Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0459/TB, 9 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/459/TB

betreft: [klager] datum: 9 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 30 januari 2006 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juli 2006, gehouden in de locatie Almere, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens de Minister, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie
van Justitie, en [...], maatschappelijk werker bij het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar de voorziening voor ongewenste vreemdelingen en illegaal verblijvenden van Veldzicht.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 23 december 1997 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is in maart 2002
geplaatst in de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen. De Minister heeft op 30 januari 2006 beslist klager te over te plaatsen naar de voorziening voor ongewenste vreemdelingen en illegaal verblijvenden van Veldzicht. Klager is op 10 april 2006
overgeplaatst naar Grittenveld te Hoogeveen (hierna: Grittenveld).

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Grittenveld.
Klager is vanuit een behandelsetting in een bajessetting geplaatst. In feite is er sprake van een bezuinigingsactie, waar klager de dupe van is geworden. Bewaarders zijn ineens sociotherapeuten geworden. Hij wil onder geen enkel beding in Grittenveld
verblijven. Zijn hele leven is overhoop gehaald. Klager is door de overplaatsing naar Grittenveld depressief geraakt. In de Pompekliniek zat hij naar gelang de omstandigheden goed. Klager had daar verder een humaan verblijf kunnen hebben. Hij kende de
mensen en had daar een sociaal netwerk. Het was daar heel prettig. Klager is voor Veldzicht te Balkbrug geselecteerd en vervolgens in Grittenveld te Hoogeveen geplaatst. Grittenveld is ondergebracht in een van strengste gevangenissen van Nederland De
Grittenborgh. De tbs-inrichting onderscheidt zich niet van andere afdelingen in de gevangenis. Klager verblijft op een gesloten vlak, waar hij niet vanaf kan. Hij wordt te pas en te onpas ingesloten en heeft een zeer beperkt dagprogramma. In
Grittenveld
kan hij nog maar drie uur per week bezoek ontvangen. In de Pompekliniek was dat 25 uur per week. Het bezoek kon ook overnachten in een appartement. Bij de beklagcommissie van Grittenveld zijn, ook door medebewoners, inmiddels 40 klachten ingediend.
Klager heeft zijn behandelcoördinator in Grittenveld nog maar éénmaal gezien. Hij wordt niet meer behandeld en krijgt geen onderwijs. Er wordt in Grittenveld geen behandelplan opgemaakt. De inspectie voor de sanctietoepassing heeft de situatie in
Grittenveld onderzocht. Het rapport wordt medio september 2006 verwacht. De wijze, waarop de tbs in Grittenveld tenuitvoer wordt gelegd, is onvoldoende en in strijd met artikel 3 EVRM. Het is onmenselijk en vernederend om klager in Grittenveld te
plaatsen. Alles wat in de Pompekliniek is opgebouwd, wordt nu weer afgebroken. Klager voelt zich in het afvalputje van de tbs gestopt. Hij had ook vanuit de Pompekliniek gerepatrieerd kunnen worden. Klager heeft de status van ongewenst vreemdeling. Om
die reden kan hij niet met proefverlof en kan de resocialisatiefase van klager niet aanvangen. Als klager wordt overgedragen aan België belandt hij in het interneringssysteem. Klager weet wat internering inhoudt. Dit zijn middeleeuwse toestanden. Je
verblijft dan met vier man op een kamer of met twintig man op een zaal. Klager heeft zelf contact gezocht met een Belgische kliniek. De enige mogelijkheid om daar opgenomen te worden, is middels internering en dat wil klager niet. Als klager in de
internering belandt, wordt hij eerst in een gevangenis geplaatst voor onbepaalde tijd. Klager hoopt dat hij in België een ambulante behandeling kan volgen met reclasseringstoezicht. Normaal gesproken zou klager volgens het verlengingsadvies op dit
moment over vormen van onbegeleid verlof hebben kunnen beschikken. De behandelcoördinator van de Pompekliniek had geen bezwaar tegen proefverlof. Klager is nooit betrokken geweest bij een incident en hem is nooit een sanctie opgelegd. Klager heeft er
veel te hard voor gewerkt om nu in Grittenveld te moeten zitten. Klagers advocaat in de vreemdelingenprocedure ziet nog mogelijkheden om de ongewenstverklaring ongedaan te maken. Verzocht wordt om de beslissing te vernietigen en om klager terug te
plaatsen naar de Pompekliniek, waar hij ook zijn uitzetting kan afwachten, en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Subsidiair wordt verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak in afwachting van het rapport van de inspectie voor de
sanctiepassing.

Namens de Minister is aangegeven dat voor patiënten zonder verblijfstitel een landelijke voorziening in Veldzicht is gecreëerd. Doel van de voorziening is vooral repatriëring. De selectie voor plaatsing in deze voorziening wordt bepaald aan de hand van
de volgende criteria:
1. De patiënt moet verwijderbaar zijn. De IND adviseert terzake.
2. De patiënt moet gestabiliseerd zijn. Acute pathologie zou de uitstroom medisch onverantwoord maken.
3. In het land van herkomst moet zonodig een vervolgopvang beschikbaar zijn. Dit vereist goede samenwerkingsafspraken met de overheden en de voorzieningen in de bestemmingslanden.
Op 4 augustus 2005 is van de algemeen directeur van de Pompekliniek een voordracht voor overplaatsing naar de betreffende voorziening van Veldzicht ontvangen. Uit deze brief komt het criterium van uitzetbaarheid naar voren. Klager heeft de Belgische
nationaliteit en zijn verzoek tot opheffing van de status van ongewenst vreemdeling werd gedurende zijn tbs-behandeling afgewezen.
Dat klager tot ongewenst vreemdeling is verklaard en de doelstelling van tbs resocialisatie is, bijt elkaar. Klager is in de gelegenheid gesteld om een mogelijkheid te vinden om terug te keren naar België, maar dat is niet gelukt. In België stelt men
zich op het standpunt dat klager moet worden overgedragen aan België. In afwachting van zijn overdracht is klager overgeplaatst naar de speciale afdeling Grittenveld. Opgemerkt wordt dat klager in de Pompekliniek een reguliere behandelplaats bezette,
hetgeen gezien de wachtlijsten zeer ongewenst is.
De voorzieningen in Grittenveld voldoen aan de eisen. Voor zover klager klachten heeft over bejegening en/of regime in de Grittenveld kan hij zich richten tot de beklagcommissie. Deze klachten zijn thans niet aan de orde. Er wordt behandeling geboden
maar die is gericht op repatriëring. Klager is met zijn status als ongewenste vreemdeling immers niet toegestaan om in Nederland te verblijven. Indien hij niet in Grittenveld zou verblijven zou hij in afwachting van uitzetting in de
vreemdelingenbewaring verblijven. In Grittenveld is expertise aanwezig voor wat betreft illegalen en ongewenst verklaarde vreemdelingen. Uitgangspunt is dat klager binnen redelijke termijn zal worden uitgezet. Het beroep wordt ongegrond geacht en geen
reden wordt gezien voor het toekennen van een tegemoetkoming.

De maatschappelijk werker verbonden aan Veldzicht heeft toegevoegd dat hij een werkbezoek heeft gebracht aan het Ministerie van Justitie te Brussel om te bezien hoe de verhoudingen liggen en hoe men in België omgaat met de overdracht van een
tbs-gestelde. Gebleken is dat de overname formeel geregeld moet worden. “Bovenlangs” terwijl door klager geïnformeerd is of er mogelijkheden zijn voor een informele oplossing. De repatriëring verloopt wat langzaam in verband met de WOTS-procedure, die
gevolgd wordt. In Grittenveld worden klager minder vierkante meters geboden dan in de Pompekliniek, maar wel wordt hem arbeid aangeboden en er is een voetbalveld. Klager heeft een flink aantal behandeljaren achter de rug en normaal gesproken zou hij nu
in de fase verkeren waarin toetsing van de behandeling zou plaatsvinden door middel van het verlenen van verloven. Gezocht werd naar een behandeling, die aan zou sluiten bij de behandeling die klager in de Pompekliniek is geboden, maar in België gaat
men de hele diagnostiek nog eens over doen. Klagers behandelplanbespreking is naar België gestuurd en gewacht wordt op een reactie. België is nu aan zet.
Er is een opzet voor een behandelplan, maar dat dient nog formeel vastgesteld te worden. Het behandelplan zal binnenkort worden vastgesteld, maar het is moeilijk om een datum te noemen in verband met vakanties van betrokken medewerkers.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Omtrent personen aan wie de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd en die tevens illegaal in Nederland verblijven of tot ongewenst vreemdeling zijn verklaard, heeft de Minister, gelet op de onmogelijkheid voor deze groep personen om terug te
keren in de Nederlandse maatschappij, in zijn brief van 27 oktober 2004 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer zijn beleidsvoornemens kenbaar gemaakt (Tweede Kamer, 2004-2005, 29452, nr.13). Deze beleidsvoornemens komen er kortgezegd op neer dat voor
illegalen en ongewenste vreemdelingen met tbs een sobere voorziening wordt gecreëerd, die primair gericht zal zijn op uitzetting van de desbetreffende vreemdelingen en vanuit dat perspectief adequate verzorging biedt. In zijn brief van 29 april 2005
met
kenmerk 5350499/05/DJI aan de hoofden van de (niet-) justitiële tbs-inrichtingen heeft de Minister de criteria vastgelegd voor de selectie van patiënten zonder verblijfsstatus voor de landelijke voorziening in Veldzicht:
1. De patiënt moet verwijderbaar zijn. Dat wil zeggen dat de IND adviseert en in samenspraak met de medewerkers van de voorziening in Veldzicht beslist welke patiënten uit het huidige totale bestand uitzetbaar zijn.
2. De patiënt moet gestabiliseerd zijn waar het de (acute) pathologie betreft die uitstroom medisch onverantwoord zou maken.
3. In het land van herkomst moet zonodig een vervolgopvang beschikbaar zijn. Dit vereist goede samenwerkingsafspraken met de overheden en voorzieningen in de bestemmingslanden. Bestaande samenwerking zal optimaal worden benut.

De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing van klager naar de voorziening voor ongewenste vreemdelingen en illegaal verblijvenden van Veldzicht genomen met inachtneming van de hierboven vermelde criteria. Klager, die tot ongewenst vreemdeling is
verklaard, daartegen geen beroep heeft ingediend en in afwachting is van repatriëring naar België, heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden
overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen. Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager over te plaatsen naar de voorziening voor ongewenste vreemdelingen en illegaal verblijvenden van Veldzicht niet in strijd met de wet en
kan
deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Overigens acht de beroepscommissie het onwenselijk dat er nog geen verplegings- en behandelingsplan is vastgesteld, terwijl klager als sinds 10 april 2006 in Grittenveld verblijft.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat voor zover klagers beroep betrekking heeft op de voorzieningen en de huisregels van Grittenveld, klager voor wat betreft dergelijke klachten, zoals vermeld in artikel 58, eerste lid, Bvt, een
klaagschrift
kan indienen bij de beklagcommissie.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dhr. J.L. Brand en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven