Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/16943/GB, 1 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/16943/GB

               

Betreft klaagster

Datum 1 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klaagster (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de locatie Nieuwersluis.

 

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 30 december 2020 afgewezen.

 

Klaagsters raadsman, mr. M.J. van Rooij, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze beslissing.

 

De beroepscommissie heeft klaagster, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Klaagster heeft niet aangeboren hersenletsel (NAH). Zij is daarom extra kwetsbaar en er dient extra aandacht te zijn voor haar persoonlijke omstandigheden. Zij heeft eerder verbleven in de locatie Nieuwersluis en zij voelt zich daar beter op haar gemak dan in de locatie Ter Peel te Sevenum. Klaagster staat via een zorgmachtiging onder behandeling van het forensisch ambulant team (FACT) van Parnassia te Zaandam. Gezien de reisafstand naar de locatie Ter Peel is klaagsters casemanager van het FACT nog niet op bezoek geweest bij klaagster, terwijl dit in de locatie Nieuwersluis wel mogelijk zou zijn. Het FACT wil zich inspannen voor het faciliteren van contact tussen klaagster en haar tweejarige dochter, die zij na de geboorte niet meer heeft gezien. Daarnaast woont de familie van klaagster in Linschoten en woont haar sociale netwerk in Utrecht en is het voor hen niet mogelijk klaagster te bezoeken in de locatie Ter Peel. Klaagster heeft alleen haar zoon op bezoek gehad.

 

Klaagster verzoekt om een financiële tegemoetkoming.

 

Standpunt van verweerder

Nadat verweerder op 15 januari 2021 nieuwe informatie heeft verkregen over de persoonlijke omstandigheden van klaagster, is op 18 januari 2021 alsnog beslist klaagster over te plaatsen naar de locatie Nieuwersluis. Verder is er geen aanleiding om het verzoek om vergoeding van de proceskosten van de beroepsprocedure toe te wijzen.

3. De beoordeling

Klaagster is bij beslissing van 18 januari 2021 alsnog voor de locatie Nieuwersluis geselecteerd. Daardoor heeft zij in beginsel geen belang meer bij het beroep en zou zij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. In beroep is echter verzocht aan klaagster een tegemoetkoming (en niet zoals verweerder stelt: een vergoeding van de proceskosten) toe te kennen. Daarom zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

 

Klaagster verbleef sinds 9 september 2020 in het HVB van de locatie Ter Peel te Sevenum. Bij beslissing van 18 januari 2021 is klaagster alsnog geselecteerd voor het HVB van de locatie Nieuwersluis, gelet op haar persoonlijke omstandigheden. Op 21 januari 2021 is klaagster daadwerkelijk overgeplaatst naar het HVB van de locatie Nieuwersluis. Op dit moment verblijft zij in het HVB van de Penitentiaire Inrichting (PI) Zwolle.

 

Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klaagster wordt vervolgd door de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland. In dat arrondissement liggen geen PI’s voor vrouwen. De locatie Ter Peel en de locatie Nieuwersluis liggen dus beide niet in dat arrondissement. Deze bepaling staat dus niet in de weg aan een overplaatsing, maar het vormt daartoe ook geen reden.

 

In de jurisprudentie is bepaald dat als een gedetineerde overgeplaatst wil worden, zij daarvoor een goede reden moet hebben. Klaagster wilde onder andere worden overgeplaatst, omdat zij in de locatie Nieuwersluis bezoek kan ontvangen van familie en vrienden en haar casemanager van het FACT. Daarnaast heeft klaagster eerder verbleven in de locatie Nieuwersluis en voelt zij zich beter op haar gemak in de locatie Nieuwersluis dan in de locatie Ter Peel.

 

De beroepscommissie stelt op basis van het selectieadvies van de locatie Ter Peel van 30 november 2020 vast dat klaagster niet was verstoken van bezoek. Zij ontving elke twee weken bezoek van haar zoon. Klaagster heeft in beroep – anders dan het vermelden van de reisafstand – onvoldoende toegelicht of feitelijk onderbouwd dat en waarom haar familie, vrienden en de casemanager haar in de locatie Ter Peel niet hadden kunnen bezoeken. Niet gebleken is bijvoorbeeld dat klaagsters casemanager van het FACT in het belang van klaagsters behandeling een speciaal verzoek heeft ingediend bij de directeur van de locatie Ter Peel om klaagster te bezoeken. Verder volgt uit het selectieadvies dat klaagster, vanwege haar NAH op de Extra Zorg Voorziening was geplaatst. Hoewel het gezien klaagsters persoonlijke omstandigheden en haar regio van herkomst begrijpelijk is, stelt de beroepscommissie vast dat klaagster in beroep onvoldoende heeft toegelicht of feitelijk heeft onderbouwd waarom zij zich in de locatie Nieuwersluis beter op haar gemak zou voelen. Uit het selectieadvies van de locatie Ter Peel volgt immers niet dat dit in die inrichting niet het geval was.

 

Gelet op het voorgaande kan de bestreden beslissing – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 1 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. A. Jongsma en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven