Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4976/GA, 21 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:21-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/4976/GA      

Betreft [Klager]

Datum 21 oktober 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen (ZB-2018-673):

a.  de omstandigheid dat hij tijdens de hem opgelegde disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, voor de duur van drie dagen, geen mogelijkheid heeft gehad om te koken en dat aan hem geen kant-en-klaarmaaltijd is aangeboden; en

b.  de omstandigheid dat aan hem is geweigerd een beklagformulier uit te reiken, toen hij daar om vroeg.

De beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft op 27 september 2019 beklag a. ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. K. Bruns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De beoordeling

Beklag a.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Beklag b.

De beklagrechter heeft niet beslist op de klacht van klager dat hem naar aanleiding van zijn verzoek is geweigerd een beklagformulier uit te reiken en dat het beklagformulier pas aan hem werd uitgereikt nadat hij zei dat hij dan zijn advocaat wilde bellen.

De beroepscommissie zal dit onderdeel van het beklag om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie afdoen. Op grond van artikel 60, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet draagt de directeur zorg dat een gedetineerde die beklag wenst te doen daartoe zo spoedig mogelijk in de gelegenheid wordt gesteld. De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat klager niet meteen een beklagformulier verstrekt heeft gekregen toen hij hierom vroeg. De beroepscommissie zal dit beklag ongegrond verklaren.

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter. De beroepscommissie verklaart beklag b. ongegrond.

Deze uitspraak is op 21 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven