Verzoek tot ontheffing van het concentratieverbod zonder voorafgaande goedkeuring
1. Op 21 februari 2020 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een verzoek ontvangen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), tot het verlenen van ontheffing van het verbod om een concentratie tot stand te brengen. In dit verzoek is medegedeeld dat Stichting Woonzorg Flevoland voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over onderdelen van Stichting Roebia Zorg in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (Mw).
Partijen
2. Stichting Woonzorg Flevoland (hierna: Woonzorg Flevoland).
3. Stichting Roebia Zorg (hierna: Roebia Zorg) levert wijkverpleging en huishoudelijke hulp in het Gooi en Almere.
Het voornemen
4. Het voornemen betreft de overname van cliënten en zorgpersoneel van Roebia Zorg door Woonzorg Flevoland (hierna te noemen: onderdelen van Roebia Zorg). Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst van 6 februari 2020.
Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets
5. Betrokken organisaties zijn Woonzorg Flevoland en onderdelen van Roebia Zorg.
6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.
7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is bij betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mw. De in randnummer 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Woonzorg Flevoland uitsluitende zeggenschap verkrijgt over onderdelen van Roebia Zorg.
Beoordeling
9. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.
10. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.
A. Spoedeisendheid
11. Roebia Zorg verkeert sinds 21 januari 2020 in staat van faillissement.[1] Het loon van het personeel van Roebia Zorg wordt tot en met 29 februari 2020 door het UWV doorbetaald. Vanaf 1 maart 2020 zijn de werknemers niet meer bij Roebia Zorg in dienst. Om een situatie te verkomen waarbij de continuïteit van zorg en de patiëntveiligheid in gevaar komt, heeft Woonzorg Flevoland een aanbod gedaan om onderdelen van Roebia Zorg over te nemen.
12. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan patiënten van Roebia Zorg gevaar loopt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan patiënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt. De NZa concludeert dan ook dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49, eerste lid, Wmg.
B. Redelijk vermoeden van goedkeuring
13. In het algemeen geeft de NZa haar goedkeuring voor een voorgenomen concentratie tussen partijen, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
o partijen hebben voldoende inzicht gegeven in de verwachte effecten van de beoogde concentratie;
o het oordeel en de aanbeveling van cliënten, personeel en andere betrokkenen zijn overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
o de continuïteit van cruciale zorg komt door de voorgenomen concentratie niet in het geding.
14. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht dat ten aanzien van de onderhavige voorgenomen concentratie tussen partijen aannemelijk. Daartoe is het volgende redengevend:
De verwachte effecten van de beoogde concentratie
15. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor het zorgaanbod, de zorglocaties en eventuele risico’s die samenhangen met de concentratie. In het kader van de in randnummer 13 en 14 genoemde beoordelingsstandaard en gelet op artikel 49b, tweede lid, Wmg acht de NZa de overgelegde effectrapportage in beginsel toereikend.
Betrokkenheid belanghebbenden
16. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen en de Wet op de ondernemingsraden verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[2]
17. Roebia Zorg doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Roebia Zorg door de NZa niet beoordeeld
18. De cliëntenraden van Woonzorg Flevoland zijn door het bestuur van Woonzorg Flevoland geïnformeerd over de voorgenomen concentratie, maar hebben geen adviesrecht.
19. De ondernemingsraad van Woonzorg Flevoland is geïnformeerd over de voorgenomen concentratie en heeft ingestemd. Een formeel adviestraject is echter niet doorlopen, daarom zal Woonzorg Flevoland de ondernemingsraad zo snel mogelijk een adviesaanvraag doen toekomen.
Andere stakeholders
20. Naast het personeel en de cliënten hebben partijen aangegeven dat zij met andere betrokkenen, waaronder de betrokken zorgverzekeraars en de gemeente, in contact zijn geweest over de voorgenomen concentratie.
C. Cruciale zorg
21. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.
D. Voorschriften
22. Gezien de spoedeisendheid van de besluitvorming omtrent het ontheffingsverzoek heeft de NZa geen diepgaand onderzoek kunnen doen naar de voorgenomen concentratie.
23. Gezien het beschrevene in randnummer 19 acht de NZa het wenselijk een voorschrift te verbinden aan de ontheffing om te borgen dat het personeel op een zorgvuldige wijze is en zal worden betrokken bij de verdere voorbereiding en uitvoering van de voorgenomen concentratie. In onderhavige aanvraag wordt derhalve het volgende voorschrift verbonden aan de goedkeuring van de voorgenomen concentratie:
o Nadat de ondernemingsraad van Woonzorg Flevoland een adviesaanvraag heeft ontvangen en een advies heeft uitgebracht, zal Woonzorg Flevoland de adviesaanvraag en het advies onverwijld aan de NZa doen toekomen. Tevens zal Woonzorg Flevoland aangeven op welke wijze het advies van de ondernemingsraad zal worden meegenomen in de verdere besluitvorming met betrekking tot, en de implementatie van, de concentratie.
Conclusie
24. Gelet op het bovenstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval zoals bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. Het verzoek om ontheffing zal derhalve worden toegewezen.
Datum: 25 februari 2020
Nederlandse Zorgautoriteit,
mw. drs. A.J.M.H. Mateijsen
plv. directeur Toezicht en Handhaving
unitmanager Toezicht Zorgaanbieders
directie Toezicht en Handhaving
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax: 030 – 296 82 96
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit toe te voegen.
[1] Insolventienummer F.16/20/24, kenmerk: 16.mne.20.24.F.1300.1.20, te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl
[2] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.