Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 98/0116t en 98/0211t C, 23 augustus 1999, beroep
Uitspraakdatum:23-08-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: C 98/116 en C 98/211 (tegemoetkoming)

betreft: [klager] datum: 23 augustus 1999

UITSPRAAK

van de beroepscommissie uit de sectie terbeschikkingstelling van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing, bedoeld in art. 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT).

Bij uitspraak van 20 oktober 1998 en in het verlengde daarvan bij uitspraak d.d. 4 februari 1999 heeft de beroepscommissie de door [...], verder te noemen appellant, ingestelde beroepen tegen beslissingen van de Minister vanJustitie, verder te noemen de Minister, tot verlenging van de passantentermijn gegrond verklaard en de bestreden beslissingen vernietigd op materiële gronden vanwege de duur van de passantentermijn. De beroepscommissie heeft daarbijtevens bepaald dat aan appellant een nader te bepalen tegemoetkoming als bedoeld in artikel 66, zevende lid, in verbinding met artikel 69, vijfde lid, BVT wordt toegekend en heeft de uitspraak omtrent de hoogte van dezetegemoetkoming aangehouden.

Blijkens op 16 juli 1999 van de Minister ontvangen inlichtingen hebben appellant en de Staat der Nederlanden in juni 1999 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij is overeengekomen dat de Staat appellant een bedrag van f.29.250,= betaalt als vergoeding van de schade die hij heeft geleden ten gevolge van de duur van de passantentermijn over een periode van zes maanden na 30 december 1996 tot 14 januari 1999. Voorts is daarbij overeengekomen datappellant afstand doet van elk ander recht of andere vordering in verband met de genoemde passantentermijn en dat hij de Staat terzake finale kwijting verleent.

Gelet op het vorenstaande is geen plaats meer voor een door de beroepscommissie te bepalen tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, prof. dr. F.H.L. Beyaert en mr. J.J. van Oostveen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 23 augustus 1999

secretaris voorzitter

Naar boven