Nummer R-20/6750/TA
Betreft [klager]
Datum 16 augustus 2021
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen een afzonderingsmaatregel, ingaande op 30 september 2019.
De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op 21 april 2020 het beklag ongegrond verklaard (RV 2019/328). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en […], jurist bij de instelling, gehoord op de digitale zitting van 28 juli 2021.
Mr. E.W. Bevaart, senior secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klagers raadsvrouw heeft het volgende aangevoerd.
De afzonderingsmaatregel is onterecht opgelegd. Klager kan zich niet vinden in het door de instelling geschetste verloop van gebeurtenissen. Klager had de sociotherapeut niet mogen uitschelden, maar het was geen groot incident. Kort hierna is afgesproken dat klager en de sociotherapeut elkaar zouden mijden en dat de volgende dag een gesprek zou plaatsvinden. Tegen de afspraken in is de sociotherapeut, zonder te kloppen, dezelfde dag de kamer van klager ingegaan. Klager heeft hem vervolgens drie keer verzocht de kamer te verlaten. Toen de sociotherapeut weigerde te vertrekken, is klager boos geworden en heeft de sociotherapeut een zachte duw gegeven. Een medeverpleegde kan dit bevestigen. Klager heeft hierna een time-out gekregen. Hij is na de time-out naar het kantoor gegaan voor een gesprek met sociotherapie. Klager wilde ook het aandeel van de sociotherapeut bespreken en heeft één keer op het raam geklopt. Als hij, zoals omschreven, met gebalde vuisten zou hebben gestaan en meermalen gebonkt zou hebben op het raam, dan zou er op het alarm zijn gedrukt. Wat beschreven staat in de dagrapportage klopt niet. De afzonderingsmaatregel heeft ook langer geduurd dan noodzakelijk. Klager voldeed op 2 oktober 2019 al aan de voorwaarden tot opheffing. Echter, door een spitactie is klager niet geobserveerd en kon de maatregel niet beëindigd worden. Klager heeft alleen zijn luikje afgeplakt toen het licht werd aangedaan.
Klager heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager heeft de sociotherapeut uitgescholden voor homo. Vervolgens heeft hij met de sociotherapeut afspraken gemaakt, terwijl hij hem eigenlijk het liefst wilde gaan terroriseren die avond. Klager heeft veel moeite gehad om hem met rust te laten. Tegen de afspraken in kwam de sociotherapeut bij hem op de kamer en wilde desgevraagd (tot drie keer toe) niet weggaan. Omdat de sociotherapeut met zijn vuisten gebald en neus aan neus met hem stond, heeft klager hem een duw gegeven. Klager moest toen weer achter de deur, terwijl het gedrag van de sociotherapeut niet normaal was. Tijdens het gesprek in het kantoor werd klager verteld dat hij naar zijn eigen aandeel moest kijken. Hij is toen boos geworden en heeft vervolgens geslagen tegen het raam van het kantoor. Hij heeft zich niet zodanig gedragen zoals staat omschreven, anders was er wel op het alarm gedrukt. De maatregel is onterecht opgelegd.
Standpunt van het hoofd van de instelling
Op 30 september 2019 liepen de spanningen bij klager steeds hoger op en klager was allerminst goed in contact. Klager heeft die dag een sociotherapeut uitgescholden en meermalen geduwd. Hem is een time-out gegeven om tot rust te komen en naderhand in gesprek te gaan. De time-out was onvoldoende effectief, want klager was tijdens zijn gesprek op het kantoor dreigend en heeft meermaals met zijn vuist tegen het raam geslagen. Dat er op dat moment niet op het alarm is gedrukt, is een inschatting van personeel geweest en zegt niks over de ernst van het gedrag. Gelet op het gedrag van klager was de afzonderingsmaatregel gerechtvaardigd. De afzonderingsmaatregel heeft ook niet langer geduurd dan noodzakelijk. Er is meermalen getracht met klager te spreken, ook na de spitactie. Klager was gedurende de afzonderingsmaatregel niet goed in contact en had op momenten zijn luikje afgeplakt. De maatregel is beëindigd op het moment dat klager weer beter in contact was.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De instelling en de klager verschillen van mening over het feitelijke verloop van de gebeurtenissen. Klager heeft op de zitting aangegeven dat hij de sociotherapeut heeft uitgescholden, hem wilde terroriseren en dat hij hem heeft geduwd. De beroepscommissie is van oordeel dat gelet op het gedrag van klager de beslissing tot oplegging van de afzonderingsmaatregel niet onredelijk of onbillijk was. Dat de sociotherapeut mogelijk ook een aandeel in het geheel heeft gehad door naar de kamer van klager toe te gaan, doet daar niet aan af, nu klager ook daarna dreigend gedrag heeft vertoond door onder andere te slaan op het raam van de kantoorruimte. De beroepscommissie acht de voortduring van de afzonderingsmaatregel ook niet disproportioneel, nu de afzondering is beëindigd op het moment dat klager weer goed in contact was. Dat klager mogelijk ten tijde van de spitactie niet is beoordeeld, maakt de beslissing niet anders, gelet op het afhoudende gedrag en het afplakken van zijn luikje. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Deze uitspraak is op 16 augustus 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. C.K. van Dijk, secretaris.
secretaris voorzitter