Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6072/GA, 30 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6072/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 30 september 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van  [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het feit dat de directeur in zijn zorgplicht om klager een veilige detentieomgeving te bieden is tekortgeschoten, als gevolg waarvan klager op 10 september 2019 door een medegedetineerde is geslagen.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 27 januari 2020 het beklag ongegrond verklaard (VU 2019/001705). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het coronavirus leidden ertoe dat het tot voor kort onduidelijk was wanneer behandeling op een zitting weer kon plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.

 

2. De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beroepscommissie heeft in – onder meer – RSJ 19 september 2018, R-71, overwogen dat de directeur een algemene zorgplicht heeft. Onderdeel daarvan is het waarborgen van de veiligheid binnen de inrichting en de veiligheid van de medewerkers en gedetineerden. Klager is weliswaar door een medegedetineerde geslagen, maar niet is gebleken dat dit het gevolg is van een tekortkoming in de nakoming van de zorgplicht van de directeur. Nu niet is gebleken dat de directeur onvoldoende heeft gedaan aan het waarborgen van de veiligheid van klager, zal het beroep ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 30 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, U.P. Burke en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven