Beleidsregel flexibilisering arbeidsduur defensie (BFAD)
Vastst./Wijz
datum | Bron | Nummer | Wijz. t.a.v. | Inwerkingtr.
datum |
16-01-04 | DAVB | P/2003008901 | | 16-01-04 |
24-05-06 | HDP | P/2006016331 | Artikel 1 | 05-09-05 |
Doelstelling: Bekendmaking van beleid m.b.t. de toepassing van de
flexibilisering van de arbeidsduur bij Defensie
Juridische grondslag:
- Artikel 54d,
54e en 54f Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR)
- Artikel 30da,
30db en 30dc Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD)
Artikel 1 Begripsbepalingen
1. De begripsbepalingen, zoals opgenomen in de artikelen
1 en
54a AMAR en
artikel 30a BARD,
zijn van toepassing op deze beleidsregel.
2. Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt
verstaan onder:
commandant:
de commandant als bedoeld in de Regeling aanwijzing commandanten defensie.
Artikel 2 Tijdelijke verlenging van de arbeidsduur (artikel 54d, lid 3, AMAR ; artikel 30da, lid 3, BARD)
1. Een aanvraag voor een aanspraak op een tijdelijke verlenging van de
arbeidsduur, wordt door de commandant afgewezen, indien
- naar het oordeel van de commandant voor betrokken militair of ambtenaar
geen of onvoldoende werkzaamheden voorhanden zijn die in redelijkheid aan hem
kunnen worden opgedragen;
- door deze toewijzing de door een hogere commandant toegewezen
formatieruimte wordt overschreden.
2. Onder formatieruimte, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt
verstaan de voor een bepaald kalenderjaar maximum toegestane begrotingssterkte,
uitgedrukt in aantal formatieplaatsen (VTE’n van 38 uur).
Artikel 3 Moment van ontstaan en vervallen van de aanspraak bij functiewisseling (artikel 54d, lid 4, en 54e, lid 6, AMAR; artikel 30da, lid 4, en 30db, lid 5, BARD)
Indien de datum van plaatsing op een nieuwe functie voor de militair of
ambtenaar niet valt op de eerste dag van de kalendermaand, dan geldt het
navolgende:
- de bestaande aanspraak op een tijdelijke verkorting of verlenging van de
arbeidsduur van het rooster die de militair of ambtenaar geniet op de oude
functie, vervalt op de eerste dag van de maand volgend op de datum van
plaatsing op de nieuwe functie;
- een nieuwe aanspraak op een tijdelijke verkorting of verlenging van de
arbeidsduur van het rooster die de militair of ambtenaar gaat genieten op de
nieuwe functie, gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van
plaatsing op de nieuwe functie.
Artikel 4 Datum indiening aanvraag voor aanspraak bij indiensttreding ambtenaar, eerste functievervulling militair, en bereiken leeftijd van 30 jaar BBT-militair (artikel 54d, lid 2, en 54e, lid 3, AMAR; artikel 30da, lid 2, en 30db, lid 3, BARD)
1. Een aanvraag voor een tijdelijke verlenging of verkorting van de
arbeidsduur van het rooster dient in de regel vóór 1 oktober, voorafgaande aan
het desbetreffende kalenderjaar waarvoor de aanvraag geldt, te worden ingediend
bij de commandant. In aanvulling hierop geldt het navolgende.
2. De ambtenaar die bij Defensie in dienst treedt, kan, in de maand waarin
hij in dienst treedt een aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, indienen.
Indien met de aanvraag wordt ingestemd, gaat deze aanspraak in op de eerste dag
van de maand volgend op de datum waarop hij in dienst is getreden.
3. De militair die na voltooiing van zijn initiële opleiding wordt geplaatst
op zijn eerste functie, kan in de maand waarin hij wordt geplaatst op die
functie een aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, indienen. Indien met de
aanvraag wordt ingestemd, gaat deze aanspraak in op de eerste dag van de maand
volgend op de datum waarop hij op die functie is geplaatst.
4. De militair die voor bepaalde tijd is aangesteld bij het beroepspersoneel,
kan, in de maand waarop hij de leeftijd van 30 jaar bereikt, een aanvraag, als
bedoeld in het eerste lid, indienen. Indien met de aanvraag wordt ingestemd,
gaat deze aanspraak in op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop
hij de leeftijd van 30 jaar heeft bereikt.
Artikel 5 Directe verroostering van de tijdelijke verkorting van de arbeidsduur (artikel 54e, lid 5, AMAR)
Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt een aanvraag van een militair voor
een tijdelijke verkorting van de arbeidsduur, in de vorm van directe verwerking
in het rooster, door de commandant toegestaan. Een dergelijke aanvraag wordt
door de commandant getoetst aan het dienstbelang. Bij deze toetsing zal het met
name gaan om de vraag in hoeverre het mogelijk is de gemiddelde arbeidsduur van
36 uur per week in te passen in de bedrijfsvoering van het betreffende
organisatieonderdeel. Het werkaanbod in relatie met de personele capaciteit is
hierbij sturend.
Artikel 6 Samenloop van aanspraak met uitzending (artikel 54d Amar)
1. Voor de militair die wordt uitgezonden in het kader van een operatie als
bedoeld in artikel 1, onderdeel a, VVHO, en die een aanspraak geniet op:
- een tijdelijke verkorting van de arbeidsduur, waarbij die verkorting
direct wordt verwerkt in het voor de betrokken militair geldende rooster,
- of een aanspraak geniet op een tijdelijke verlenging van de arbeidsduur,
wordt zijn aanspraak voor de duur van de uitzending opgeschort. Voor hem
wordt, vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van uitzending tot
de eerste dag van de maand volgend op de datum van terugkeer van uitzending, de
korting, hetzij de toeslag op het inkomen stop gezet.
2. Voor de militair die wordt uitgezonden in het kader van een operatie als
bedoeld in artikel 1,
onderdeel a, VVHO, en die een aanspraak geniet op een tijdelijke verkorting van
de arbeidsduur, waarbij die verkorting wordt gerealiseerd in de spaarvariant,
blijft de aanspraak op spaaruren gedurende de periode van uitzending in stand.
De daarbij behorende korting op het inkomen wordt voortgezet.
Artikel 7 Samenloop van aanspraak met ziekte en cursus
De aan de militair of ambtenaar verleende aanspraak op een tijdelijke
verlenging of verkorting van de arbeidsduur van het rooster blijft, in het geval
van ziekte of een cursus, voor zover dit bij de aanvang van de cursus niet
gepaard gaat met een functiewisseling, gedurende het kalenderjaar in stand.
Artikel 8 Aanvraagtermijn voor de opname spaarurentegoed (artikel 54f, lid 5, AMAR)
Een aanvraag voor een gehele of gedeeltelijke opname van het spaarurentegoed
dient ten minste 6 maanden voorafgaand aan de gewenste datum van aanvang van de
opnameperiode te worden ingediend. Deze aanvraagperiode geldt niet in situaties
waarbij, gezien het moment van bekendstellen van de plaatsingsdatum, niet meer
kan worden voldaan aan de 6-maandentermijn.
Artikel 9 Intrekking
De navolgende beleidsregels worden ingetrokken.
- Beleidsregel tijdelijke verlenging van de arbeidsduur Koninklijke
Landmacht (BTVAKL);
- Beleidsregel tijdelijke verlenging en verkorting van de arbeidsduur KMar;
- Beleidsregel werk- en rusttijden Koninklijke Luchtmacht (BWRTKLu);
- Tijdelijke beleidsregels flexibilisering arbeidsduur zeemacht;
- Beleidsregel werk- en rusttijden van de Centrale Organisatie.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de datum van vaststelling
van deze beleidsregel.
Artikel 11 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als "Beleidsregel flexibilisering
arbeidsduur defensie” (BFAD) en wordt gepubliceerd in de MP-32 serie (militair
en burgerpersoneel).