Nummer R-19/5170/GA
Betreft [Klager]
Datum 30 oktober 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de voorwaardelijke terugplaatsing in een gesloten inrichting.
De beklagcommissie bij de locatie Ter Peel te Sevenum heeft op 25 oktober 2019 het beklag ongegrond verklaard (TF 2019/000015). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het Coronavirus leidden ertoe dat het onduidelijk was wanneer behandeling op een zitting weer kon plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.
2. De beoordeling
Klager verbleef in de Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting (ZBBI) van de locatie Ter Peel. Naar aanleiding van de omstandigheid dat klager om hem moverende redenen niet langer wilde werken bij Woodproducts te Venray, heeft de directeur besloten hierop te reageren met – zo begrijpt de beroepscommissie – een waarschuwing, te weten een voorwaardelijke terugplaatsing vanuit de ZBBI in de gevangenis. Wanneer klager binnen veertien dagen geen ander werk zou hebben gevonden, zou de directeur de Minister voor Rechtsbescherming adviseren om over te gaan tot terugplaatsing van klager in de gevangenis. De directeur heeft hiervoor het formulier voor oplegging van een ordemaatregel gebruikt. Een waarschuwing is evenwel geen beslissing in de zin van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Nu geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, had klager niet in zijn klacht dienen te worden ontvangen. Gelet daarop zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Deze uitspraak is op 30 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. D. van der Sluis, voorzitter, U.P. Burke en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 16-11-2020 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 30-10-2020