Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1633/GA, 27 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1633/GA

betreft: [klager] datum: 27 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de gevangenis Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak d.d. 15 juli 2004 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 september 2004, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij de gevangenis Veenhuizen. Klagers raadsman mr. B.G.M. Frencken heeft berichtverhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de invoering van een zomerrooster waardoor het dagprogramma in de periode van 4 juli 2004 tot en met 28 augustus 2004 is ingekort tot 63 uren.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het zomerrooster is inmiddels afgelopen en de gedetineerden krijgen nu weer een dagprogramma van 78 uren aangeboden. Het ging, dat was vooraf bekend, om een tijdelijke wijziging van het dagprogramma van 4 juli 2004 tot en met 28augustus 2004. Dit is de gedetineerden bij brief van 8 juni 2004, derhalve tijdig, bericht. Vooraf heeft overleg met de gedetineerdencommissie plaatsgevonden. Zoals uit de brief van 8 juni 2004 bleek bleven de hekken tussen deafdelingen gedurende het dagprogramma geopend. Daardoor konden de gedetineerden vrijelijk gaan en staan waar ze wilden; zij hoefden dus niet op de afdeling of in hun cel te blijven. Dit aspect van de tijdelijke maatregel, waar degedetineerdencommissie zeer content mee was, zagen wij als een gebaar naar de gedetineerden toe ter compensatie van het lagere aantal uren dagprogramma. Ik merk hierbij overigens wel uitdrukkelijk op dat met het geboden aantal uren,63 uren, aan het wettelijk minimum werd voldaan.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het dagprogramma hoort te zijn zoals in de huisregels is aangegeven. Het dagprogramma hangt op de afdeling ter inzage op prikborden. Daar staat dat het dagprogramma 78 uren bedraagt. Aangezien de huisregels niet gewijzigd zijn, gaathet hier om een uitgemaakte zaak: de invoering van het zomerrooster had alleen gekund door de huisregels aan te passen.
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie mag het niet zo zijn dat bezuinigingen en organisatorische problemen op gedetineerden worden afgewenteld. Dat is hier nu juist wel gebeurd. In de warme zomermaanden hebben we tercompensatie niet eens een ijsje gekregen. Het geopend zijn van de afdelingshekken levert voor mij geen vorm van compensatie op, omdat ik mij, anders dan anderen, toch al over verschillende afdelingen mocht begeven.
Ik merk tenslotte nog op dat ik in een vrij oude inrichting verblijf, waar het celoppervlak kleiner is dan het wettelijk minimum. Daardoor komt zo’n zomerprogramma nog harder aan.

Klagers raadsman heeft in het bericht van verhindering tevens aangegeven zich inhoudelijk aan te sluiten bij het oordeel van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De invoering van het zogenoemde zomerrooster, waardoor het dagprogramma in de periode van 4 juli 2004 tot en met 28 augustus 2004 is ingekort tot 63 uren, betreft een regel die geldt voor alle in de inrichting verblijvendegedetineerden. Nu die regel niet strijdig is met hogere regelgeving en evenmin van onzorgvuldige toepassing is gebleken, staat tegen die algemene regel geen beklag open. Het beroep van de directeur zal om die reden gegrond wordenverklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 27 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven