Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6193/GA, 11 november 2020, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/6193/GA

Betreft [Klager]

Datum 11 november 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam (hierna: de directeur)

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, vanwege agressief, intimiderend en dreigend gedrag jegens een personeelslid alsmede het weigeren van een opdracht van het personeel, ingaande op 9 oktober 2019 om 16:15 uur en eindigend op 14 oktober 2019 om 16:15 uur.

De beklagcommissie heeft op 27 februari 2020 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €32,50 (S-2019-000646). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft mevrouw […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Schie, en klagers raadsman mr. M. de Reus gehoord op de zitting van 30 september 2020 in het Justitieel Complex Zaanstad. De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klager heeft echter geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Klager heeft tweemaal de aanwijzingen van een personeelslid geweigerd op te volgen. Klager heeft zich op een fysiek bedreigende en intimiderende manier in de zone van het personeelslid begeven, te weten vlak bij haar gezicht. Op die afstand heeft hij het personeelslid verzekerd dat hij haar aanwijzingen niet ging opvolgen en dat zij de directeur maar moest gaan halen. Klager zei dat hij niet met haar wilde praten, waarbij hij haar een ‘kankerhoer’ noemde. Het aannemen van een dreigende houding vlak bij haar gezicht en daarbij in haar gezicht schreeuwen heeft het personeelslid dan ook als dreigend ervaren. Terwijl het personeelslid wegliep, heeft klager haar nageroepen met de woorden ‘kankerhoer’ en ‘kankertrut’.

Uit het schriftelijk verslag blijkt dat klager in de persoonlijke en fysieke zone van het personeelslid is gaan staan, haar fysiek en mentaal heeft bedreigd, haar getracht heeft te intimideren en haar beledigd en geschoffeerd heeft. De directeur schaart dit gedrag onder de noemers ‘weigeren opdracht personeel’ en ‘verbale agressie en bedreiging fysiek/mentaal’ jegens een personeelslid, hetgeen volstrekt ontoelaatbaar en strafcelwaardig is. Volgens de landelijke Sanctiekaart 2019 heeft de directeur voor verbale agressie en bedreigen fysiek/mentaal, veertien dagen strafcel kunnen opleggen, echter heeft de directeur klager maar vijf dagen strafcel gegeven. Derhalve acht de directeur de opgelegde straf niet onredelijk of onbillijk.

Standpunt van klager

Volgens de raadsman is het eigenlijk maar een weinig verheffend incident geweest, waar drie dagen eigen cel een passende straf voor is. Er zijn twee categorieën waar verbale agressie onder kan vallen. Volgens de raadsman valt het gedrag van klager onder de categorie ‘niet meewerken en verbale agressie’ en niet onder de categorie ‘geweld’. Het gedrag van klager is niet bedreigend geweest.

3. De beoordeling

Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat uit de stukken kan worden opgemaakt dat naast het weigeren van een opdracht van het personeel er ook sprake is geweest van verbale agressie en fysieke dan wel mentale bedreiging, zoals bedoeld in de landelijke Sanctiekaart 2019. De beroepscommissie is van oordeel dat klager, doordat hij vlak voor het gezicht van het personeelslid is gaan staan en daarbij in haar gezicht heeft geschreeuwd, zich dreigend heeft opgesteld tegenover het personeelslid. Dergelijk gedrag is als meer dan alleen verbaal agressief aan te merken. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De grondslag voor de door de beklagcommissie aan klager toegekende tegemoetkoming komt daarmee te vervallen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is op 11 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. dr. P. Jacobs en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven