Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1075/GM, 27 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1075/GM

betreft: [klager] datum: 27 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een op 24 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Noord van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 13 mei 2004 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 augustus 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan voornoemde locatie heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 30 maart 2004, betreft het niet verstrekken van vaseline in zalfvorm na ontslag uit het penitentiair ziekenhuis.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Van 17 tot 22 maart 2004 is klager in het penitentiair ziekenhuis opgenomen geweest voor een operatieve ingreep (besnijdenis). De chirurg heeft bij gelegenheid van klagers ontslag uit het ziekenhuis antibiotica voorgeschreven,alsmede de daar werkzame verpleegkundige gevraagd klager vaselinegaas en een tube vaseline mee te geven. Bij terugkeer op unit 2 bleek klager geen tube vaseline te hebben meegekregen. De verpleegkundige heeft zijn verzoek hem eentube vaseline te verstrekken geweigerd en gezegd dat klager deze in de winkel diende te bestellen. Op 26 maart 2004 heeft de winkel deze geleverd, zodat klager vier dagen last van irritatie aan zijn penis heeft gehad. Bij hetconsult d.d. 25 maart 2004 was de inrichtingsarts bereid hem vaseline verstrekken, maar deze was niet voorhanden. De arts heeft de verpleegkundige opgedragen vaseline te bestellen. De verpleegkundigen verdienen een berisping.
Conform het advies van de medisch adviseur verzoekt klager de directie gevangeniswezen te verplichten de bestaande voorschriften aan te passen.
Ter zitting heeft klager nog het volgende aangevoerd.
De tube vaseline is in het penitentiair ziekenhuis klaar gelegd, maar om onduidelijke redenen heeft klager deze niet meegekregen. Het is een kleine moeite om van unit 2 even die tube op te halen. Klager heeft niet kunnen slapen vande pijn. Hij heeft parafine- in plaats van vaselinegaas gekregen. Dat eerste is sneller droog en trekt sneller in de huid.
Tien jaar geleden is klager als lid van de Gedeco van Norgerhaven betrokken geweest bij de opstelling van het rapport van de commissie-Van Dinter 'Zorg ingesloten' over de medische zorg binnen het gevangeniswezen. Van de in datrapport opgenomen aanbevelingen is niets terecht gekomen. Klager vraagt dringend aandacht voor het thans geschetste probleem. In het kader van bezuinigingen is beslist dat zelfzorgmiddelen niet meer worden vergoed. Echter in hetergste geval tien dagen wachten op zelfzorgmiddelen als Midalgan, vaseline en neusdruppels vindt klager onaanvaardbaar lang.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Alle voorschriften van de chirurg (antibiotica, controles bij de chirurg en de vaselinegazen) zijn opgevolgd. De niet door de chirurg voorgeschreven tube vaseline wordt niet vergoed door de verzekering en staat derhalve alszelfzorgmiddel op de winkellijst. De arts die klager 25 maart 2004 heeft gezien, is een invaller en het is mogelijk dat deze de verpleegkundige naar het beleid heeft gevraagd. De verpleegkundigen hebben zich gehouden aan de geldenderichtlijnen en hebben op voorschrift van de chirurg vaselinegazen verstrekt in plaats van de door klager gewenste vaseline in zalfvorm. Indien vaseline in zalfvorm medisch noodzakelijk zou zijn geweest, zou klager dit verstrekthebben verkregen. Een bestelling bij de apotheek houdt overigens een levertijd van een tot twee dagen in. De reden voor het oordeel van de medisch adviseur dat vaseline in die vorm wel noodzakelijk is geweest is voor deinrichtingsarts onduidelijk. Voorts bevreemdt de inrichtingsarts het advies van de medisch adviseur tot afwijking van de regels in gemotiveerde gevallen, gelet op het dienstbevel dat de inrichtingsartsen namens de minister isopgelegd om af te wijken van het gemotiveerde, door de medische dienst in het Scheveningse Complex gevoerde methadonbeleid.
Klager heeft alle noodzakelijke nazorg ontvangen. Over de classificatie van middelen als zelfzorgmiddelen en het functioneren van de winkellijst kan de inrichtingsarts geen uitspraak doen.

3. De beoordeling
Aannemelijk is dat de medische dienst conform de schriftelijke overdracht van de chirurg van het penitentiair ziekenhuis medicatie en vaselinegazen aan klager heeft verstrekt. Bij zijn terugkeer in de inrichting heeft klager deverpleegkundige om vaseline in zalfvorm verzocht, daarbij refererend aan een klaar gelegde tube vaseline en de opmerking van de chirurg 'gewoon een lik vaseline en dan voel je zo min mogelijk irritatie'. De verpleegkundige heeftverstrekking geweigerd. Klager diende bij gebreke van een uitdrukkelijk voorschrift door de chirurg zelf een tube vaseline in de winkel te kopen.
Het verzoek om vaseline in zalfvorm komt, gelet op de aard van de operatie, de beroepscommissie voor als een redelijk verzoek om medicijnen, voor de verstrekking waarvan de medische dienst verantwoordelijk is. Niet gebleken is datde medische dienst navraag in het penitentiair ziekenhuis heeft gedaan naar het advies aan klager terzake van de vaseline in zalfvorm. De redenering dat vaseline is aangemerkt als door de gedetineerden te betalen zelfzorgmiddel,waardoor het bij gebreke van een deswege door de medische dienst vastgestelde medische indicatie in de inrichtingswinkel dient te worden besteld en gekocht acht de beroepscommissie onjuist. Het onderbrengen van de gebruikelijke,door de gedetineerde zelf te betalen zelfzorgmiddelen in de inrichtingswinkel leidt er kennelijk toe dat gedetineerden in sommige gevallen meer dan een week moeten wachten op levering ervan. Zelfzorgmiddelen dienen al dan niet doorrechtstreekse tussenkomst van de medische dienst te worden geleverd op of omstreeks de dag waarop gedetineerden klachten hebben waarvoor het gebruik van een zelfzorgmiddel is geïndiceerd.
Het vorenstaande in samenhang en onderling verband bezien komt de beroepscommissie tot de slotsom dat het klager onthouden van vaseline in zalfvorm in strijd moet worden geacht met de zorg die door of namens de inrichtingsarts tenopzichte van klager betracht had moeten te worden. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, M.F. van Brederode-Zwart, huisarts en drs. S.H. Hartman-Faber, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden,secretaris, op 27 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven