Onderwerp: Bezoek-historie

Aanvraag goedkeuring concentratie Brocacef B.V.-PG Zorgholding B.V.
Ondertekeningsdatum:29-01-2021Publicatiedatum:11-06-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

 

1. Op 30 november 2020 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

 

Partijen

 

2. Brocacef Groep N.V. is (onder meer) via haar dochteronderneming Brocacef Ziekenhuisfarmacie B.V. (hierna: Brocacef Ziekenhuisfarmacie) actief op het gebied van apotheekbereidingen en farmaceutische dienstverlening in heel Nederland vanuit de vestigingen in Oostrum, Maarssen en Capelle aan den IJssel.

 

3. Parnassia Groep B.V. (hierna: Parnassia Groep) is a Parnassia Groep is (onder meer) via haar dochteronderneming PG Zorgholding B.V. (hierna: PG Zorgholding) actief op het gebied van farmaceutische zorg in de regio’s Noord-Holland, Haaglanden en Rijnmond (voornoemde partijen hierna gezamenlijk: het Parnassia concern).

 

Het voornemen

 

4. Het voornemen betreft de overname van de activa en passiva toebehorend aan het onderdeel farmaceutische zorg van PG Zorgholding door Brocacef Ziekenhuisfarmacie. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst van 20 januari 2021.

 

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

 

5. Betrokken organisaties zijn Brocacef Ziekenhuisfarmacie en een onderdeel van PG Zorgholding.

 

6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.

 

7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

 

8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Brocacef Ziekenhuisfarmacie uitsluitende zeggenschap verkrijgt over een onderdeel van PG Zorgholding.

 

 

Beoordeling

 

9. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria van artikel 49c, tweede lid, Wmg.

 

A. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie

 

10. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg.

 

B. Betrokkenheid belanghebbenden

 

11. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz 2018) en de Wet op de ondernemingsraden verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]
 

Cliënten
 

12. Brocacef Ziekenhuisfarmacie is overeenkomstig de Wmcz 2018 niet gehouden een cliëntenraad in te stellen. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten van Brocacef Ziekenhuisfarmacie door de NZa niet beoordeeld.

 

13. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat cliënten door het Parnassia concern op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.

 

14. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van cliënten door het Parnassia concern overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

 

Personeel

 

15. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dathet personeel en andere betrokkenen door Brocacef Ziekenhuisfarmacie en het Parnassia concern op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.

 

16. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van het personeel en andere betrokkenen door Brocacef Ziekenhuisfarmacie en het Parnassia concern overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

 

C. Cruciale zorg

 

17. Door betrokken organisaties betrokken organisatie wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c,Wmg.

 

 

Besluit

 

18. De NZa heeft vastgesteld dat partijen hebben voldaan aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 49c Wmg. De NZa verleent goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Datum: 29 januari 2021

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

mw. mr. drs. K. Raaijmakers
directeur Toezicht en Handhaving

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit
               t.a.v. unit Juridische Zaken
               Postbus 3017
               3502 GA  UTRECHT
               (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 

 

[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven