Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5898/GA, 23 november 2021, beroep
Uitspraakdatum:23-11-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/5898/GA

    

Betreft Klager

Datum 23 november 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

Klager (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat voor hem bestemde aangetekende post is geweigerd door de PI Sittard.

De beklagcommissie bij de PI Sittard heeft op 20 januari 2020 het beklag gegrond verklaard (G-2019-000947). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld. De beroepscommissie heeft mevrouw […], juridisch medewerker bij de PI Sittard, klager en zijn raadsman mr. M.H.A. Horsch gehoord op de digitale zitting van 17 september 2021.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Niet wordt bestreden dat klager de dagvaarding niet heeft ontvangen. Het gaat om de verantwoordelijkheid van de directeur. Het wordt de inrichting verweten dat de dagvaarding niet aan klager is uitgereikt terwijl de inrichting de dagvaarding niet geweigerd heeft. Er is geen reden waarom de inrichting een aangetekend stuk dat voor een gedetineerde is bestemd zou weigeren. De directeur bestrijdt dan ook stellig dat de inrichting het aangetekende stuk, dat bestemd was voor klager, heeft geweigerd. Er heeft een uitgebreid onderzoek plaatsgevonden naar het aangetekende stuk dat op 22 mei 2019 aangetekend en per deurwaardersexploot zou zijn toegestuurd. In de inrichting is geen enkele registratie teruggevonden van een ontvangen dan wel van een geweigerd aangetekend poststuk op of omstreeks 22 mei 2019. Alle gerechtsdeurwaarders, die in de directe omgeving van de PI Sittard gevestigd zijn, zijn telefonisch benaderd en hebben allen laten weten dat er geen zending op of omstreeks 22 mei 2019 aan de PI Sittard is aangeboden. Tevens is contact opgenomen met PostNL. Indien een poststuk wordt geweigerd, wordt dit door PostNL genoteerd. Echter heeft PostNL geen aantekening van een stuk dat door de PI Sittard op of omstreeks 22 mei 2019 geweigerd zou zijn. Dit wordt bevestigd door het serviceteam van PostNL in het e-mailbericht van 20 januari 2020. Hierin staat vermeld dat er een barcode is gevonden van een aangetekende brief van 17 mei 2019. Deze zending is niet aangeboden maar naar een afhaallocatie gegaan. Omdat deze zending niet is afgehaald, is de zending retour afzender gegaan. PostNL bevestigt dat dit de enige aangetekende brief was rond de periode van 22 mei 2019 die retour afzender is gegaan.

Standpunt van klager

Klager stelt zich op het standpunt dat hij door toedoen van de directeur niet wist dat hij in België werd gedagvaard, waardoor hij geen advocaat heeft kunnen regelen en geen gebruik heeft kunnen maken van zijn aanwezigheidsrecht dan wel de zaak heeft kunnen laten aanhouden. Klager is bij verstek veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Klager stelt de directeur van de PI Sittard dan ook aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade. Uit het vonnis van de rechtbank van Tongeren volgt dat de dagvaarding op

22 mei 2019 per gerechtsdeurwaardersexploot en per aangetekende zending is betekend aan het correcte adres. De omslag met daarin het gerechtsdeurwaardersexploot werd door de diensten van PostNL teruggezonden met de vermelding “geweigerd”. Volgens de rechtbank werd klager derhalve rechtsgeldig gedagvaard overeenkomstig artikel 40, lid 1 van het gerechtelijk wetboek. Het staat vast dat klager niet degene kan zijn geweest die het stuk heeft geweigerd. Nu uit de stukken blijkt dat de inrichting het stuk heeft geweigerd en uit het vonnis volgt dat de dagvaarding rechtsgeldig is betekend omdat het stuk is geweigerd, is de directeur hiervoor verantwoordelijk te houden. De gevolgen van de weigering van het stuk zijn voor klager enorm en onomkeerbaar.

 

3. De beoordeling

Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat het aangetekende poststuk op (of omstreeks) 22 mei 2019 daadwerkelijk aan de PI Sittard is aangeboden, waardoor het evenmin aannemelijk is geworden dat een medewerker van de PI het stuk geweigerd heeft. De directeur heeft de stelling van klager dat de aangetekende post in de inrichting geweigerd is gemotiveerd weersproken. Zowel de inrichting als PostNL hebben geen enkele aantekening terug kunnen vinden dat op of omstreeks 22 mei 2019 een aangetekend stuk bij de PI Sittard is aangeboden dan wel geweigerd. Daarbij heeft het nadere onderzoek van de directeur bij PostNL uitgewezen dat er alleen een barcode van een aangetekende brief van 17 mei 2019 in het systeem van de PostNL is teruggevonden. Het serviceteam van PostNL bevestigt in het e-mailbericht van 22 januari 2020 dat de aangetekende brief van 17 mei 2019 niet is aangeboden, maar naar een afhaallocatie is gegaan. Omdat deze zending niet is afgehaald is de brief retour afzender gegaan. Dit is de enige aangetekende brief die PostNL rond de periode van 22 mei 2019 terug heeft kunnen vinden. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en - nu er geen sprake is van een jegens klager genomen beslissing door de directeur waartegen beklag kan worden ingesteld als bedoeld in artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet - klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

 

Deze uitspraak is op 23 november 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M. Iedema, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door

mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven