Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8399/GM, 05 juli 2021, beroep
Uitspraakdatum:05-07-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8399/GM

    

Betreft [Klager]

Datum 5 juli 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klagers raadsvrouw, mr. L. Schyns, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet tijdig is doorverwezen naar het ziekenhuis voor zijn polsklachten, dat hij niet serieus is genomen wat betreft zijn polsklachten, dat hij ondanks zijn pijnklachten niet tijdig is gezien door de inrichtingsarts ná de operatie aan zijn pols en dat aan hem ten onrechte geen B12-injecties worden toegediend.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de (digitale) zitting van 26 april 2021. De inrichtingsarts heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de zitting te worden gehoord.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Tegen klager is door de medische dienst gezegd dat hij genoeg redenen heeft om een klacht in te dienen. Tegen klager is herhaaldelijk gezegd dat er fouten zijn gemaakt, dat hij verkeerde oefeningen heeft meegekregen van de fysiotherapeut en dat het noodzakelijk is dat het gips wordt verwijderd. Dit beeld strookt niet met het verweer van de inrichtingsarts. Een voorbemiddeling heeft niet plaatsgevonden en dat is spijtig. Jammer dat er niemand aanwezig is ter zitting van de zijde van de medische dienst om dit toe te lichten. 

Klager heeft te lang moeten wachten op de noodzakelijke operatie aan zijn pols. Klager had al geopereerd moeten worden vóór de coronamaatregelen. Uiteindelijk is de operatie vanwege de coronamaatregelen uitgesteld. Maar niet alleen de maatregelen zijn debet aan het niet doorgaan van de operatie. De medische dienst had sneller een nieuwe aanvraag moeten indienen. Ook is er sprake geweest van gebrekkige of zelfs onjuiste informatieverstrekking.

Klagers polsklachten zijn in de tussentijd onvoldoende serieus genomen en zelfs gebagatelliseerd. Er is te snel verwezen naar klagers verslavingsverleden om medicatie te weigeren. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar klagers actuele status en wat de oorzaak van zijn klachten is. Vanwege zijn klachten heeft klager zeer slecht geslapen en daardoor verschillende lichamelijke en psychische klachten ontwikkeld. Klager heeft geen concreet antwoord gekregen op zijn vragen over de fentanylpleister. Klager is het niet eens met de dosering tramadol en de uitleg die hiervoor is gegeven. Klager is zelf gestopt met het slikken van tramadol. Na de operatie in september 2020 werd de zwelling dusdanig, dat klager zelf het gips heeft moeten verwijderen omdat de bloedcirculatie werd afgekneld. Klagers vingers werden donkerblauw en begonnen op te zwellen. Klager is in de tussentijd geen enkele keer gezien door de inrichtingsarts. Alleen is hij door de verpleegkundige door een luikje en slechts voor twee minuten gezien. Tegen klager is gezegd dat hij een rapport zou krijgen, als hij het gips zou verwijderen. Personeel gaf klager toestemming om het gips te verwijderen, maar de verpleegkundige zei dat dit niet mocht. De verpleegkundige nam klager totaal niet serieus. Hij werd ook niet doorgestuurd naar een arts. Klager is pas later naar het ziekenhuis in Den Bosch gestuurd, maar dit bleek het verkeerde ziekenhuis te zijn.

Pas na het verwijderen van het gips is de zwelling na enkele dagen minder geworden. Ook in de periode daarna is gebleken dat klagers aanhoudende pijnklachten achteraf gezien een aanwijsbare oorzaak hadden. De middenhandsbotjes bleken te zijn vastgegroeid. Daarnaast is gebleken dat een stukje van de geplaatste schroef tegen het spaakbeen en/of de ellepijp schuurt. Dit veroorzaakt niet alleen ernstige pijnklachten, maar mogelijk ook schade.

Klager is opgeroepen door de fysiotherapeut. Klager moest oefeningen doen met zijn handen, maar deze oefeningen deden erg veel pijn. De fysiotherapeut was niet goed op de hoogte van klagers problemen aan zijn pols.

Verder klaagt klager over zijn fysieke klachten door gebrekkige maaltijdverstrekking en het daaruit ontstaan van vitamine- en mineralentekorten. Vanwege klagers veganistische dieet in combinatie met het aanbod in de PI, heeft hij structureel tekorten in zijn voedingsschema. Klager krijgt ten onrechte geen B12-injecties. Deze waren eerder door een medisch specialist voorgeschreven. Klager wenst te worden doorverwezen naar een medisch specialist. Klager is het niet eens met de conclusies die getrokken zijn uit het labonderzoek en heeft geprobeerd hierover het gesprek aan te gaan.

Standpunt van de inrichtingsarts

De operatie is niet uitgesteld, maar deze stond voor april 2020 gepland. Een afspraak bij de orthopedie is door de medische dienst juist vervroegd van maart naar januari 2020, omdat klager aangaf veel klachten te hebben. In oktober 2019 stond een controleafspraak gepland, waar klager niet is komen opdagen.

Klager is uitgebreid lichamelijk onderzocht. Er heeft een labonderzoek plaatsgevonden. Uit de uitslagen volgt dat er geen sprake is van een tekort aan B12-vitamine en dat er wel sprake is van een zeer mild verlaagd vitamine D waarvoor geen suppletie nodig is. Gelet op de labresultaten is er geen aanleiding geweest om B12-injecties toe te dienen. Er is verder geprobeerd om meer te weten te komen over een eerdere door klager benoemde behandeling, maar klager was nergens bekend waardoor ook niets opgevraagd kon worden.

Klager is wel degelijk serieus genomen in zijn pijnklachten. Klager was nogal wisselend in het gebruik van pijnstilling. Hij vroeg op een gegeven moment om alle pijnmedicatie te stoppen. Daarna kwam hij daarop terug en wilde hij het weer herstarten. Hij kreeg vier keer per dag tramadol en kon toen zelf vragen voor meer medicatie wanneer hij weer pijn had. De keuze om geen fentanylpleister te geven, heeft met klagers drugsgeschiedenis en verslaving te maken. Ook was er geen reden om deze pleister voor te schrijven. Tramadol zou voldoende moeten zijn.

Klager heeft zelf het gips verwijderd. Tijdens de beoordeling was zijn hand wel gezwollen, maar leek deze niet te zijn bekneld. Tintelingen in vingers komen vaker voor. Er is overleg geweest met een specialist. Dat hij zijn gips heeft verwijderd, was zijn eigen keuze. Er was hier geen indicatie voor. Dat er daardoor meer klachten zijn bijgekomen, komt door klager zelf. Ook toen klager net terug was van de specialist en rust moest houden, werd door bewaarders gezien dat klager gitaar speelde. Daarna had klager meer pijn.

Klager is regelmatig gezien door de huisarts, de verpleegkundige en door een specialist en zijn klachten zijn serieus genomen.

3. De beoordeling

Reikwijdte van het beroep

De beroepscommissie stelt vast dat in beroep voor het eerst wordt geklaagd over de wijze waarop klager is behandeld door de fysiotherapeut. De fysiotherapeut zou klager verkeerde oefeningen hebben gegeven. De klacht gaat hier niet over en dit onderwerp valt dus buiten de reikwijdte van het beroep. Wat in beroep daarover is aangevoerd zal de beroepscommissie daarom verder buiten beschouwing laten.

Tijdig doorverwijzen voor klagers operatie aan zijn pols

Volgens klager heeft hij te lang moeten wachten totdat hij daadwerkelijk is doorverwezen naar het ziekenhuis. Uit het dossier volgt dat de operatie oorspronkelijk stond gepland voor april 2020. Voor deze planning is de inrichtingsarts niet verantwoordelijk. De geplande afspraak voor de operatie is niet doorgegaan vanwege de coronamaatregelen die zijn getroffen om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Hoewel het voor klager belastend is geweest dat hij niet eerder aan zijn pols geopereerd kon worden, kan in redelijkheid niet worden geconcludeerd dat sprake was van een medische noodzaak voor een onmiddellijke doorverwijzing van klager naar het ziekenhuis.

In zoverre kan het handelen van de inrichtingsarts dan ook niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel (Pm) (oud). De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre ongegrond verklaren.

Het serieus nemen van klagers pijnklachten aan zijn pols

De beroepscommissie volgt klager niet in zijn standpunt dat hij niet serieus is genomen wat zijn pijnklachten betreft. Uit het dossier volgt dat klager verschillende pijnstillers voorgeschreven heeft gekregen: tramadol, lyrica en naproxen. Klager is zelf op een gegeven moment gestopt met deze medicatie. Klager wilde fentanylpleisters. Dit is een zeer verslavende pijnmedicatie. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de inrichtingsarts in redelijkheid kunnen besluiten deze pijnstilling niet aan klager voor te schrijven, vanwege klagers drugsgebruik en -verslaving in het verleden, maar ook omdat er voor het gebruik van die pijnstilling geen aanleiding was.

Er is voldoende aandacht besteed aan klagers pijnklachten. Het handelen van de inrichtingsarts kan in zoverre niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Pm (oud). De beroepscommissie zal het beroep in zoverre daarom ongegrond verklaren.

Knellen van het gips na zijn operatie

Klager stelt dat de inrichtingsarts geen oog heeft gehad voor zijn zwelling kort na de operatie en de pijnklachten ten gevolge van het gips om zijn pols. Klager heeft meermalen duidelijk gemaakt ondragelijke pijn te hebben. Hij is alleen door de verpleegkundige gezien.

Op 11 september 2020 heeft de verpleegkundige in het medisch dossier genoteerd dat de situatie door een arts moet worden beoordeeld, maar niet is gebleken dat deze beoordeling binnen een aanvaardbare termijn heeft plaatsgehad. Uit het medisch dossier volgt dat klager pas op 23 september 2020 voor het eerst een arts heeft gezien. In de tussentijd, op 11, 14, 16 en 21 september 2020, is klager alleen door een verpleegkundige gezien. Nu klager kort na de operatie herhaaldelijk bij de verpleegkundige heeft geklaagd over ondragelijke pijn en klager zijn gips vanwege zijn pijnklachten zelf heeft doorgeknipt, was er naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aanleiding om de inrichtingsarts in te schakelen en zo nodig te laten komen om klager in verband met zijn pijnklachten te beoordelen.

Het handelen van de inrichtingsarts – waarmee de verpleegkundige wordt gelijkgesteld wat het medisch beroepsrecht betreft – moet in zoverre worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Pm (oud). Dat de verpleegkundige op 11 september 2020 heeft gebeld met de polikliniek orthopedie, leidt niet tot een ander oordeel. De orthopeed heeft toen alleen algemene informatie gegeven en er is geen afspraak gemaakt om klager te zien.

De beroepscommissie zal het beroep in zoverre gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €50, .

Vitamine B12

Klager stelt dat hij diverse klachten heeft die zijn te herleiden naar een tekort aan vitamine B12. Uit de reactie op het beroepschrift volgt dat de uitslagen van het bloedonderzoek niet bevestigen dat sprake is van een tekort aan vitamine B12. Ook volgens de standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap was er onder die omstandigheden geen aanleiding B12-injecties te geven. De beroepscommissie heeft geen reden om aan de juistheid van deze inlichtingen te twijfelen. Behalve dat klager zelf stelt dat hij B12-injecties noodzakelijk acht, is die gestelde noodzaak niet nader onderbouwd.

In dit opzicht kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de destijds geldende norm van artikel 28 van de Pm (oud). De beroepscommissie zal het beroep in zoverre ongegrond verklaren.

De beroepscommissie merkt tot slot op dat voor zover klager zich wenst te beklagen over het aanbod van producten in de winkel, dit niet het handelen van de inrichtingsarts in deze procedure betreft.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het niet tijdig gezien worden van klager door de inrichtingsarts na klagers operatie gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-.

 

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 5 juli 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven