Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8577/GA, 14 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8577/GA

             

Betreft [Klager]

Datum 14 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de weigering van de directeur om een ingekomen poststuk van zijn nicht aan hem uit te reiken.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 6 november 2020 het beklag ongegrond verklaard (VU 2020/000769). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. A.C. Vingerling en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Vught, gehoord op de digitale zitting van 21 mei 2021.

 

2. De beoordeling

Klager heeft de beroepscommissie verzocht kennis te nemen van de inhoud van het geweigerde poststuk. Klager en zijn raadsman hebben te kennen gegeven er geen bezwaar tegen te hebben dat zij niet zelf het poststuk kunnen inzien. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat zij zich (ook) zonder inzage in het poststuk op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter zitting voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het weigeren om bepaalde brieven uit te reiken is ter beoordeling van de directeur. De directeur heeft de voorgeschreven procedure gevolgd en het poststuk van klager aan het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) voorgelegd voor advies. In de beslissing van de directeur is vermeld dat er in het poststuk veel wordt bedreigd en gescholden en dat de directeur het poststuk heeft laten beoordelen door het GRIP. Het GRIP heeft aangegeven dat het poststuk voor onrust zou zorgen en er veel dreigementen over en weer worden gemaakt. Gelet hierop komt het de beroepscommissie niet onredelijk voor dat de directeur met het oog op de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting heeft geweigerd het poststuk aan klager uit te reiken. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

 

Deze uitspraak is op 14 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. M. Keppels en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven