Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5753/GM, 23 november 2020, beroep
Uitspraakdatum:23-11-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-20/5753/GM

              

Betreft [klager]

Datum 23 november 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hem te weinig vloeibare voeding en met de verkeerde smaak wordt verstrekt en dat er gesjoemeld wordt met zijn BMI.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 25 augustus 2020 in de PI Lelystad te worden gehoord. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid te worden gehoord. De inrichtingsarts heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager staat in zijn recht. Hij heeft een indicatie van zijn diëtiste buiten om driemaal per dag de Nutridrink Multi Fibre te krijgen. Haar beleid wordt niet nagekomen door de medische dienst. Klager heeft verlies van eetlust. Er zijn dagen dat hij niets eet en daarom zijn die drankjes noodzakelijk voor zijn gezondheid.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

Klagers klachten met betrekking tot het beschikbaar stellen van caloriedrank zijn serieus genomen. Alles is in het werk gesteld binnen de mogelijkheden van de penitentiaire setting om aan de wensen van klager tegemoet te komen. Blijkbaar is klager in het verleden door de huisarts verwezen naar een diëtiste in verband met ondergewicht, waarbij is uitgegaan van een BMI van 17. De buiten de Pl voorgeschreven drinkvoeding Nutridrink Multi Fibre is binnen de Pl in ruim voldoende mate beschikbaar gesteld aan klager. Met betrekking tot de klacht dat klager niet altijd de juiste smaak kreeg verstrekt, wordt opgemerkt dat dit niet aan de medische dienst ligt, omdat de levering door de keuken/catering gebeurt. Op 14 januari 2019 is klager gewogen en gemeten. Hierbij is vastgesteld dat er in voldoende mate is voorzien in zijn caloriebehoefte, aangezien er een stijging van het gewicht heeft plaatsgevonden naar 63 kg. Het BMl werd toen bepaald op 19,4, ruim voldoende om te stellen dat er geen sprake meer was van ondergewicht. Op 14 februari 2019 heeft klager het wegen geweigerd omdat hij bang was dat de Nutridrink hem dan afgenomen zou worden. Op 26 november 2019 is hij wel gewogen en was het BMI iets te laag. Op 22 januari 2020 heeft klager weer geweigerd om gewogen te worden. Het ondergewicht is niet pathologisch en aan klagers wensen wordt ruimschoots tegemoet gekomen door toch dagelijks tweemaal Nutridrink voor hem te bestellen, hoewel daar eigenlijk geen indicatie meer voor is en klager nauwelijks meewerkt aan een goede behandeling en monitoring van zijn eetstoornis.

 

3. De beoordeling

Uit de stukken en met name de medische gegevens van klager en de reactie op het beroepschrift van de inrichtingsarts is gebleken dat klager naast gewone voeding tweemaal daags Nutridrink is verstrekt. Vanaf begin 2019 is voldoende stijging van gewicht gemeten en geen daadwerkelijk (ernstig) ondergewicht meer geconstateerd, waarbij wordt opgemerkt dat klager meermalen weging heeft geweigerd, mogelijk omdat hij vreesde dat hem naast gewone voeding geen Nutridrink meer zou worden verstrekt.

Gelet op het voorgaande kan het handelen door of namens de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

Met betrekking tot het klachtonderdeel dat klager niet altijd de juiste smaak vloeibare voeding heeft ontvangen is uit het onderzoek gebleken dat de inrichtingsarts hiervan geen verwijt kan worden gemaakt.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 23 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. J.M. van Puffelen en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris

 

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven