Onderwerp: Bezoek-historie

Aanvulling en wijziging van het besluit DGAN-NB/15050604 project ‘Versterking Afsluitdijk’
Geldigheid:30-10-2020 t/m 31-12-2023Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Besluit

 

Geachte heer ,

 

Op 16 oktober 2020 heb ik uw schriftelijke verzoek ontvangen om:

 

A. ten behoeve van de constructie van de betonnen bouwkuipen voor het project ‘Versterking Afsluitdijk’ flocculanten te mogen toepassen. Dit verzoek betreft een aanvulling op de dd. 18 januari 2016 aan u verstrekte Nb-wetvergunning voor dit project met kenmerk DGAN-NB/15050604.

B. het voorschrift 21 van het besluit met kenmerk DGAN-NB/15050604, betrekking hebbend op de indieningsdatum en looptijd van het ecologisch werkplan, te wijzigen.

 

Uw verzoek is conform de daarover opgenomen passages in mijn goedkeuringsbesluit van het ecologisch werkplan 2020 voor het project ‘Versterking Afsluitdijk’ d.d. 6 augustus 2020 met het kenmerk DGNVLG/20212424.

 

1 Overwegingen

 

Met betrekking het verzoek onder A.:

Voor het maken van stabiele verbindingen tussen de constructieve onderdelen van de bouwkuipen is het noodzakelijk om het slib in de bouwkuip te verwijderen. De toepassing van flocculanten is hiervoor de meest effectieve methode.

De als flocculant toe te passen stof is in beginsel giftig en carcinogeen. Voor de toepassing (dosering en toediening) hiervan is reguliere regelgeving m.b.t. het zorgvuldig gebruik van giftige en carcinogene stoffen van toepassing.

Er wordt gebruik gemaakt van een gesloten systeem met doseerinstallatie. Dit systeem biedt voldoende garanties om te voorkomen dat flocculanten in het oppervlaktewater van de Waddenzee of het IJsselmeer terecht kunnen komen.

De in bijlage 4 (handelingskader voorkomen emissie van polymeren) opgenomen verwijzingen betreffen een alternatieve nummering van de bij de aanvraag gevoegde bijlagen 2 en 3 (ASD-NOT-155 betreft ASD-MEM-0208-A en ASD-NOT-1232 betreft ASD-MEM-0209-B). De ook in bijlage 4 genoemde notitie ASD-NOT-1106 is een interne administratieve werkinstructie die niet van belang is voor de beoordeling van de aanvraag en daarom ook niet bij de aanvraag is gevoegd.

Na zorgvuldige toepassing is het flocculant omgezet in een niet-bioactieve polymere stof, waardoor in 24-48 uur de giftige werking c.q. het mogelijk negatieve milieueffect is verdwenen.

Het slib wordt niet gestort of hergebruikt, maar afgevoerd naar een erkende verwerker om daar te worden verbrand.

Bij uitvoering van de activiteit conform de aanvraag en met het opnemen van de in de aanvraag genoemde randvoorwaarden en mitigerende maatregelen in de vergunningvoorschriften, is er voldoende zekerheid om eventuele negatieve effecten op de beschermde natuurwaarden te kunnen uitsluiten.

 

Met betrekking tot het verzoek onder B.:

De in het voorschrift 21 genoemde datum van indiening van het ecologisch werkplan voor de eerstvolgende periode van een jaar (de maand oktober) sluit niet aan op het tijdstip in het jaar waarop de benodigde ecologische monitoringgegevens beschikbaar komen en de tijdsduur die benodigd is voor het opstellen van het plan. Hierdoor blijkt de genoemde indieningsdatum onrealistisch.

Met een indiening van het ecologisch werkplan in de maand april en een looptijd van 1 juni t/m 31 mei wordt beter aangesloten op zowel de monitoringspraktijk als op de uitvoering van de periode van het jaar waarin de kans op negatieve ecologische effecten van het project het grootst is (najaar en winter).

Een dergelijke administratieve wijziging leidt niet tot andere conclusies van de passende beoordeling.

 

2 Conclusies

 

Bij het hanteren van de in de aanvraag aangegeven werkwijze bij de toepassing van flocculanten zijn er geen problemen te verwachten ten aanzien de giftigheid van de (rest)stoffen in het effluent dat in de bouwkuip terugstroomt.

Met de uitgevoerde passende beoordeling ten aanzien van de toepassing van flocculanten en de daarbij behorende rapportages en documenten, in combinatie met de mitigerende maatregelen en aanvullende vergunningvoorschriften, is de zekerheid verkregen dat de activiteit waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied.

Een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen is uit te sluiten.

 

 

3 Besluit

 

Op basis van mijn bovenstaande overwegingen en conclusies besluit ik om:

 

Het verzoek om flocculanten te mogen toepassen in de bouwkuipen voor het project “versterking Afsluitdijk’, door mij vergund op 18 januari 2016 met kenmerk DGAN-NB/15050604, toe te kennen onder de volgende voorschriften en beperkingen:

De toepassing betreft anionische flocculanten.

De flocculanten worden toegepast in een gesloten installatie c.q. systeem zoals omschreven in de bij de aanvraag gevoegde Werkinstructie polymeerdoseerinstallatie ASD-MEM-208 – A en het handelingskader d.d. 4 februari 2020.

Er is sprake van het gebruik van een doseerinrichting.

De dosering flocculant bedraagt maximaal 50 ppm.

Nadat het flocculant is toegevoegd mag er geen water/effluent uit het gesloten systeem weglekken naar het oppervlaktewater.

Er wordt vanuit het gesloten systeem geen effluent rechtstreeks in de Waddenzee of het IJsselmeer geloosd. Het effluent/proceswater stroomt na behandeling weer terug naar de bouwkuip. Het geloosde water verblijft daar minimaal 48 uur voordat het in oppervlaktewater van de Waddenzee of het IJsselmeer mag worden geloosd.

Het slib uit de installatie, met de daaraan gebonden flocculanten, wordt afgevoerd naar een professionele verwerker.

 

Voorschrift 21 van de op 18 januari 2016 met kenmerk DGAN-NB/15050604 aan u verleende vergunning, luidend:

Vergunninghouder legt jaarlijks per e-mail (nbwetteam@minez.nl) en uiterlijk in de maand oktober, te beginnen in 2017, een ecologisch werkplan voor het daarop volgende jaar ter goedkeuring voor aan het bevoegd gezag. Dit werkplan omvat de planning van de werkzaamheden op hoofdlijnen in ruimte en tijd in relatie tot de uitvoering van de mitigerende maatregelen zoals beschreven in de passende beoordeling en/of de voorschriften van deze vergunning. De voor het volgende jaar geplande werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd na ontvangst van de schriftelijke goedkeuring van het bevoegd gezag.

 

te wijzigen in:

 

Vergunninghouder legt jaarlijks per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) en uiterlijk in de maand april, een ecologisch werkplan voor het daarop volgende jaar (van 1 juni tot en met 31 mei van het jaar daarop volgend) ter goedkeuring voor aan het bevoegd gezag. Dit werkplan omvat de planning van de werkzaamheden op hoofdlijnen in ruimte en tijd in relatie tot de uitvoering van de mitigerende maatregelen zoals beschreven in de passende beoordeling en/of de voorschriften van deze vergunning. De voor het volgende jaar geplande werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd na ontvangst van de schriftelijke goedkeuring van het bevoegd gezag.

 

Dit besluit is aanvullend op mijn primaire besluit van 18 januari 2016 met kenmerk DGAN-NB/15050604 en dient in samenhang daarmee te worden beschouwd. De voorschriften uit het primaire besluit zijn ook van toepassing op de activiteit die met dit besluit wordt toegestaan.

 

 

 

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:




 

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

 

 

 

 

Bijlagen:

1. RWS#3936126 Aanvullingsverzoek

2. ASD-MEM-0208-A Werkinstructie polymeer doseer installatie

3. ASD-MEM-0209-B toepassing en onderbouwing gebruik polymeer

4. Handelingskader voorkomen emissie van polymeren

5. Certificaat 13192642

 

 

 

 

 

BEZWAAR

 

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

 

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

de naam en het adres van de indiener;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

de gronden van bezwaar.

 

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

 

 

PUBLICATIE BESLUIT

 

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur. Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven