Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4279/GA, 21 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-19/4279/GA             

           

Betreft [klager]            Datum 21 september 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van […] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het insluiten van klager op cel tijdens de arbeid.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht heeft op 21 juni 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PD-2019-240). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. B. Hartman en de directeur van de PI Dordrecht (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is het niet eens met de gang van zaken en de manier waarop zijn klacht is afgehandeld. Klager is niet gehoord. De directeur liegt, klager kan alles weerleggen. Klager had gehoopt dat dit opgelost zou worden, voordat hij vrijkomt. Klager verblijft vanaf 27 juli 2019 in Spanje. Hij wil mondeling gehoord worden en is bereid hiervoor vanuit Spanje over te komen.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft niet gereageerd op het beroep.

 

3. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Voor zover klager heeft geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld

Klager klaagt over het feit dat hij gedurende de arbeid is ingesloten op zijn cel, ondanks de omstandigheid dat hij arbeidsongeschikt is verklaard. Dit betreft een beslissing van de directeur waartegen op grond van artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet beklag openstaat. De beklagrechter had klager ontvankelijk in zijn beklag moeten verklaren. De uitspraak van de beklagrechter zal daarom worden vernietigd en de beroepscommissie zal de klacht alsnog inhoudelijk beoordelen.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie, onder andere RSJ 2 februari 2015, 14/3586/GA, en RSJ 21 februari 2018, 17/1269/GA, rust op de directeur ten aanzien van een gedetineerde die als gevolg van structurele omstandigheden, zoals langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kan deelnemen, een inspanningsverplichting de gedetineerde niet alleen in staat te stellen zich gedurende de arbeidsuren buiten zijn cel op te houden, maar hem tijdens die uren zoveel mogelijk alternatief programma aan te bieden.

De beroepscommissie begrijpt dat tussen klager en de directeur in geschil is of klager voor onbepaalde of bepaalde tijd arbeidsongeschikt is verklaard. Klager stelt dat hij door de inrichtingspsycholoog voor onbepaalde tijd arbeidsongeschikt is verklaard, zodat hij gedurende de arbeidsuren buiten zijn cel zou mogen verblijven. De directeur stelt in zijn verweerschrift van 11 mei 2019 in de procedure bij de beklagrechter dat de inrichtingsarts klager op 12 april 2019 een medische kaart heeft verstrekt die geldig is tot 12 mei 2019, hetgeen betekent dat klager voor bepaalde tijd arbeidsongeschikt is verklaard. De beroepscommissie heeft geen reden te twijfelen aan de toelichting van de directeur, temeer nu de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid in de PI onder de verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts plaatsvindt. Klager heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de toelichting van de directeur onjuist is. Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 21 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, U.P. Burke en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven