Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1690/GV, 26 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1690/GV

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 juli 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
-De helft van de straf zit er inmiddels op en vanuit de gevangenis kan worden aangegeven dat klager zich voorbeeldig gedraagt.
-De schadevergoeding aan de slachtoffers is volledig voldaan.
-De laatst opgegeven locatie, [A], ligt niet in de buurt van [B] en klager was ook niet van plan om daar tijdens het verlof naar toe te gaan.
-Klager mist zijn familie. Ook zijn vriendin, die hem nog steeds steunt en elke week op bezoek komt, zou hij graag een heel weekend zien.
-Het zou goed voor klager zijn om weer eens tussen de mensen te zijn; hij moet toch een keer de maatschappij in. Als hij bij zijn nicht in [A] verblijft kan zijn familie hem daar bezoeken.
-Ondanks de negatieve berichten in het nieuws over TBS’ers de laatste tijd, wil klager bewijzen dat het ook goed kan gaan.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en TBS met voorwaarden voor een pedoseksueel delict waar tien kinderen bij betrokken zijn geweest, voornamelijk jongetjes tussen de 12 en 16 jaar oud, over een periode van tien jaar. Gezien de
maatschappelijke commotie die momenteel rond het vervroegd naar buiten laten gaan van zedendelinquenten bestaat, lijkt het de selectiefunctionaris maatschappelijk onverantwoord, ook voor de slachtoffers van klager, om hem in dit stadium van zijn
detentie al verlof te verlenen. Het betreft zijn tweede verlofaanvraag en de einddatum van detentie is 2 juni 2006. De directeur van de inrichting heeft, gelet op de gevoelige problematiek, geen advies gegeven. Het openbaar ministerie heeft negatief
geadviseerd. De rechtbank die klager tot TBS met voorwaarden heeft veroordeeld heeft klager onder toezicht van de reclassering geplaatst en een verplichte klinische behandeling opgelegd. Wanneer klager in een te vroeg stadium vrijheden zou krijgen,
worden direct de voorwaarden tenietgedaan.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht heeft aangegeven de beslissing over toekenning van verlof, gelet op de gevoelige problematiek, aan de Minister over te willen laten. Ondanks het positieve gedrag van klager is men zich in de
inrichting bewust van het zwaarwegende advies van de officier van justitie.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam heeft, met verwijzing naar een eerder negatief advies van 18 april 2005, wederom negatief geadviseerd. De officier van justitie is er van overtuigd dat verlofverlening ook in dit
stadium van de detentie maatschappelijke onrust zal veroorzaken bij de slachtoffers en hun leefomgeving. De zaak heeft veel commotie veroorzaakt en het moet niet uitgesloten worden dat (één van) de slachtoffers zich tegen klager zal/zullen keren als
duidelijk wordt dat hij al met verlof is/mag.
Bij de politie bestaat geen bezwaar tegen het verlofadres, klagers nicht te [A].

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens verkrachting meermalen gepleegd en het plegen van ontuchtige handelingen en het hebben van gemeenschap met iemand beneden de 16 jaar meermalen gepleegd. De rechtbank heeft klager
tevens tot TBS met voorwaarden voor de duur van twee jaar veroordeeld. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 2 juni 2006.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de Minister niet in strijd is met de wet en dat deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder i van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij geeft hierbij zwaarwegende betekenis aan het gemotiveerde advies van de officier van justitie. Het risico van maatschappelijke onrust bij de
slachtoffers en hun leefomgeving bij verlofverlening aan klager is, gelet op de ernst en de aard van de gepleegde delicten en de commotie die de strafzaak heeft veroorzaakt, niet denkbeeldig. Daar komt bij dat [A] niet ver van [B] ligt. De kans op een
ongewenste persoonlijke confrontatie met klager kan weliswaar door het verbinden van voorwaarden aan het verlof worden verkleind, maar de maatschappelijke onrust kan in dit geval ook al onstaan door de enkele wetenschap dat klager met verlof mag gaan.
De beroepscommissie maakt uit het inrichtingsadvies bij de verlofaanvraag op dat de reclassering niet om advies is gevraagd en dat wordt, gelet op de door de rechtbank gestelde voorwaarden bij de TBS, als een groot gemis ervaren. De beroepscommissie
heeft goed kennis genomen van klagers positieve gedrag in de inrichting, maar de belangenafweging valt in dit stadium van de detentie niet in het voordeel van klager uit.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 26 augustus 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven