Overgangsregeling voormalige FLO-functies defensie
Gelet op:
- de artikelen 88 en
119 van het Burgerlijk
ambtenarenreglement defensie (Bard);
Vastst./Wijz datum | Bron | Nummer | Wijz. t.a.v. | Inwerkingtr. datum |
28-03-03 | DAVB | P/2003001883 | | 01-04-03 |
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze regeling wordt verstaan onder voormalige FLO-functie:
een functie waarvoor tot een peildatum (datum die door het bevoegd gezag als
zodanig is bepaald) een leeftijdsgrens gold in de zin van artikel 119, eerste of
tweede lid, van het Bard.
Artikel 2 Behoud aanspraken
Op de ambtenaar die op een bepaalde peildatum werkzaam is op een voormalige
FLO-functie blijven, ongeacht de functie die hij sindsdien binnen Defensie
bekleedt of gaat bekleden, de leden 3 tot en met 6 van artikel 119 van het Bard
van overeenkomstige toepassing, indien hij:
- ten aanzien van een functie waarbij een leeftijdsgrens gold bedoeld in het
eerste lid van artikel 119, op de peildatum de leeftijd van 50 jaar heeft
bereikt;
- ten aanzien van een functie waarbij een leeftijdsgrens gold bedoeld in het
tweede lid van artikel 119, op de peildatum de leeftijd van 55 jaar heeft
bereikt.
Artikel 3 Gedeeltelijk behoud aanspraken
Op de ambtenaar die op een bepaalde peildatum werkzaam is op een voormalige
FLO-functie blijven, ongeacht de functie die hij sindsdien binnen Defensie
bekleedt of gaat bekleden, de leden 4 tot en met 6 van artikel 119 van het Bard
van overeenkomstige toepassing en wordt hem volgens een van de onderstaande
tabellen met de met zijn leeftijd op de peildatum corresponderend aantal maanden
later dan de oorspronkelijk van toepassing zijnde leeftijd ontslag verleend,
indien hij:
- ten aanzien van een functie waarbij een leeftijdsgrens gold als bedoeld in
het eerste lid van artikel 119, op de peildatum de leeftijd van 45 jaar heeft
bereikt doch jonger is dan 50 jaar:
| Leeftijd op peildatum | Ontslag |
| 49½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 2 maanden |
| 49 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 4 maanden |
| 48½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 6 maanden |
| 48 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 8 maanden |
| 47½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 10 maanden |
| 47 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 12 maanden |
| 46½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 14 maanden |
| 46 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 16 maanden |
| 45½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 18 maanden |
| 45 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 55 + 21 maanden |
- ten aanzien van een functie waarbij een leeftijdsgrens gold als bedoeld in
het tweede lid van artikel 119, op de peildatum de leeftijd van 50 jaar heeft
bereikt doch jonger is dan 55 jaar:
| Leeftijd op peildatum | Ontslag |
| 54½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 2 maanden |
| 54 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 4 maanden |
| 53½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 6 maanden |
| 53 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 8 maanden |
| 52½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 10 maanden |
| 52 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 12 maanden |
| 51½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 14 maanden |
| 51 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 16 maanden |
| 50½ | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 18 maanden |
| 50 | 1e v/d maand volgend op de leeftijd van 60 + 21 maanden |
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2003.
Artikel 5 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Overgangsregeling voormalige FLO-functies
defensie.
Algemeen
FLO-functies zijn functies die oorspronkelijk geacht werden zodanige eisen te
stellen aan de fysieke of psychische draagkracht van werknemers dat “een juiste
vervulling ervan tot het 65e jaar in het algemeen niet kan worden verwacht”.
Rechtspositioneel zijn deze functies ondergebracht in artikel 119 van het Bard
en kennen zij een ontslagleeftijd van 55 jaar (eerste lid) of 60 jaar (tweede
lid). Tegenwoordig spreekt men van ‘substantieel bezwarend’. De term
‘substantieel bezwarend’ verwijst naar een disbalans tussen de fysieke en
mentale capaciteiten (de belastbaarheid) van functionarissen en de eisen die de
functie aan hen stelt (de belasting).
Bij Defensie komen FLO-functies voornamelijk nog voor in de functiecategorieën
van brandweer (KL en KM), bewaking (Marine Bewakings Corps), aan boord van
diverse vaartuigen van de KM.
Enige jaren geleden is Defensie gestart met het inventariseren en kritisch tegen
het licht houden van de aanwezige FLO-functies. Achtergrond hiervan was en is de
arbeidsparticipatie van oudere werknemers te bevorderen. Enerzijds leidt dit
ertoe dat functies worden geschrapt van de lijst van FLO-functies. Dit kan het
geval zijn bij functies waarvan inmiddels kan worden vastgesteld dat zij,
vanwege technische / ergonomische of andere ontwikkelingen, niet meer als
substantieel bezwarend kunnen worden gezien. Ook kan om andere reden worden
geconcludeerd dat de oorspronkelijke leeftijdsgrens niet meer van toepassing is,
bijvoorbeeld omdat een bepaalde functiecategorie wordt opgeheven.
Anderzijds betekent dit dat, in het kader van Leeftijdsbewust Personeelsbeleid,
maatregelen worden genomen om te bereiken dat, zeker in die gevallen waarin
functies nog wel substantieel bezwarend kunnen worden geacht, werknemers meer
mogelijkheden hebben bijvoorbeeld om op enig moment tot een verandering in hun
loopbaan te komen (met toepassing van scholings- en mobiliteitsbeleid en
individueel maatwerk) dan wel dat op andere wijze preventieve maatregelen worden
genomen.
Een recent voorbeeld van een situatie waarin, in dat geval door onderzoek, is
gebleken dat de ratio om een ontslagleeftijd als bedoeld in artikel 119 van het
Bard te hanteren is komen te vervallen, betreft de militaire inlichtingen- en
veiligheidsdienst (mivd, voorheen: MID). In het geval van de mivd bleken 17 van
de 31 onderzochte functies niet (meer) als substantieel bezwarend te kunnen
worden aangemerkt. Voor deze personeelsleden van de mivd, die op de peildatum
werkzaam waren op dergelijke voormalige FLO-functies, wordt het onderhavige
overgangsrecht voor het eerst gehanteerd.
De overgangsregeling is tevens bedoeld voor andere personeelsleden die momenteel
functies vervullen die zijn opgenomen in artikel 119 van het Bard, en waarbij in
de toekomst wordt beslist dat de geldende leeftijdsgrens niet meer van
toepassing is, dan wel wordt vervangen door een andere leeftijdsgrens.
Artikel 1
De overgangsregeling is van toepassing op voormalige FLO-functies. In dit
artikel wordt bepaald wat wordt verstaan onder het begrip ‘voormalige
FLO-functie’. Onder een voormalige FLO-functie wordt hier verstaan een functie
waarvoor tot een bepaalde peildatum een leeftijdsgrens gold in de zin van
artikel 119, eerste of tweede lid, van het Bard. Voor de mivd is de peildatum de
datum van inwerkingtreding van de onderhavige regeling. In toekomstige gevallen
zal die datum steeds afzonderlijk bepaald moeten worden.
Artikel 2 en 3
De artikel 2 en 3 bepalen welke personeelsleden aanspraak kunnen blijven
maken op toepassing van de oorspronkelijk voor hen geldende ontslag- en
uitkeringsvoorwaarden. Het betreft personeelsleden die 5 respectievelijk 10 jaar
of korter van hun oorspronkelijke ontslagleeftijd verwijderd zijn.