Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7986/GA, 26 mei 2021, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/7986/GA    

           

Betreft [klager]

Datum 26 mei 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld over de rechtsongelijkheid in leefomstandigheden tussen gedetineerden op de afdelingen E0 en B0.

De beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft op 25 augustus 2020 het beklag ongegrond verklaard (ZB-2019-548). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, mr. B.J. de Pree, en namens de inrichting, […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur en Z. Basse, juridisch medewerker, gehoord op de zitting van 14 april 2021 in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Het horen van partijen heeft plaatsgevonden via een telehoorvoorziening van de locatie Zuyder Bos.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager staat niet negatief tegenover het feit dat extra rechten worden toegekend, maar wel dat dit willekeurig is. De gedetineerden op afdeling E0 hebben aanzienlijk meer rechten dan klager die op afdeling B0 verblijft. Op geen enkele manier is aan klager ruimte geboden hier tevens gebruik van te maken. Klager meent daarom dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Klager is levenslanggestrafte en ook op afdeling E0 verblijven levenslanggestraften. De rechtsongelijkheid is bewust gecreëerd. Voorts is met klager pas na de afronding van een  pilot gesproken over de mogelijkheid van overplaatsing. Dit ging over een overplaatsing naar afdeling E1. Klager verblijft op een afdeling van 29 man, ook kortgestraften worden op afdeling B0 geplaatst. Op afdeling E0 worden uitsluitend gedetineerden met een straf vanaf zes jaar geplaatst. 

Standpunt van de directeur

De pilot heeft gedraaid op de afdelingen E en C en was gericht op het volgen van dagprogramma met zo min mogelijk inzet van personeelsleden. Ten tijde van de klacht was de pilot al afgerond. De rechten en  privileges hebben voorts betrekking op gedetineerden die destijds zijn overgeplaatst vanuit de penitentiaire inrichting (PI) Norgerhaven. De directeur was als gevolg van een rechterlijke uitspraak gehouden deze groep gedetineerden meer privileges te geven. Het gaat om drie gedetineerden, twee gedetineerden op afdeling E0 en één gedetineerde op afdeling E1. De privileges gelden niet voor andere gedetineerden.

De directeur meent dat er geen sprake is van rechtsongelijkheid. Op 19 augustus 2020 is met klager gesproken over een overplaatsing naar afdeling E1. Klager wilde hier geen gebruik van maken. Er is geen verschil tussen de afdeling E1 en E0. Afdeling B0 is groter en kent meer roulatie van gedetineerden. 

3. De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Weliswaar kan op basis van de toelichtingen van partijen worden vastgesteld dat sprake is van enige ongelijkheid in leefomstandigheden tussen klager die op afdeling B0 verblijft en de gedetineerden op afdeling E0, doch van rechtsongelijkheid is geen sprake. De directeur heeft ter zitting van de beroepscommissie toegelicht dat slechts drie gedetineerden die afkomstig zijn van de PI Norgerhaven meer privileges hebben, maar deze zijn het gevolg van een rechterlijke uitspraak. De verschillen tussen de afdelingen zijn terug te voeren tot verschillen in grootte en samenstelling van de afdelingen. De door klager aangehaalde pilot is voorts afgerond. De beroepscommissie betrekt in zijn oordeel tevens dat klager de mogelijkheid heeft overplaatsing aan te vragen naar een andere afdeling, maar – zo begrijpt de beroepscommissie – daarvan tot nu toe geen gebruik heeft gemaakt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 26 mei 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. Jongsma, voorzitter, drs. H. Heddema en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven