 2021 om 09:34 uur is klager bericht dat de medisch adviseur van de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA) nader onderzoek moet doen, omdat klager een verzoek tot uitstel op medische gronden heeft ingediend. Klager is in de gelegenheid gesteld voor 15:00 uur de toegestuurde medische toestemmingsverklaring in te vullen en te ondertekenen. Daarbij is hem bericht dat hij zich op vrijdag 17 december 2021 dient te melden in de PI Achterhoek, indien hij het formulier niet ingevuld en ondertekend heeft teruggestuurd.
Bij e-mail van 15 december 2021 om 15:29 uur heeft klager geantwoord dat hij het formulier aangepast wil zien, omdat hij, kort gezegd, alleen toestemming wil geven om de medisch adviseur bij zijn huisarts informatie over hem te laten opvragen over de periode vanaf 16 december 2021 en niet over de maanden daarvoor.
Bij e-mail van 15 december 2021 om 15:58 uur is aan klager, kort gezegd, geantwoord dat de toestemmingsverklaring ziet op de periode vanaf 14 december 2021, omdat hij toen de verklaring van de huisarts, eveneens gedateerd op 14 december 2021, aan verweerder heeft gestuurd. Ook meldt verweerder dat de Dienst Justitiële Inrichtingen en de medisch adviseur het recht hebben om vragen te stellen aan klagers huisarts over de afgelopen maanden, waarin hij stelt dat hij corona heeft en op advies van zijn huisarts in quarantaine moet blijven. Aangezien klager niet aan het verzoek heeft voldaan om de medisch adviseur onderzoek te laten doen, moet klager zich op vrijdag 17 december 2021 melden in de PI Achterhoek. Bij deze (uiteindelijke) beslissing is klager gewezen op de mogelijkheid van het instellen van beroep bij de beroepscommissie van de RSJ.
Tegen deze beslissing heeft klager op donderdag 16 december 2021 beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager is positief getest op corona en heeft ernstige coronaklachten. Desondanks dient klager zich op 17 december 2021 in de inrichting te melden voor het ondergaan van een oude nog openstaande straf. Onder deze omstandigheden is het echter niet mogelijk om dat te doen. Klager is erg ziek en de klachten overmeesteren zijn lichaam. Sinds hij thuiszit met corona, heeft hij depressieve gevoelens. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie en documenten, waaronder een brief van zijn huisarts, blijkt dat het noodzakelijk is dat klager op dit moment in quarantaine verblijft.
Standpunt van verweerder
Bij e-mail van 15 december 2021 is klager verzocht om de in die e-mail bijgevoegde toestemmingsverklaring in te vullen en te ondertekenen, zodat de medisch adviseur bij de afdeling IMA contact kan opnemen met klagers huisarts. Aangezien klager een uitstelverzoek op medische gronden heeft ingediend, is het noodzakelijk dat de medisch adviseur ten behoeve van zijn advies bij klagers huisarts informatie kan inwinnen. Klager wil de toestemmingsverklaring echter niet ondertekenen. Tegen deze achtergrond is de afwijzing van klagers verzoek gerechtvaardigd.
3. De beoordeling
De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021.
Klager wil graag uitstel van zijn melddatum, omdat hij positief is getest op corona en ernstige coronaklachten heeft.
Uit het dossier blijkt dat klager vanaf juni 2021 al meerdere keren is opgeroepen om zich (ongeveer een maand later) in de PI Achterhoek te melden voor het ondergaan van zestig dagen gevangenisstraf. Telkens heeft klager verzocht om uitstel van zijn melddatum, omdat hij positief testte op het coronavirus. Deze verzoeken zijn telkens gehonoreerd.
Bij e-mail van maandag 13 december 2021 is klager, naar aanleiding van het onderhavige verzoek tot uitstel, te kennen gegeven dat de quarantaineperiode – volgens inlichtingen van de medisch adviseur bij de afdeling IMA – na een positieve PCR-testuitslag in beginsel is beperkt tot zeven dagen na de uitslag en na 24 uur klachtenvrij. Volgens verweerder bestond daarom in klagers geval geen reden om de melddatum opnieuw uit te stellen, tenzij hij een schriftelijke en ondertekende verklaring van klagers medisch specialist zou overleggen, waarin staat dat hij niettemin in quarantaine dient te blijven.
Uit deze correspondentie en uit de hierboven onder 1. weergegeven procedure volgt dat klager wisselend is bericht over de voorwaarden waaronder uitstel van de melddatum kan worden verleend bij coronaklachten. Naar aanleiding van hetgeen hem is verteld in het oproepbericht van 29 november 2021 heeft hij de genoemde positieve testuitslag van 8 december 2021 van de GGD overgelegd. Daarna heeft hij desgevraagd een verklaring van zijn huisarts van 14 december 2021 ingebracht, waarin staat dat hij nog steeds in quarantaine moet blijven, omdat het besmettingsgevaar niet valt uit te sluiten. Eerst op woensdag 15 december 2021 – twee dagen voorafgaand aan zijn melddatum – wordt klager bekendgemaakt dat hij binnen enkele uren een medische toestemmingsverklaring moet invullen en ondertekenen.
Aangezien klager al sinds geruime tijd meerdere keren heeft verzocht om uitstel vanwege een positieve coronatest, acht de beroepscommissie deze door verweerder gestelde voorwaarde niet onredelijk. Niettemin kan niet in redelijkheid van klager worden geëist dat hij hieraan in het genoemde zeer korte tijdsbestek voldoet. De beroepscommissie begrijpt dat de nieuwe melddatum van vrijdag 17 december 2021 tot stand is gekomen op grond van de genoemde informatie van de medisch adviseur over de quarantaineperiode en het feit dat klager heeft aangegeven op donderdag 16 december een consult bij zijn huisarts te hebben. Feit is echter dat alles onder grote tijdsdruk is komen te staan en dat klager slechts één dag resteert om beroep in te stellen tegen de onderhavige beslissing en een uitspraak van de beroepscommissie op zijn beroep te ontvangen.
Het voorgaande brengt de beroepscommissie tot de conclusie dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Tot die tijd hoeft klager zich dus niet te melden. De beroepscommissie gaat er daarbij van uit dat klager een ingevulde medische toestemmingsverklaring zal overleggen. De beroepscommissie ziet geen aanleiding hem een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 16 december 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uitmr. A. Jongsma, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.
secretaris voorzitter