Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5244/GA, 9 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/5244/GA                        

Betreft [klager]            Datum 9 september 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van plaatsing in afzondering, voor de duur van zeven dagen, vanwege een positieve uitslag bij een urinecontrole.

De commissie van toezicht bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft op 17 september 2019 de klacht als ingetrokken beschouwd.

Klagers raadsman, mr. P.J. Stronks, heeft namens klager hiertegen beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie Zuyder Bos (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager stelt dat geen wettelijke mogelijkheid bestaat om het namens hem ingediende klaagschrift zonder zijn ondubbelzinnige toestemming in te trekken. Volgens klager heeft de commissie van toezicht zijn beklag zonder zijn toestemming en zonder zijn opdracht daartoe aangemerkt als ingetrokken. Het klaagschrift van 4 juli 2019 is voorzien van gronden. Daarnaast is het klager onbekend om welke reden aan hem is verzocht om kenbaar te maken of hij het beklag wenste te handhaven. Namens klager is een klaagschrift aanhangig gemaakt bij de commissie van toezicht waarmee hij zijn wil heeft geuit om daadwerkelijk een klacht in te dienen. Klagers gedragingen hebben nimmer aanleiding gegeven om aan te nemen dat hij de wens heeft om zijn beklag in te trekken. Klager verzoekt om zijn beroep gegrond te verklaren en om het beklag terug te wijzen naar de commissie van toezicht.

Standpunt van de directeur

De directeur geeft aan geen nader standpunt te hebben.

3. De beoordeling

Namens klager is een klacht gedateerd op 4 juli 2020 bij de beklagcommissie ingediend. Op 2 september 2019 heeft de commissie van toezicht een brief naar klager gestuurd waarin onder meer is opgenomen:

“Inmiddels heb ik vernomen dat u de inrichting heeft verlaten. Voor de afhandeling van uw klacht wil ik graag weten of u nog een beslissing wenst van de beklagcommissie. Indien u geen behoefte meer heeft aan een beslissing hoeft u niet te reageren. Ik zal dan de klacht als ingetrokken beschouwen. Indien u wel een beslissing wenst, verzoek ik u mij dat binnen 14 dagen na heden schriftelijk bekend te maken.”

Op 8 november 2019 heeft de commissie van toezicht een bericht naar de raadsman gestuurd waarin staat dat de klacht op 17 september 2019 is ingetrokken.

Klager kan in zijn beroep worden ontvangen, nu de beroepscommissie de beslissing om de klacht als ingetrokken te beschouwen gelijk stelt met een uitspraak van de beklagcommissie waartegen op grond van artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselwet beroep open staat. De wettelijke regels bevatten geen voorschriften voor het intrekken van klachten. Intrekking is wel mogelijk. Uit het oogpunt van een goede procesorde is dan wel vereist dat klager bewust afstand van de verdere behandeling van het beklag doet. Naar het oordeel van de beroepscommissie betekent dit, om misverstanden te voorkomen, dat de intrekking schriftelijk geschiedt (vgl. RSJ 13 december 2016, 16/2708/GA).

Nu in dit geval de beklagcommissie de klacht als ingetrokken heeft beschouwd op grond van het uitblijven van een reactie op de brief van 2 september 2019 – die aan klager is verzonden op het adres van de Penitentiaire Inrichting en die niet naar klagers raadsman is gestuurd – is niet vast komen te staan dat de brief door klager is ontvangen en evenmin dat klager bewust afstand heeft gedaan van de verdere behandeling van het beklag. Gelet op het voorgaande is geen sprake van een rechtsgeldige (schriftelijke) intrekking van de klacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de zaak zal worden teruggewezen naar de beklagcommissie teneinde te oordelen over het hier aan de orde zijnde beklag.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de beklagcommissie om de klacht als ingetrokken te beschouwen. Zij wijst de zaak terug naar de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos teneinde op de klacht te beslissen.

Deze uitspraak is op 9 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, U.P. Burke en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. S.C. Vogel, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven